Nieuws
Schrikt het leenstelsel af?
Het aantal studenten is afgenomen sinds de invoering van het leenstelsel, blijkt uit nieuwe cijfers van het ministerie van Onderwijs. De vraag is alleen wat hiervan de oorzaak is.
donderdag 21 april 2016

Sinds de invoering van het leenstelsel is het aantal inschrijvingen bij het Hoger Onderwijs (HO) gedaald, zo werd deze week duidelijk bij het verschijnen van een rapport van ResearchNed over de gevolgen van het leenstelsel. Reden voor iedereen die toch al tegen het leenstelsel was om zorgen uit te spreken over de toegankelijkheid van het onderwijs.

Die daling is echter niet het hele verhaal: de afgelopen jaren zagen universiteiten juist een grote toename in het aantal ingeschreven studenten. Toen riepen alle bestuurders meteen dat opleidingen zich niet rijk moesten rekenen: met het leenstelsel in aantocht zouden studenten zich nu nog snel inschrijven. Een jaartje backpacken na de middelbare school is toch nèt wat minder aantrekkelijk als je daardoor duizenden euro’s stufi misloopt. Dit collegejaar zou het aantal inschrijvingen weer gaan dalen. Bussemaker noemt dat verschijnsel een ‘boeggolf-effect.’

Als de daling van nu echter groter is dan de stijging van vroeger, dan is er meer aan de hand: dan weerhoudt het leenstelsel aspirant-studenten van de studie. En dat was, in elk geval op papier, niet de bedoeling. We moeten dus niet de cijfers van dit collegejaar vergelijken met die van het vorige, maar met die van voor de aankondiging van het leenstelsel. Vergeleken met 2012 stromen er evenveel havisten door naar het hoger onderwijs, en zelfs ietsje meer vwo’ers. Alleen de mbo’ers die verder gaan in het HO blijven achter – en daar lijkt leenvrees inderdaad een rol bij te spelen. Is die daling permanent, of zal een gedeelte van die mensen na een paar jaar werken op mbo-niveau alsnog verder gaan leren? En zullen de binnenkort afstuderende mbo’ers dezelfde keuzes maken? Niemand die het weet.

Er zijn daarnaast nog twee groepen waarbij de daling groter lijkt te zijn dan de boeggolf: studenten met een beperking, en studenten met laagopgeleide ouders. Bussemaker beloofde die groepen extra in de gaten te houden, en zo nodig extra geld voor hen uit te trekken.

Wie zich zorgen maakt over de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en het ResearchNed-rapport heeft gelezen, zou juist moeten kijken naar de grafiek over studenten (op p. 49) die een aanvullende beurs krijgen. De studenten met ouders die benedenmodaal verdienen, dus.

In de grafiek zit een piepklein piekje op vorig jaar, en dit jaar een dalinkje: de boeggolf waar Bussemaker het over heeft. Maar gezien over de afgelopen tien jaar, is het percentage studenten met een aanvullende beurs gedaald met grofweg een kwart. Maar daar heeft het leenstelsel niks mee te maken, dus daarover blijft het stil.

BB

‘De pijnlijke erfenis van Bussemaker’

Tegenstanders van het leenstelsel zijn verontwaardigd.

Volgens nieuwe cijfers over de gevolgen van het leenstelsel kozen minder jongeren ervoor te gaan studeren. Vooral studenten met een beperking en studenten met laagopgeleide ouders zien er vanaf. ‘Door invoering van het leenstelsel en toenemende selectie lijkt onze grootste vrees werkelijkheid te worden: de meest kwetsbare groepen worden het hardst geraakt’, zei voorzitter Linde de Nie van het Interstedelijk Studenten Overleg.

Ook oppositiepartijen zijn verontwaardigd. ‘Pijnlijke erfenis van vier jaar Bussemaker: minder kansen, meer tweedeling’, reageerde SP-Kamerlid Jasper van Dijk. Volgens partijen als het CDA, de ChristenUnie en de SP neemt het aantal studenten af omdat ze nu meer moeten lenen voor hun studie.

Voorstanders van het leenstelsel lezen dat niet in de cijfers en zeggen dat deze naar verwachting zijn. Hoewel D66, GroenLinks, de PvdA en de VVD de minister blijven steunen, ontkennen ze niet dat het beter kan. De PvdA wil dat er betere voorlichting komt over het studievoorschot, en extra aandacht voor mbo’ers die doorstuderen. Ook GroenLinks wil de doorstroom vanuit het mbo naar het hbo verbeteren. De VVD maakte zich zorgen om de uitval onder studenten, en pleit voor betere studiekeuzevoorlichting. Minister Bussemaker heeft toegezegd zich in te willen zetten voor de toegankelijkheid van onderwijs voor studenten met een beperking.

PM