Studentenleven
Kerstverhaal 3e prijs: Pan soep
woensdag 16 december 2015

Hoi. Met jullie stomme goede voornemens en jullie irritante laatstemomentrecepten. Het is weer eind december en tijd voor de Kerst. Geen enkel ander ritueel dat zich jaarlijks even traag als gehaast voordoet. Minstens drie weken voor het zover is komen de vragen al weer op: op welke dag doen we met de schoonfamilie, gaan we echt nog steeds die klotelootjes trekken en gaan we weer voor die rollade of is de hele familie inmiddels vegetarisch op vrijdag? Die rollade moet dan wel op tijd besteld. En moeten we nog toetjes? Bij die ene supermarkt hebben ze tegenwoordig van die handige makkelijke toetjes die je zó op tafel kunt smijten. Met van die geinige glitterige slagroomdingetjesvormpjes. 'Vorig jaar' is alweer zó lang geleden dat we niet meer weten of we nu al twintig jaar achter elkaar hetzelfde voorgerecht maken. Dus maken we het maar weer.

Een verplichte goedmaakorgie van mekaar alwéér een jaar nauwelijks gezien te hebben, dat is het! Toch mensen? Beetje interesse veinzen in iemands studie of baan. Altijd met lovende antwoorden. Het gaat goed met iedereen en z'n moeder. Steeds. Maar. Weer! Dan zijn er nog cadeautjes, waarmee je mensen bij wie je nog in het krijt stond tevreden kunt stellen. En we gaan het echt niet meer hebben over die ex. We branden een kaarsje en lachen nog eens om die té vaak vertelde grap die alleen leuk is omdat-ie elk jaar wordt herhaald. Wat een droefenis, zult u denken, maar reken maar dat u die grap zelf te berde brengt als niemand anders het doet.

Nee dan vroeger! Het verhaal van de geboorte van Jezus Christus! Hét kerstverhaal! Weten we dat dan niet meer? Vroeger las vader dat voor aan de keukentafel, met een ernstig gezicht. Het was niet eerlijk, snapte je toen al, dat die stomme herbergen Jozef en Maria geen kamer aanboden. Het was toen toch zeker óók Kerst? En wat was eigenlijk een herberg? Lieten ze het arme Kind, dat we met hoofdletter dienen te schrijven, geboren worden in een kribbe! Niemand wist wat een kribbe was ook, maar vragen stellen deed je toen niet. Nee. En je had sowieso niets verder. Oja, wel een strippenkaart had je. En een pan soep. Zo lekker als díe soep smaakte, zo zou het nooit meer zijn.

En God bestaat ook niet meer, dus kunnen we die hoofdletters gerust weglaten.

De kerstgedachte des auteurs luidt: overdenken wat geweest is, filosoferen over dat wat komt, gezelligheid met familie en vrede op aarde (al is het maar alleen tijdens het kerstdiner). De weg hiernaartoe beleef ik ieder jaar een beetje heftiger. Naast de drukte sta je stil bij het gemis van dierbaren die voor eeuwig zijn uitgecheckt. Elk jaar zijn het er meer. En ga eens winkelen op de vierentwintigste. Luister naar de mensen om u heen. Druk druk, haast haast. Want ze zouden iets met koriander doen en dat is niet meer voorradig. En het ijs en de pannekoekjes voor de gourmets. Marketing en commercie is overal en in je broekje. De oorsprong van het hele Kerstgebeuren is tegenwoordig nogal overschreeuwd, of laten we voor de sfeer zeggen: oversneeuwd, door een periode van haast en moetjes. Een periode onder geestelijk leiderschap van een ontzettend slap aftreksel van Sinterklaas, bedacht door een Amerikaanse producent van gearomatiseerd suikerwater. Opeens snappen we de link tussen ontkerking en commercie. Naast die met wetenschap. Hoewel de meerderheid van de Nederlanders wel gelooft dat er íets is ('ietsisme', zoek maar op), is een religie aanhangen er niet meer bij. Kerst blijft echter groots gevierd: blijkbaar zit er een -vergeten- moraal in het eeuwenoude verhaal die, historisch-kritisch bekeken, nog best van waarde is. Laten we wél wezen: Jezus zou in deze tijd vermoedelijk onder dezelfde omstandigheden ter wereld zijn gekomen als tijdens die nacht met die heldere ster tweeduizend jaar geleden. Mits ze het volgens hetzelfde concept zouden aanpakken dan. Want tegenwoordig heeft iedere zwangere vrouw toegang tot adequate verloskundigenzorg en zouden Jozef en Maria in de grote steden in aanmerking komen voor bed, bad en brood. Kortom: aanbellen bij herbergen is er niet meer bij.

