Achtergrond
Jullie zijn hier welkom
Het Universitair Sport Centrum (USC) vangt 123 vluchtelingen op. Studenten en medewerkers van de universiteit stromen toe om hulp te bieden. Dinsdag werd er gedanst en muziek gemaakt, woensdag was er een hockeytraining.'Para bailar la bamba!' In de centrale hal van het Universitair Sport Centrum zet een band van studentenvereniging ISN ‘La Bamba’ in. Steeds meer vluchtelingen gaan staan. De banken in de hoek worden opgepakt en steeds dichter naar de muzikanten geschoven. Het is het sein om te gaan dansen. Een jongeman met een gleufhoedje grijpt de microfoon en zingt hartstochtelijk mee. ‘Music is good’, stelt de 23-jarige Khaled uit Syrië vast.
Vincent Bongers en Monica Preller
donderdag 29 oktober 2015
© Foto's: Taco van der Eb

‘Toen we de instrumenten aan het uitladen waren, vroegen we ons af hoe het zou vallen bij mensen die zoveel ellende hebben meegemaakt’, zegt zangeres Kristyna Maulenova (25) die in Leiden psychologie studeert. ‘Maar het gaat helemaal los. Muziek verbindt mensen. Iedereen steekt elkaar aan. Echt supergaaf.’

‘Natuurlijk vind ik muziek leuk. Wie niet?’ zegt de Algerijn Islam Chelihi (24) die op enige afstand toekijkt. ‘Maar ik was net bezig met een stevig potje tafeltennis dat ik nog even moest afronden. Echt tof dat ze dit doen.’

Hij lijkt niet van zins om mee te gaan jammen. ‘Ik ben vooral fan van rap.’ Maar als een groepje vluchtelingen hem spot, rennen ze op hem af en duwen hem richting microfoon. Daar begint hij met het zingen van een lied in het Arabisch. De band improviseert en probeert te volgen. Maar de ballade blijkt wat lastig. De zanger gooit het over een andere boeg en kiest voor een chant met een hoger tempo. Nu vindt de band onmiddellijk het juiste ritme en al snel danst er een menigte om de zanger heen. Iedereen brult het lied over ene ‘Aicha’ mee. Chelihi vermengt het Arabisch met wat kreten die hij in Nederland regelmatig krijgt te horen. ‘Do you speak English?’ en ‘moeilijk, moeilijk, moeilijk.’ Behalve dansen moet de menigte nu ook lachen.

‘Hoopgevend’, vindt bassist en wiskundepromovendus Dino Festi (27) de avond. ‘Samen muziek maken is de beste manier om te integreren. Hier wordt ook duidelijk: “We zijn geen vijanden van elkaar. Jullie zijn hier welkom.” Ik vind het mooi dat het ook zo kan. In mijn geboorteland Italië worden vluchtelingen echt niet zo behandeld.’

Een van de andere zalen is ingericht voor kinderen. Er hangen tekeningen aan de muur en in de hoek staat een opblaasspringkussen. Uit de speakers klinkt popmuziek. ‘We spelen en dansen samen’, zegt geneeskundestudent Jacqueline Slagboom (19) van studentenvereniging NSL. ‘We wisten niet wat we konden verwachten. Maar als het eerste kind op je afkomt. Dan weet je gelijk dat het goed zit.’

‘We spreken de taal niet’, zegt mede-lid Anna van Gelderop (20, politicologie). ‘Maar dat is eigenlijk ook niet nodig.’ Slagboom: ‘We doen gewoon een dansmove voor en dan doen ze ons wel na.’

Van buiten kijkt de security goedkeurend toe. ‘Als je niet beter weet, dan denk je dat dit een partycentrum is’, zegt een van hen. ‘Het is goed dat dit gebeurt. Het zijn mensen, geen nummers.’

De volgende ochtend staat er om tien uur ’s ochtends alweer een activiteit gepland. ‘Hockey is de mooiste sport die er bestaat’, zegt Maurits ‘Akkie’ Akkermans (21, sportpsychologie). ‘Dat wil je toch leren?’

Of de vluchtelingen daar ook zo over denken, is nog maar de vraag. Want na een kwartier hebben zich nog maar enkele deelnemers gemeld. Daarom duikt mede-initiatiefneemster Marlies van Eck van der Sluijs (23, public international law) de eetzaal in om meer mensen te charteren. Ze wordt daarbij geholpen door Shiham Alatassi (24, international studies), die als tolk fungeert. Alatassi, zelf afkomstig uit Syrië, is onder de indruk van de organisatie van de opvang. ‘Ik ben in meerdere centra geweest, en het gaat er hier heel netjes aan toe. De mensen kijken blij. Er zijn veel activiteiten en ze lijken zich te vermaken.’

‘Het gaat goed hier’, beaamt de 23-jarige Syriër Khalid. Volgens hem is het nog zo rustig omdat de meeste mensen nog slapen. ‘Ze hadden een lange nacht. En niemand weet wat hockey is.’ Zelf doet hij ook niet mee.

Om half elf begint de training dan toch echt. Samen met drie hockeytrainers van de Leidsche en Oegstgeester Hockey Club (LOHC) lopen de studenten met een vijftal deelnemers naar het hockeyveld. Inmiddels heeft psychologiestudent Merel de Bie (21) zich bij hen gevoegd. Ze benadrukt het belang van actief bijdragen aan vluchtelingenhulp. ‘Ik wilde graag actie ondernemen.’

Onwennig pakken de deelnemers een hockeystick. Niet één van hen heeft eerder gehockeyd. Met veel precisie draait de 20-jarige Zyad zijn stick om de bal heen. De trainers zijn tevreden. ‘Sommigen houden hun stick verkeerd om, maar verder gaat het heel goed. Zeker als je bedenkt dat ze dit voor het eerst doen. En ze hebben er zoveel plezier in. Dat is waanzinnig om te zien’, vertelt Maurits Ongkiehong (26), keeperstrainer bij LOHC.

Terwijl de aanwezigen alvast de basistechnieken leren, loopt Alatassi naar de sportzaal om meer mensen op te trommelen. Een halfuurtje later komt ze terug met nog vijf deelnemers. Ook zij gaan enthousiast aan de slag. Wat opvalt is dat vooral jonge mannen zich hebben aangemeld. Verder doen er ook een paar kinderen mee. De 16-jarige Mohammed juicht als hij de bal het doel in mept. En hebben ze geen last van de kou? Ongkiehong: ‘Er vroeg wel iemand of dit nu ijshockey was.’