Columns & opinie
Geen Commentaar: Arbeidsmarkt be damned
woensdag 10 februari 2016
© Silas.nl

Wat was het makkelijk grappen maken in 2013, toen de verplichte studiebijsluiter er kwam. ‘Deze studie is in verband gebracht met een verhoogd risico op hartproblemen, en een sterk verhoogd risico op leraarschap’, of: ‘Staak deze studie bij stinkende, inktzwarte ontlasting.’

Na de uitzending van het televisieprogramma De Monitor, over de studiebijsluiters van psychologie, is de lol er wel een beetje af. Wat je ook vindt van studiebijsluiters in zijn algemeenheid, áls je er eentje hebt, moeten de cijfers die erin staan wel kloppen. En dat doen ze niet: in plaats van 86 heeft slechts 55 procent van de aan de universiteit afgestudeerde psychologen na anderhalf jaar een baan op universitair niveau. Nog eens 16 procent werkt op hbo-niveau. Van de resterende 29 procent werkt ongeveer de helft nog lager, en de andere helft helemaal niet.

Oepsie. Nederland zit toch niet zo hard op die duizenden psychologen te wachten, zo blijkt.

De vraag is of een studiekiezende zesdeklasser zich door dat gegeven laat weerhouden van een studie psychologie. Zouden er nu minder eerstejaars in het Pieter de la Court rondlopen als hun studiebijsluiter de juiste cijfers had gemeld? Wie psycholoog wil worden, wil in de regel mensen helpen. Als de baankans dan tegenvalt, switch je dan naar bio-informatica? Of zet je een tandje bij, doe je een extra stage en leen je geld voor een werkervaringsplek, om te zorgen dat je bij die 71 procent hoort die nog soort-van-op-niveau werkt? Alleen doen al je studiegenoten dat ook, en zo storten de jonge psychologen zich massaal als lemmingen van de rots, elk van hen zeker wetend dat er na de zwempartij vaste grond lonkt. Voor jou, althans.

Dat je eerlijk moet voorlichten, spreekt voor zich. De Monitor leek echter ook te vinden dat universiteiten hun studenten in bescherming moeten nemen tegen hun wensen. Opleiden voor werkeloosheid, masters of science die lager opgeleiden van de arbeidsmarkt verdringen, en dat alles van onze belastingcenten. Er zou een numerus fixus voor alle studies moeten komen, gebaseerd op de arbeidsmarkt, zo was de suggestie.

De meeste universitaire studies zijn geen beroepsopleidingen. Je kan je hier vrijelijk verdiepen in de wiskunde, en arbeidsmarkt be damned. Dat wiskundigen prima aan de bak komen, veelal buiten de wiskunde, is mooi meegenomen, maar niet het doel van de studie. Bovendien laat de arbeidsmarkt zich maar moeilijk voorspellen: een flinke crisis en zelfs de ingenieurs zitten thuis. Als de economie van Oengaboenga over vijf jaar ineens omhoog schiet, is het wat onhandig als we enthousiaste studenten weg hebben gehouden van de studie naar dat land.

Een goede studie is geen tramrails, die je naar een vooraf bepaalde plek brengt, maar een geestelijke wapenrusting. Vaak komt de afgestudeerde terecht in iets dat slechts zijdelings aan de studie raakt, maar waar het aan de universiteit uitgereikte gereedschap wel van pas komt. Joris Luyendijk is cultureel antropoloog, Mark Rutte studeerde geschiedenis, net als Eva Jinek. Voor hen geen vacatures als ‘Gezocht: Historicus M/V’ of ‘ABN Amro zoekt per direct 200 cultureel antropologen.’ Maar het zou toch verrekte zonde zijn geweest, als ze indertijd voor hun studies waren uitgeloot.