Het kerststalletje zou vandaag de dag een omstreden megastal zijn, met tienduizend ossen en ezels. Compleet met biogascentrale om de CO2-uitstoot maatschappijkritisch gezien te compenseren. En toch verdient het verhaal aandacht, want we hebben tenslotte joods-christelijke waarden met z'n allen, is het niet? Nou dan. Deze kerst gaat u daarom allemaal een beetje denken aan Jozef en Maria die niet even via Facebook een oproepje voor een slaapplek konden doen. Die niet de luxe hadden om met mensensmokkelaars naar welvarender land te dobberen. U gaat ook denken aan het kerststalletje, waar één os en één ezel de wacht hielden. Of wat ze daar ook deden. U gaat aan het kerstdiner even vertellen over waarom die kerstgedachte niet moet bestaan uit haast en gezeik. Hou het bijvoorbeeld bij louter een pan soep.

Zodoende.

De bel gaat. Vrouw doet open en treft een verwilderde man aan. Een vreemdeling zeker? Die verdwaald is zeker? Bliksem, het was zo. Of ze misschien binnen mochten komen. Ze? De man bewoog wat naar rechts en daar verscheen een ietwat timide, maar alleraardigst grietje dat voor de koude gelegenheid een doek rond haar gelaat had geslagen. Ze leek hoogzwanger te zijn en de man droeg sandalen. Met dít weer! Oh wacht, het weer: sneeuw en gure wind. Vergat ik eerder te vermelden, maar laten we eerlijk wezen: zonder sneeuw geen kerstverhaal. Stel uzelf een kerstverhaal voor metzonder sneeuw. Dat is als een waterkoker zonder kalkfilter en als chocolademelk met slagroom zonder slagroom. Enfin. Sneeuw dus. De jonge dame groette ondertussen de verbaasde vrouw. "Wij zouden ons tevreden stellen met enkel een schuur en wat te eten als u dat kunt missen. Misschien wat soep…", vervolgde de man zijn verzoek. Sinds wanneer spreekt een asielzoeker Aramees? vroeg de vrouw zich af. En ze had toch zeker al geld gegeven voor de daklozen? Ze besloot de beslissing, zoals het een goed huisvrouw betaamt, aan haar man over te laten. Hij stond in de keuken (eindelijk, de luie flikker) met toegewijde blik te turen naar een draaiende ovenschaal die een kalkoen in braadzak ondersteunde bij zijn of haar garingsproces. Een prettige pan soep met ingrediënten pruttelde op het vuur boven de oven. "Een schuur zegt hij? Dat hebben we niet echt hè?", bromde de man naar zijn vrouw. "Tenzij ze dat fietsenhok bedoelen?"

De vrouw, laten we haar Ans noemen, wist dat ze dat zelf ook had kunnen bedenken. Ze woonden immers op zeven hoog. En iets te eten? "We hebben nóóit genoeg malvapudding straks als er nóg meer mensen gaan komen. Nee. Zeg maar dat ze beter naar die afhaalchineesdinges kunnen gaan, beneden", zei de man van Ans en hij roerde wat in de soep. "En zeg maar boeking punt com!", riep hij erachteraan. Ans knikte en liep weer naar de deur. "Sorry, mijn man zegt dat jullie beter Chinees kunnen halen. Bij boeking punt com."

"U bent ons er eentje", antwoordde de man. "En kent u Godfried Bomans dan niet?"

"Van televisie?", probeerde Ans nog.

"Ja hoor. Van televisie", reageerde de vreemde man waarna hij de dame naast hem alvast dirigeerde zich om te draaien. "Zeg, en u heeft niet toevallig iets van een kribbe staan?"

"Nee, niet. Nee, geloof ik", bazelde Ans. Ze begonnen te lopen. "Fijne kerst!", riep Ans hen nog achterna. Het stel verdween in de mist, zoals dat alleen in een kerstverhaal kon. De kalkoen was bijna klaar.

