Achtergrond
Geen tuinbroeken, maar netkousen
Van 1985 tot 2000 had de Universiteit Leiden een actief vrouwennetwerk. ‘Ik sleepte overal champagne mee naartoe’, blikt de coördinator terug. Nu zijn er plannen voor een herstart.
Marleen van Wesel
donderdag 3 maart 2016

Het vrouwennetwerk van de Universiteit Leiden, 1985-2000

‘Er gebeurde wel meer in die tijd’, vervolgt Meltzer. ‘Er was een feministische boekhandel in Leiden. In het Volkshuis zongen we met vrouwenkoor De Sirenes mee: "Handjes boven de dekens" en er was ook een vioolkwartet, genaamd: de Uitstrijkjes. En vanaf 1985 stelde de universiteit een budget beschikbaar voor een Vrouwennetwerk.’ Er werd een coördinator aangesteld, Elly van Venetiën. In 1993 nam Meltzer het over. ‘Elly hield zich vooral bezig met scheve salariëring voor laborantes en secretaresses. Je moet het in de tijdsgeest zien. Bij de wisseling van wacht stak ik de draak met het beeld van feministen in paarse tuinbroeken, gekleed in een jacquet, netkousen, pumps én een hoge hoed.’

Onder Meltzer werden er anti-stress-dansworkshops georganiseerd, modeshows en cursussen timemanagement. ‘Ik sleepte ook overal champagne mee naartoe. Met stroop vang je meer vliegen dan met azijn. Maar we organiseerden ook congressen over vrouwen en wetenschap. Er kwamen netwerken uit het hele land op af. Van vrouwelijke hoogleraren, tot de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, die de hoogtes van de aanrechten goedkeurden. Immers ook een vrouwennetwerk.’

Niet iedereen was het eens met de ludiekere koers. ‘Valentijnskaarten die we zogenaamd namens het college van bestuur verstuurden, kreeg ik versnipperd, haast verbrand, weer terug. Maar we hebben toch veel gedaan, veel mensen bereikt, en een wezenlijke bijdrage geleverd aan de positie van vrouwen op de universiteit.’

‘Uiteindelijk paste het niet meer in de tijdsgeest. Eigenlijk was ik het daar wel mee eens. Ik had al een naamsverandering voorgesteld: Netwerk V/M.’ Tijdens een promotieplechtigheid keek ze om zich heen in de Senaatskamer van het Academiegebouw. ‘Tussen al die professorenportretten daar hing maar één vrouw. Zo ontstond het idee voor Negenennegentig vrouwen en één man.’ Het werd een tentoonstelling met vrouwenportretten, gefotografeerd door Corrie van Maris, nog altijd werkzaam bij het Academisch Historisch Museum. Meltzer: ‘Van hoog tot laag uit de universiteit. Op een nacht kwam in een brainwave binnen wie die ene man moest zijn: Willem van Oranje. Die was toch al dood, dat zou geen kinnesinne opleveren.’ Maar dat gebeurde tóch wel. ‘Een vrouwelijke hoogleraar stuurde een brief met het verzoek om een huishoudelijk medewerker te schrappen, zodat zij er ook bij kon.’

‘Bij de expositie organiseerden we nog een sherryproeverij. Er kwam ook een boekje met de portretten, dat universiteitsmedewerkers als kerstgeschenk kregen. Ook daarvan kregen we dózen teruggestuurd. En toen was het afgelopen.’

Niet al het tentoonstellingsmateriaal werd opgehaald. ‘Ik heb alles in dozen gestopt, geordend, zodat je er meteen een nieuwe tentoonstelling mee zou kunnen inrichten.’ Het kwam terecht bij de Documentaire Informatievoorziening en Archiefbeheer (DIA) van de universiteit.

Vijftien jaar later, afgelopen najaar, kreeg Meltzer bericht dat het daar eigenlijk niet meer bewaard kon worden. ‘Er zaten nogal wat artefacten tussen, niet van papier. Het leek me wel wat voor het Academisch Historisch Museum. Maar toen ik de dozen terugzag, schrok ik: bijna alles was weg.’

