Achtergrond
Opinie: Hoezo geen invloed?!
Raadsleden zijn geen makke schapen die meeblaten met het bestuur, betoogt Gareth O’Neill. Stemmen heeft wel degelijk zin.
woensdag 11 mei 2016

Daar komen ze weer. De presidentiële verkiezingen in Amerika barsten los en de kandidaten strijden verwoed voor de begeerde nominaties. Ook aan de Leidse universiteit worden deze week verkiezingen gehouden. Alleen zijn universitaire verkiezingen iets minder spannend, en wordt er minder of, jammer genoeg, géén modder gegooid. Een felle strijd zou het imago van de medezeggenschap wellicht kunnen opkrikken en de lage opkomst verhelpen.

Studenten en medewerkers hebben duidelijk een negatief beeld van het raadswerk. Het is vaak lastig om kandidaten te vinden, en dat is ook geen wonder als het raadswerk gezien wordt als slecht, of tenminste niet goed, voor het cv. De raden hebben te weinig invloed, zijn slechts een klankbord voor het bestuur of zelfs vastgeroest. En de raadsleden zelf? Dat zijn ja-knikkende slappelingen die hun tanden niet durven laten zien – als ze die al hebben. Een kijkje in de archieven van Mare laat zien dat het wemelt van dit soort verhalen.

Maar klopt dat beeld wel? Ik heb twee jaar in de faculteitsraad Geesteswetenschappen en bijna twee jaar in de universiteitsraad gezeten, en herken het niet. Inderdaad: raadsleden krijgen niet alles wat ze willen. Het bestuur van FGW had bijvoorbeeld het probleem van de werkdruk lange tijd niet aangepakt, wat op een gegeven moment leidde tot een uitbarsting onder de medewerkers. Het college van bestuur heeft een negatief advies, om te kunnen afwijken van de vierjaarstermijn voor cijfers bij Rechten, zomaar naast zich neergelegd. Frustrerend voor raadsleden, omdat zij het gevoel hebben dat zij niet serieus worden genomen.

Deze voorvallen leveren sappige krantenkoppen op, die het imago van de medezeggenschap aantasten. Overlegvergaderingen lijken soms zonder slag of stoot voorbij te snellen, wat de indruk wekt dat de raadsleden als makke schapen meeblaten met het bestuur. De waarheid is echter dat veel van dat raadswerk buiten de overlegvergaderingen plaatsvindt: inlezen; vragen stellen aan beleidsmedewerkers en discussies voeren met raadsleden via de mail; overleggen en commissievergaderingen met beleidsmedewerkers. De waarheid is ook dat de medezeggenschap niet overal tegenin hóéft te gaan, omdat de beslissingen van het bestuur en het beleid van de universiteit vaak goed doordacht zijn.

Er is veel veranderd sinds de vorige rector Paul van der Heijden, een felle tegenstander van de medezeggenschap, de touwtjes in handen had. Er zijn de afgelopen tijd genoeg situaties geweest waarin Leidse raadsleden wél hun tanden hebben laten zien en ook durfden te bijten. Zij tikten het college op de vingers voor het opstapelen van maatregelen ter bevordering van het studierendement. Zij waren niet bang om het door het college gewilde experiment met promotiestudenten fel te bekritiseren en zelfs geheel af te blazen. En zij stemden tegen het bestuur van FGW, om studenten voldoendes wél te laten herkansen. Contra het negatief imago, lijkt de medezeggenschap juist steeds sterker te worden, wat nog eens wordt ondersteund vanuit de overheid.

Dat komt de universiteit alleen maar ten goede. Sterk betekent echter niet blindelings tegen het beleid ingaan, maar het kritisch volgen en constructief in gesprek gaan met beleidsmedewerkers en bestuur. Raadsleden moeten de universitaire gemeenschap goed vertegenwoordigen en haar belangen behartigen. Dat betekent goede communicatie tussen de raadsleden en hun achterban, die bij de verkiezingen begint, maar daar zeker niet stopt.

Dus ga stemmen op de beste kandidaten. Let op de agendapunten van de raden en woon eens een overlegvergadering bij – de meeste zijn openbaar. Neem contact op met de raadsleden en laat hen weten wat jij belangrijk vindt. Uiteindelijk vormen wij allemaal samen de universiteit en zijn wij er samen verantwoordelijk voor. En samen zijn we sterk.

Gareth O’Neill is promovendus bij het Leiden University Centre for Linguistics, en zit tot eind augustus 2016 in de universiteitsraad namens promovendipartij PhDoc.