Columns & opinie
Opinie: Minister, stop met scheefrekenen
Onderwijsminister Jet Bussemaker wil geneeskundestudenten niet compenseren voor de verdwenen basisbeurs, want een arts verdient die studieschuld wel terug. Maar ondertussen rekent ze de Tweede Kamer oneerlijk voor, constateert Anouk Wezel.
woensdag 20 april 2016

288,95 euro per maand. Vraagt u zich eens af: wat kan ik daarvan doen? Voor sommigen mensen is het een avondje uit eten en een paar nieuwe schoenen. Voor anderen een maand boodschappen. Volgens onze minister van Onderwijs Jet Bussemaker zou het genoeg moeten zijn om je huur, eten, kleding, studieboeken en collegegeld te betalen, als je geneeskundestudent bent.

Dat wordt krap. Sterker nog, dat is onmogelijk. Zelfs mensen in de schuldsanering of de gevangenis krijgen meer geld.

Vanaf 1 september 2015 is het leenstelsel ingegaan, studenten krijgen niet langer een basisbeurs maar een ’voorschot’. Geneeskundestudenten worden hierbij harder getroffen dan andere studenten, omdat zij een zesjarige studie volgen. Zij moeten twee jaar langer collegegeld betalen, en twee jaar langer bijlenen dan bijvoorbeeld een rechtenstudent. Ze beginnen dus ook twee jaar later met geld verdienen en met het opbouwen van een pensioen. De driejarige master van geneeskunde bestaat uit coschappen, waaraan de student 50 tot 55 uur per week kwijt is. Vanwege avond- en weekenddiensten is het niet mogelijk er een bijbaantje naast te hebben, waardoor de studieschulden fors oplopen: ook voor de invoering van het leenstelsel hadden afgestudeerde geneeskundestudenten al hogere studieschulden dan andere academici.

In oktober 2015 boden drie organisaties, De Geneeskundestudent, het Landelijk Medisch Studenten Overleg en het Landelijk Overleg Coassistenten, een petitie aan bij de Tweede Kamer, met de vraag coassistenten een stagevergoeding van 280 euro per maand te geven. De reactie van Bussemaker kwam eerder deze maand: zij vindt dat coassistenten gewoon moeten bijlenen.

Ze rekende de Tweede Kamer voor dat medici tijdens hun coschappen een extra schuld opbouwen van 7.104 euro. Dat bedrag staat gelijk aan 24 maanden lang € 288,95 per maand lenen. Dat bij sommige geneeskundestudies, zoals de Leidse, de co’s geen twee maar drie jaar duren, zei ze er niet bij. Maar van dat bedrag kan niemand natuurlijk rondkomen. Het bedrag komt dan ook bovenop de bestaande studieschuld. Daar wordt in de brief met geen woord over gerept. 7.104 Euro klinkt niet als een hoog bedrag. Opgeteld bij de rest van de lening die een geneeskundestudent al moet maken, loopt het echter flink op. Daarnaast kan een coassistent niet werken naast de coschappen, in tegenstelling tot een student die een andere studie volgt. Zijn studieschuld is daardoor nog veel hoger omdat alles geleend moet worden.

Een enquête door het Landelijk Medisch Studenten Overleg en het Landelijk Overleg Coassistenten toont aan dat de studieschuld onder dit nieuwe leenstelsel 38.000 euro bedraagt. In een eerlijke voorlichting van de minister zou dit bedrag niet mogen ontbreken. Over die 7.104 zal natuurlijk niemand in de Tweede Kamer vallen. Maar de totale studieschuld wordt bij geneeskundestudenten zo onevenredig hoog dat het met een toekomstig hoger inkomen niet recht te breien is. Vooral niet met de verslechterde arbeidsmarkt en baanonzekerheid van de laatste jaren.

De geneeskundestudenten vroegen dan ook om een stagevergoeding voor de coassistent. Echter, volgens Bussemaker draagt de coassistent niets bij aan de ‘arbeidsproductiviteit’. Hierbij slaat zij echter volledig de plank mis. Bij veel coschappen kan je artsen wel degelijk veel werk uit handen nemen. Dat wij dan nog niet zelfstandig handelen, doet daar geen afbreuk aan. Een stagiair op een advocatenkantoor mag ook geen verdachten verdedigen in de rechtszaal, maar verricht tussen het leren door wel degelijk werk, en krijgt daar ook een vergoeding voor. Vaak heel wat meer dan de 280 euro waar de geneeskundestudenten om vroegen.

In een brief van de minister uit december 2015 geeft zij aan dat coassistenten het ziekenhuis juist veel geld kosten, en dat daardoor een stagevergoeding niet terecht is. In deze brief staat dat de kosten zelfs oplopen tot 100 miljoen per jaar. Als geneeskundestudenten om een vergoeding vragen, neemt ze de rekenmachine graag ter hand, maar bij dit bedrag ontbreekt elke rekensom. Waar gaat dat geld allemaal heen? Zoveel onderwijs krijgt de coassistent tijdens de coschappen nou ook weer niet.

Minister Bussemaker, prima als u ons wilt opzadelen met torenhoge schulden. Wij worden allemaal arts later, en zullen ze ergens in de komende dertig jaar vast wel af kunnen betalen. Maar kom er dan gewoon eerlijk voor uit, in plaats van ons deze scheve rekensommetjes voor te houden.

Anouk Wezel is zesdejaarsstudent geneeskunde.

Een beknoptere versie van dit artikel stond vorige week in Metro.