Ze heeft de kleine verzameling al aangevuld met haar eigen privé-archief. ‘Ik bewaar altijd lekker veel: foto’s, Vrouwennetwerkkranten, mijn aanstellingsbrief als coördinator. Maar we zijn nog op zoek naar veel meer materiaal, ook kranten, vooral uit de periode 1979 tot 2000. Als iemand onderzoek wil doen, of als er over 99 jaar een nieuwe tentoonstelling komt, dan hopelijk genaamd Vijftig vrouwen en vijftig mannen, ligt er al een mooie basis in het museum.’

Het enige vrouwenportret in de Senaatskamer: Sophia Antoniadis, de eerste vrouwelijke hoogleraar van Leiden.

Het vrouwennetwerk van de Universiteit Leiden, 2016 - ...

De lucht is koel en een beetje muf, tussen de rijen archiefkasten met boeken, dozen en mappen, bovenin het Academiegebouw. ‘In nog enkele kamers en zolders zoals deze, worden de spullen van het Academisch Historisch Museum bewaard voor de toekomst’, vertelt collectiespecialist Corrie van Maris. Een halve plank is nu gevuld met stukken van het Vrouwennetwerk, dat in 2000 werd opgeheven. In die tijd, tussen 1997 en 2001, steeg het aantal vrouwelijke hoogleraren in Leiden van 5 naar 11 procent. Tegenwoordig is dat 23 procent én er zijn weer plannen voor een nieuw universiteitsbreed vrouwennetwerk.

‘Het is nog in een heel pril stadium’, vertelt Diversity Officer Isabel Hoving. ‘Er zijn weer enkele vrouwennetwerken binnen faculteiten. Er lijkt weer een behoefte te zijn en we gaan aftasten of dat ook universiteitsbreed geldt.’ In zo’n netwerk kunnen vrouwen volgens Hoving met elkaar praten over zaken waar ze tegenaanlopen. ‘Bijvoorbeeld hoe je ouderschapsverlof regelt, uitzoeken waar je recht op hebt, en of dat onder de gegeven omstandigheden van je carrière allemaal mogelijk is. Daar hebben jonge vaders natuurlijk ook mee te maken, maar iets wat we met het Diversity Office ook steeds signaleren, is dat het aantal vrouwen in hogere functies achterblijft. Leiden doet het weliswaar goed in Nederland, maar Nederland doet het slecht in Europa.’

Het LUMC heeft alweer sinds 2008 een vrouwennetwerk, Vitaal. ‘Inmiddels zijn we mooi bestuurlijk ingebed. We zijn geen ondergrondse verzetsgroep’, vertelt voorzitter Jacobijn Gussekloo, hoogleraar geneeskunde. ‘Aanvankelijk ging het erom dat vrouwen ook hoogleraar moeten kunnen worden. Nu is het wat breder, gericht op vrouwen met ambitie, van junioronderzoekers tot aan de Raad van Bestuur. Alhoewel: dáár zit dus geen vrouw in. Onder studenten is het gevoel dat kansen gelijk zijn en onder junioronderzoekers ook nog wel, maar daarna ontstaat een gap, die steeds groter wordt.’

Sinds dit collegejaar heeft ook de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen een vrouwennetwerk: Researchers in Science for Equality. RISE is opgezet door Miranda van Eck, opleidingsdirecteur van het Leiden Academic Centre for Drug Research en Martina Vijver, universitair hoofddocent bij het Centrum voor Milieuwetenschappen, met een zogenaamd Aspaciabudget van wetenschapsfinancier NWO, bedoeld om vrouwelijke wetenschappers te stimuleren. ‘De universiteit doet weliswaar al veel, maar vooral op het hoogste en het laagste niveau, voor vrouwelijke hoogleraren en studenten. In de tussengroep zitten wij zelf.’

RISE en Vitaal zijn positief over de plannen van het Diversity Office. Vijver: ‘Het is tijd om weer een universiteitsbreed vrouwennetwerk te hebben. RISE hoeft daar niet in te verdrinken, dat heeft een andere doelstelling. Als bèta’s onder elkaar kennen we elkaars werk. En we zitten hier toch meer in een mannenwereld. Hoewel, dat geldt voor het LUMC ook. Eigenlijk heeft iedereen zijn eigen mannenwereld.’

