Columns & opinie
Opinie: Weg met het radencommunisme
Normale studenten willen helemaal geen inspraak, en degenen die het wel willen zijn niet te vertrouwen. Constanteyn Roelofs stelt voor om de faculteits- en universiteitsraden gewoon op te heffen.
donderdag 3 maart 2016
1 januari 1969: Studenten bezetten het Maagdenhuis om meer universitaire democratie te eisen. © Eric Koch / Anefo, Nationaal Archief

Soms lijkt 2016 weggelopen uit de jaren zeventig. Het debat over nature or nurture is weer helemaal terug. Althans, bij Sunny Bergman, die in het kader van de vierde c.q. zure golf van het feminisme de Annie Romein-Verschoorlezing mag houden. Er staan oproepen in Mare voor meer campusdemocratie. Nog even en Augustinus noemt zich weer een ‘mensenvereniging’ - studentenvereniging is immers te elitair - en het hele decennium van akelige kledingkeuzes en interieurontwerp in bruin en oranje is terug.

Over die campusdemocratie: blijkbaar geven studenten veel te weinig fucks om hun inspraakorganen en dat is Heel Erg, want zo wint het Neoliberalisme. Ook dit ageren tegen de ‘neoliberalen’ (destijds grijze pakken en reaktionairen) is een raar overblijfsel uit de late jaren ’60, vroege jaren ’70, toen men het radencommunisme nog een topidee vond. In golf van enthousiasme voor radikale eksperiementen werden er allerlei gremia opgetuigd waarin men kon bewijzen dat kommunisme wel degelijk de bom is. Terwijl Pol Pot en Mao alle intellectuelen naar de rijstvelden bonjourden, kwam het gelijkheidsideaal de universiteit binnen op de slippen van de stenensmijters van ‘68. Een demokratiesering die overigens nooit in Moskou en Leningrad is ingevoerd.

Maar goed, dat was toen. Van het romantiseren van Mao zijn de idealisten aan de juiste kant van de fatsoenskloof inmiddels overgestapt op Mohammed - een aanmerkelijk minder van vertegenwoordigende democratie gecharmeerde leidsman. De praatclubs zijn daarentegen nog niet afgeschaft. Studenten mogen nog steeds stemmen. Maar op wie? Een paar treurneuzen die bij Augustinus en Minerva net niet gaaf genoeg zijn en daarom maar met hun blagenkop of parelkettinkje een beetje leuk gaan doen voor SGL? Pepermuntzuigers met al het charisma van een zeven jaar geleden gestorven dijkgraaf, namens de gristelijke studentenpartij? Nee bedankt. Het is niets meer dan politiekje spelen voor Miniwiegels die zich ineens een halve premier wanen als ze met hun Leidsche bekkie op een campagnefolder staan. Een soort JOVD, maar dan zonder drank om de plaatsvervangende schaamte weg te spoelen. Persoonlijke ambitie, hoe koddig ook in het smurfendorp, lijkt een veel grotere rol te spelen dan het algemeen belang van de student.

De gewone student prikt hier dan ook genadeloos doorheen. De procedures, organen en pretentie van macht zijn voor de gemiddelde student minder interessant dan de selectieprocedure van Heel Holland Bakt. Dat is ook terug te zien in de opkomst. Met machteloos gejengel over minder dure boeken en meer aandacht en safe spaces wordt de schijn van argumentatie opgehouden. Dat die dingen allemaal gewoon op het ministerie in Den Haag worden besloten mag allemaal niet deren: daarom moeten de studenten maar met lollies en condooms naar het stemtafeltje in de hal van de faculteit gesleept worden.

Het is een geestig, pretentieus toneeltje, maar de impotente babbelclubs zouden de wijze raad van Margaret Thatcher ter harte moeten nemen: ‘Being powerful is like being a lady. If you have to tell people you are, you aren’t.’ De laatste nagel aan de doodskist van de geloofwaardigheid zijn de larmoyante mailtjes van de rector magnificus, waarin de beste man oproept om vooral te stemmen. Toch een beetje een bevoogdende houding tegen de waakhonden van de macht.

Niet dat de oproepen tot participatie ook maar enige kans van slagen hebben. Daarvoor is de wetenschap tezeer een dictatoriale bezigheid. Persoonlijk genie, ambitie en meedogenloos scherpe ellebogen zijn een stuk lonender dan onderwerping aan het collectief - net als in de echte Sovjetunie. Niemand herinnert zich de also-rans, lakeien en slippendragers. Herfsttij der Middeleeuwen werd geschreven door Huizinga, niet door de Kulturele Raad voor Geschiedvorsing. Het Kamerlingh Onnesgebouw heet ook niet het Voormalige Vierde Laboratorium van de Sovjet voor Fundamentele Natuurkunde, Thans Regionale Raad voor Rechtsonderwijs. Je hoeft geen Einstein te zijn om in te zien dat de wetenschap een uiterst piramidaal en faraonisch bedrijf is; pas boven aan de boom mogen de bavianen meepraten. Democratisering strooit alleen maar zand in de raderen van de vooruitgang.

Niet dat er geen controle op de macht hoeft te zijn. Checks and balances: Montesquieu en Madison hadden het goed gezien. Het gevaar bestaat echter dat de Calimero-dictators de boel overnemen. Vastgoedboeven in gechauffeerde Audi’s die dromen van een ‘Harvard aan de Maas’ en die het belang van de accountants boven dat van de wetenschap stellen. Aartsbestuurders die net zo goed een zorgverzekeraar of een woningcorporatie de verdommenis in zouden kunnen helpen als een universiteit. Atlantici met stars en stripes in hun ogen die in hun slaap prevelen over een Internesjonel Senter of Ekselens. Daarom zou het mooi zijn om terug te keren naar de tijd van voor de vijf jaar Soldaat van Oranje, en voortaan de heren en dames professoren jaarlijks een Primus inter Pares te laten kiezen, als een verlichte dictator. Of een Prima, natuurlijk. Als kleine knieval naar de ietwat moderne tijden, maar zonder de wijze lessen van de klassieken te veronachtzamen, zouden het best twee consuls mogen zijn: één bèta en één alfa. Nee, geen sociale wetenschapper. Net als de campusdemocratie is de sosjale wetenschap - immers niets meer dan linkse ideologie met de rekenmachine - een pijnlijke kater uit de jaren ’70.

Studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden, en werkt nu als journalist.