Nieuws
Studenten minder snel op kamers
Studenten blijven langer thuis­wonen, waarschijnlijk door de invoering van het leenstelsel. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
donderdag 17 december 2015

Door Petra Meijer Dit jaar lag het aantal achttienjarigen dat tussen juli en oktober naar een andere gemeente verhuisde een kwart lager dan in diezelfde maanden vorig jaar. In de leeftijdscategorie 17 tot en met 22 jaar nam het aantal verhuizingen af met vijftien procent, terwijl het totaal aantal studenten niet is afgenomen.

Ook in Leiden gingen minder studenten op kamers. Het aantal jongeren dat dit jaar tussen juli en oktober naar Leiden verhuisde, was 29 procent lager dan in diezelfde periode vorig jaar.

Hoewel het CBS geen onderzoek deed naar de oorzaak van de daling, valt deze samen met de invoering van het nieuwe leenstelsel. Studenten kregen in voorgaande jaren nog een basisbeurs die na het succesvol afronden van een studie werd omgezet in een gift. Zo ontvingen thuiswonende studenten maandelijks zo’n honderd euro, en uitwonende studenten ongeveer 280 euro. De basisbeurs werd afgelopen zomer van gift omgezet in een lening, die studenten in 35 jaar kunnen aflossen. Twee maanden geleden voorspelde studentenhuisvester Kences al dat het aantal uitwonende studenten de komende acht jaar wel eens met 13.000 zou kunnen afnemen.

'Dit scheelt tijd en geld'

‘Het is makkelijk en goedkoop om thuis te blijven wonen’, zegt eerstejaars Pelle Albers (18, geschiedenis), die bij zijn ouders in Zoetermeer woont. Elke dag fietst hij een uur naar de universiteit, en een uur weer terug. ‘Dat bespaart me meteen een dure sportschool.’ Als het leenstelsel niet was ingevoerd, was hij waarschijnlijk ook nog een half jaar thuis blijven wonen om het even aan te kijken met zijn studie. Maar door de invoering van het leenstelsel wordt het extra aantrekkelijk om nog even niet op kamers te gaan. ‘Mijn ouders hebben een buffer opgebouwd, waardoor ik anderhalf jaar lang uit huis zou kunnen wonen zonder te lenen. Maar in anderhalf jaar tijd heb ik mijn studie natuurlijk nog niet afgerond, dus ik probeer dat nog even uit te stellen.’ Zin om te werken heeft hij nog niet. ‘Ik ben natuurlijk druk met mijn studie. Als ik het bindend studieadvies binnen heb, krijg ik meer tijd voor een baantje.’

Luuk van der Zee (20) is na een jaar geschiedenis overgestapt naar de studie internationale betrekkingen en organisaties. Vorig jaar kreeg hij dus stufi, maar hij koos er toch voor om thuis te blijven wonen. ‘Er was geen directe aanleiding om uit huis te gaan. Mijn ouders wonen in Leiderdorp, dus het is een kwartiertje fietsen. En het bespaart geld’, zegt hij. ‘Het nieuwe leenstelsel geeft alleen maar meer reden om langer thuis te blijven wonen, maar ook met stufi kost het meer dan het oplevert.’ Hoewel hij zijn ouders af en toe moet helpen, ziet hij vooral voordelen. ‘Mijn ouders zijn heel relaxed. Ze vinden het niet erg als ik laat thuiskom. Ik heb genoeg vrienden die wel uit huis gegaan zijn. Daarbij zie ik dat het schoonmaken van de wc er nog wel eens bij inschiet, met alle nadelige gevolgen van dien.’ Hard op zoek naar een kamer is hij daarom niet. ‘Maar als er een keer een leuk huis voorbij komt met leuke huisgenoten, dan zal ik het misschien wel overwegen.’

Martijn de Jong (18, wiskunde en natuurkunde) woont bij zijn ouders in Vijfhuizen. ‘Dat is niet zo ver reizen en scheelt een hoop geld. De reistijd vind ik niet zo erg. Als je op jezelf woont moet je zelf alles regelen, dat kost nog wel meer tijd dan het reizen van en naar Vijfhuizen. Toch ben ik wel naar een kamer aan het kijken. Het nieuwe leenstelsel houdt me in elk geval niet tegen, want de rente op een lening is laag.’