Echt lekker zat het Ans niet. Herklaas, haar man (je verzint het niet), kwam bij haar zitten. Het was zo achteraf bezien toch wel een vreemde toestand allemaal. Waarom ging het stel niet bij de buren langs? Er waren toch zeker wel plekken waar verwilderde mannen met zwangere vrouwen terecht konden? En het zou toch geen grap zijn met een verborgen camera? Dat deden ze op televisie, wist Ans. Maar het was nu zeker twee uur geleden na de ontmoeting dus dan zouden ze wel hebben aangebeld. Even zaten Ans en Herklaas zwijgend tegenover elkaar en probeerden niet aan het kerstverhaal en Bethlehem te denken. "Moeten we de soep niet eens opdienen?", vroeg Ans. Haar man keek haar betrapt aan en antwoordde: "heb je haast, Ans?" Ans wist dat ze geen haast had, want er kwam verder toch geen familie meer, en besloot het te laten rusten.

Omdat niemand eraan gedacht had om in de pan soep te roeren, had zich een dikke bruine korstige laag op de bodem gevormd. Nu Herklaas deze laag krachtig met de overige soep vermengde, vulde de kamer zich met een onaangename lucht. De soep was mislukt. Verwensingen vlogen over en weer. De één had moeten roeren, de ander had dan maar lekker zelf soep moeten maken. Er zat niets anders op dan elders soep te halen. Het plan van deze kerst was nu eenmaal soep vooraf en u weet hoe dat gaat. Ans en Herklaas trokken hun jassen aan en namen de lift. Beneden ontschoot 't hen dat er naast de brommers en de fietsen een ezel stond.

Bij de afhaal was het vrij rustig. Enkele mensen zaten in het restaurant. De Chinees groette vriendelijk en nam de bestelling op. "Twee tomatensoep", sprak Herklaas. De Chinees grijnsde. Uit het restaurant klonk: "kom van onze soep eten!" Ans en Herklaas draaiden zich om. Daar zat een kalende man met een doodgeslagen biertje die verbaasd opkeek van zijn krant omdat hij zich bekeken voelde. "Nee, hierzo!", klonk het van iets daarachter. Nu zagen ze het. De verwilderde man met de sandalen had hun geroepen. Hij zat rond een dampende pan tomatensoep (van die zoete) en de vrouw zat naast hem op een comfortabele stoel. Ze zagen er opeens prachtig en gelukkig uit. Ans keek de Chinees aan. Hij knikte en grapte "is op lekening".

"Sorry", zei Ans terwijl ze met Herklaas naar het stel liep. "Ik wist niet…"

"Het is al goed. Kom zitten en laat het u beide wél bekomen", zei de man. "Het is feest en iedereen mag het weten!" Herklaas vroeg bescheiden en uit interne wroeging waarom het stel hun soep wilde delen. Hij kreeg een traan in zijn linkeroog en slikte. De vrouw antwoordde lachend: "Och, dat was op verzoek!" Ze pakte de baby uit de kribbe onder haar stoel en legde het aan haar borst. Herklaas begon te hoesten. De Chinees, die de vreemde ontmoeting van een afstandje had gadegeslagen, sloot het doorgeefluik, pakte wat wierook van de kast en sloot zich bij het gezelschap aan. Ans feliciteerde de kersverse ouders en besloot dat ze verdere excuses achterwege zou laten. De Chinees klapte in zijn handen en stak de wierook aan. Herklaas hoestte nóg harder en stormde naar buiten richting de lift van de flat. Ans wist niet wat hem bezielde, maar hij deed vaker vreemde dingen. De soep was op en de vrouw met het kind begon te zingen. Haar liederen waren vloeiend en klaar. Ans vergat spontaan dat haar man was vertrokken en begon mee te neuriën. Plots kwam Herklaas binnen rennen met onder zijn arm de gebraden kalkoen en in zijn andere hand de malvapudding in zo'n bakje van de Chinees, die hij altijd opspaarde. Hij wenkte de eenzame man in de hoek, die daarop gauw zijn biertje wegtikte en dankbaar richting het gezelschap toogde.

Ze aten en ze dronken. Ze praatten honderduit. Nog nooit hadden Herklaas en Ans zo'n gezellige Kerst. De man uit de hoek begon voor het kind te zingen en de Chinees ging nóg meer wierook stoken. Later, op weg naar huis, waren Ans en Herklaas zó onder de indruk, dat de heldere ster die boven het restaurant prijkte hen niet opviel. Het was vrede op aarde. Al was het alleen maar tijdens het kerstdiner.

Iedere kritische reflectie op onze collectieve kerstgedachte, met een stukje van vroeger, keert het tij. Stop de haast. Denk aan het stalletje. Geef gehoor aan deze oproep.

En mocht het echt niet lukken, probeer het dan eens met een pan soep.

Door Gijs Borst

Dit verhaal werd derde bij de Mare-kerstverhalenwedstrijd 2015. Het juryrapport en de andere winnaars staan hier