Achtergrond
'Stop bsa in tweede jaar'
De universiteitsraad ziet niets in het bindend studieadvies (bsa) in het tweede jaar. De maatregel zorgt voor veel extra stress bij studenten en levert te weinig op. Slechts tien studenten zijn daadwerkelijk weggestuurd door de nieuwe regel.De regel is bij wijze van experiment in 2013 ingevoerd en loopt nog tot 2019. Studenten moeten negentig punten halen in twee jaar waarvan ten minste 45 in het eerste jaar. Ook is het verplicht om in twee jaar tijd de propedeuse te behalen. Leiden is de enige universiteit waar het tweedejaars bsa van kracht is. De Tweede Kamer heeft minister Bussemaker van Onderwijs eind vorig jaar opgeroepen het experiment geen vervolg te geven.
donderdag 12 mei 2016
© Bas van der Schot

Het college van bestuur heeft door onderwijsinstituut ICLON een tussenrapportage over de maatregel laten opstellen. Die werd maandag in de universiteitsraad besproken.

De studentenpartijen in de raad hebben zich altijd verzet tegen de regeling. Maar nu zien ook de personeelspartijen er niets meer in. ‘Uit de evaluatie blijkt niet dat het een succes is’, zei Fenna Poletiek van personeelspartij FNV Overheid. ‘De regeling heeft weinig gedaan. Dus er is niet echt een reden om er mee door te gaan.’

Uit de evaluatie blijkt dat 199 van zo’n vijfduizend studenten een negatief bsa in het tweede jaar hebben gekregen. Maar het overgrote deel van deze studenten had onder de oude regeling ook al moeten vertrekken, omdat zij hun propedeuse niet hebben gehaald.

Na enig rekenwerk blijkt dat tien studenten daadwerkelijk zijn weggestuurd door de maatregel. Poletiek: ‘Tien op al die duizenden studenten, dat is weinig. Het gaat ook niet om het wegsturen, zegt het college dan. De bedoeling is het studietempo erin houden. Maar ook daar zien we weinig van terug. Studenten behalen gemiddeld 2,8 punt meer dan hun collega’s die geen bsa in het tweede jaar hadden.’

Wel blijkt dat studenten die in 2013 begonnen en die een positief tweede bsa kregen na twee jaar gemiddeld 4,5 punt meer halen dan de groep studenten die in 2012 van start ging.

Maar het is de vraag of de toename van 2,8 het gevolg is van de maatregel, stelt Poletiek. ‘Wij denken dat de afschaffing van de basisbeurs hier ook een rol heeft gespeeld. De studiesnelheid is daardoor een tandje hoger gegaan. Er zijn niet genoeg feiten om dit beleid te legitimeren. Er zijn vooral een hele hoop nadelen.’

Opvallend vindt ze bijvoorbeeld dat veel meer studenten vanwege persoonlijke omstandigheden om coulance vragen bij de examencommissie.

De raad vindt dat geen goede zaak. Het verhoogt de werkdruk voor medewerkers en werkt rechtsongelijkheid in de hand. Niet elke examencommissie past de regeling immers op dezelfde wijze toe.

‘We maken ons ook zorgen over het gebrek aan draagvlak binnen en buiten de universiteit’, zei Gwen Wolters van personeelspartij UBL.

De opstellers van het rapport vinden dat er geen aanleiding is om te stoppen met het experiment. De raad concludeert echter dat er zoveel nadelen aan de regeling kleven dat het beter is om het experiment tussentijds stop te zetten. Op 23 mei reageert het college op de raad. VB