Of het nieuwe universiteitsnetwerk zich alleen op academici gaat richten, is nog niet bekend. Hoving: ‘Misschien ook wel op de professionals, zoals niet-wetenschappelijk personeel in Engeland zo mooi genoemd wordt. Ook dat moeten we nog aftasten.’

Had het Vrouwennetwerk in 2000 wel opgeheven moeten worden? ‘Dat het toen werd afgeschaft, vond ik vooral jammer van mijn leuke baan. Zolang er een manco blijft, zullen zulke bewegingen steeds herrijzen, als een vrouwelijke feniks’, zegt Meltzer. ‘Dat het allemaal zo lang duurt, verbaast me wel. Toen ik laatst, tijdens de dies natalis, het cortège zag lopen, met veel vrouwen, en ook jongeren, was ik wel megasupertrots.’

‘Als je kijkt naar dit archief, zie je dat de ambities van de universiteit rond 2000 groot waren, maar dat het sindsdien tergend langzaam is gegaan’, zegt ook Van Maris. ‘Er hangt nog altijd maar één vrouw in de Senaatskamer.’ Dat is Sophia Antoniadis, de eerste vrouwelijke hoogleraar van Leiden. Ze bekleedde de leerstoel Grieks van 1929 tot 1955. Van Maris opent een kaartenbakje. ‘Een correspondentie over dat schilderij, een foto van een diner, een lijst met haar wetenschappelijke werk en een overlijdensbericht uit 1972. Er is hier best wat over haar te vinden. Het zou een leuk onderzoek waard zijn, hoe zij als enige vrouw tussen al die mannen laveerde.’

Ineens schieten haar ook de namen te binnen van de eerste vrouwelijke studentes aan de Universiteit Leiden, in 1873. ‘Olga von Stoff en Fanny Berlinerblau. Lang bleven ze niet.’ Al na enkele weken vertrokken ze weer, nadat een halsstarrige professor hen niet toeliet in de collegezaal.

Vrouwenlezing door Sunny Bergman

DOOR PETRA MEIJER Op Internationale Vrouwendag op 8 maart geeft documentairemaker Sunny Bergman de Annie Romein-Verschoorlezing. In haar lezing ‘Normaal’ als keurslijf zal ze ingaan op wat mannen tot mannen, en vrouwen tot vrouwen maakt en hoe onze opvattingen over ‘een normaal uiterlijk’ en ‘normaal gedrag’ die overwegingen beïnvloeden. Bergman werd bekend met haar documentaires Beperkt houdbaar (2007), Sunny side of sex (2013), Sletvrees (2013) en Zwart als roet (2014).

De Annie Romein-Verschoorlezing wordt elk jaar door geesteswetenschappen-instituut LUCAS georganiseerd. Schrijfster en historica Annie Romein-Verschoor (1895-1978) promoveerde in 1935 aan de Universiteit Leiden op de dissertatie Vrouwenspiegel, over Nederlandse romanschrijfsters na 1880. In 1970-1971 verschenen, in twee delen, haar memoires, over haar linkse engagement en haar inzet voor de vrouwenemancipatie.

Op 8 maart wordt ook het kunstwerk Ruimte voor vrouwen! in het academiegebouw onthuld. Daarmee vragen de universiteit en Athena’s Angels, een samenwerkingsverband tussen vier vrouwelijke Leidse hoogleraren, aandacht voor een meer inclusieve beeldvorming van wetenschap en wetenschappers waarin ruimte is voor mannen én vrouwen.

Annie Romein-Verschoorlezing door Sunny Bergman

Academiegebouw, Groot Auditorium, Dinsdag 8 maart, 20.00u

Aanvullingen voor de verzameling van het Vrouwennetwerk mogen gestuurd worden naar Universiteit Leiden, afd. DIA, t.a.v. M. van Wijk, Andwoordnummer 10368, 2300 WB Leiden.