Studentenleven
'De dirigent snapt onze brakheid'
woensdag 3 februari 2016
© Eduardus Lee

Noah Stunt (20, pedagogiek, altviool): ‘We repeteren nu al vijf dagen van tien uur ’s ochtends tot half elf ’s avonds. We hebben nog vijf dagen te gaan. Daarna gaan we elf dagen op tournee door Nederland, en dan nog zes dagen naar Madrid.’

Lotte Hondebrink (18, Nederlands, cello): ‘Ik heb nog niet echt spierpijn van het cello spelen. Wel van het dansen. We hebben elke avond feest. Ik drink niet, dus ik heb geen last van brakheid de volgende ochtend, maar ik dans de hele nacht. Het is jammer dat hier geen paal in de danszaal staat, anders zou ik ook nog kunnen paaldansen.’

Stunt: ‘Sommige mensen drinken te veel, die zijn dan niet helemaal fris als we beginnen met repeteren. Maar je moet wel spelen. ’s Ochtends een vent, ’s avonds een vent.’

David de Goede (19, wijsbegeerte, slagwerk): ‘Door de feesten leer je elkaar ook buiten het orkest kennen. Daardoor ontstaat er meer bonding. Daar wordt de muziek uiteindelijk ook beter van.’

Stunt: ‘Die bonding is ook wel nodig, want het NSO is een projectorkest. Ieder jaar verandert de samenstelling.’

Alwin Farahani (22, rechten, basklarinet): ‘Tot nu toe gaan feesten en repeteren goed samen. Als ik om vier uur in bed lig slaap ik toch vijf uur, een mooie score. Dan gaat rond half elf de eerste kop koffie erin en kan ik weer door. De dirigent houdt rekening met eventuele brakheid. Hij laat ons aan het begin van elke repetitie liedjes zingen, meestal koralen van Bach. Iedereen wordt dan langzaamaan wakker.’

De Goede: ‘Er werken vier koks voor het NSO die ons de dag door sleuren. Eén van de koks maakt ’s ochtends een yoghurtprutje met granen en noten, dat is echt heel erg lekker. En het geeft een goede bodem.’

Farahani: ‘De hele dag repeteren went ook. Je zit in een soort vibe, iedereen doet zijn best om een mooi concert neer te zetten.’

De Goede: ‘Het is een enorme eer om op te treden met pianist Arthur Jussen. Hij heeft al een keer samen met ons gerepeteerd en toen speelde hij de sterren van de hemel.’

Farahani: ‘Als Arthur er is, is iedereen extra gefocust. Je wilt toch niet boos worden aangekeken door Arthur Jussen.’

De Goede: ‘Hij speelt een stuk mee van Ravel, dat is echt heel mooi. We spelen ook ‘Concert voor orkest’ van Béla Bartók. Als slagwerker heb ik tijdens dat stuk geen drol te doen, maar Bartók is geniaal. Ik geniet echt van zijn werk.’

Hondebrink: ‘Ik kijk enorm uit naar de zesdaagse tournee in Madrid. Dat wordt echt totaal feest.’

Farahani: Misschien dat Arthur dan ook nog een biertje met ons meedrinkt. Dat zou helemaal top zijn.’

Door Monica Preller

Het Nederlands Studenten Orkest speelt donderdag 11 februari om 20.15 in de Stadsgehoorzaal.