Columns & opinie
Geen commentaar: Loopbaantest
Marleen van Wesel
woensdag 2 maart 2016

Schilder je graag kozijnen? Zou je de auto van je tante willen verkopen? Vind je het leuk om boodschappenlijstjes te maken? Bestudeer je graag planeten? Zou je in een band willen spelen? Glas wegbrengen naar de glasbak? Vogelhuisjes maken? Een potje schaken op de computer? En een geldwagen besturen, spreekt je dat aan?

Oftewel: wat wil je eigenlijk met je leven? Want dit zijn de vragen uit de loopbaantest van de Studenten Loopbaan Service van Geesteswetenschappen. De test is gratis, tot een half jaar na je afstuderen. Uitstekend moment om je als geesteswetenschapper af te vragen of je niet liever planeten zou bestuderen.

Na 180 keer plusjes en minnetjes invullen, en even ouderwets aankruisen of je man of vrouw bent, rollen er zes eigenschappen uit, die in meer of mindere mate op jou van toepassing zijn, zoals praktisch of ondernemend, en een lijst voorbeeldberoepen.

De uitkomsten zijn volgens een vijftien pagina’s tellend rapport ‘bepaald op basis van jarenlange ervaring in loopbaanbegeleiding en onderzoek’. Minstens sinds de jaren vijftig, vermoedelijk. En niet alleen omdat voor de ‘praktisch-mensgerichte’ levenstwijfelaar bedrijfsleider videotheek als droombaan wordt voorgesteld. Ook een praktisch-mensgerichte suggestie namelijk: boerin. Om boer te worden, moet je juist praktisch-ondernemend zijn. Zonder bh onder je overall is het bestieren van een boerenbedrijf immers een heel andere tak van sport. Een keurige disclaimer weliswaar: de test biedt geen kant en klaar antwoord op de vraag: wat moet ik worden? Het gaat om ‘stereotype voorbeeldberoepen’. Nou, inderdáád. In de kinderopvang werken volgens het rapport blijkbaar alleen leidsters en in het verpleegtehuis verzorgsters. Of misschien is meewerkend echtgenote meer iets voor je? In de faculteitsraad van Geesteswetenschappen werd laatst al terecht gefoeterd op de seksistische uitkomsten van de loopbaantest.

Tja, schieten op achterhaalde genderpatronen is nog altijd veel te gemakkelijk scoren, helaas. (Zie ook pagina 8-9.) Maar dat is niet het enige waar het aan schort. Uit de test kan ook komen dat het beroep van advocaat, arts of piloot perfect bij je past.

Hoe dat blijkt uit een voorliefde voor kozijnen schilderen en een frequente gang naar de glasbak: geen idee. Maar moet ik me nou vers uit het zweetkamertje alweer laten omscholen? Zeker na de invoering van het leenstelsel en al helemaal nu banken überhaupt geen leningen meer willen verstrekken voor pilotenopleidingen, zou ik voor de zekerheid een vliegsimulator adviseren. Zo’n ding is duur, en ook een beetje kolossaal in de gang van het Lipsius, dat toch al uit z’n voegen barst. Dat snap ik ook wel.

Toch mag er heus wel íets geïnvesteerd worden in verbetering van de loopbaantips. Arbeidsmarktvoorbereiding wordt namelijk gemist door studenten, zo kwam ter sprake in het universiteitsraadsoverleg over de bestemming van het studievoorschot. Dat moest het net afleggen tegen meer contacturen. (Zie p. 4-5.) Maar een kleine update van de huidige test lijkt me wel het minste.

Want het zijn wél reële vragen, die de test verder stelt: Ben je graag onderweg? Wil je reizen? Opgaan in de ruige natuur? De expert uithangen? Complexe problemen oplossen? Opkomen voor mensenrechten? Heb je veel fantasie? Houd je van orde? Of juist niet? Wil je belangrijk worden? Of rijk? Wat wil je eigenlijk met je leven?