Achtergrond
'Gratis bier! Ik heb een nummer!'
Escaperooms veroveren de grote wereldsteden. Ook Leiden heeft sinds kort twee kamers waarin je je vrijwillig kunt laten opsluiten. Mare liet ze testen door SSR-dispuut Het Zoutkorrel. ‘Die man beneden denkt nu echt: Jezus, wat een domme mensen’
Petra Meijer
woensdag 28 oktober 2015
© Foto's: Taco van der Eb

Aan de Jan van Houtkade staan zeven studenten te wachten. Er worden nog snel wat overhemden in spijkerbroeken gepropt en dispuutsdassen omgedaan. ‘We zijn een kutdispuut’, omschrijft Lieke Liefkes (22, Nederlandse taal en cultuur) haar SSR-dispuut Het Zoutkorrel. ‘Mensen vinden ons te luidruchtig, maar je kunt wel leuk met ons borrelen’. Op verzoek van Mare testen de leden twee Escaperooms die recent in Leiden zijn gevestigd.

Tommy Hopstaken, bedenker van de Escaperoom Leiden, gaat de studenten voor in zijn zogeheten Kruithuisje. ‘Je wordt met een groepje mensen opgesloten in een kamer, en moet allerlei puzzels en raadsels oplossen om eruit te komen’, legt hij uit. ‘Dit is de laatst overgebleven waltoren van de Leidse stadsmuur, van waaruit buskruit werd geladen in de voorbij varende schepen. Het stamt uit 1485, dus nog net Middeleeuws.’

In Dordrecht maakte Hopstaken voor het eerst kennis met het opsluitfenomeen. Daarna wist hij meteen: in Leiden moet er ook een komen. ‘Via de gemeente kwamen we bij deze prachtige locatie uit. Ik heb hier Nederlands gestudeerd en wist zodoende dat Rembrandt van Rijn in Leiden geboren was. Maar wisten jullie ook dat hij hier een geheim atelier had en dat daar rare dingen gebeuren? Jullie hebben een uur de tijd om zijn geheim te ontdekken en te ontsnappen. Lukt dat niet, dan merken jullie nog wel wat de consequenties zijn’, zegt hij onheilspellend. ‘Een ontgroening door Rembrandt’, gokt Liefkes. ‘Jeroen, als je niet meer durft, dan mag je dat best zeggen hoor’, zegt Laurens van der Poel (20, wijsbegeerte).

Voor de groep wordt opgesloten gaan ze naar het toilet, want als de deur eenmaal gesloten is, dan kun je er echt niet meer uit. Laatste waarschuwing: ‘Meubels kunnen blijven staan, en wat aan de muur hangt kan blijven hangen. Jullie hoeven niets te slopen.’ Het blijkt geen loze waarschuwing. ‘Ons dispuutsmotto is: “zingen, zooien, zuipen, en alles gaat kapot”, zegt Simon van der Tang (21, Latijns Amerika Studies).

De deur valt in het slot, en de studenten staan nog wat onwennig in de torenkamer. Als er een klok op het scherm verschijnt waarvan de wijzers tegen de klok in zestig minuten beginnen af te tellen, ontstaat er een gevoel van urgentie, maar waar moeten ze beginnen? Overal valt wel iets te zien: schilderijen, boeken, meubels, voorwerpen. Iedereen loopt door elkaar heen en zoekt, maar niemand weet waarnaar. De chaos is compleet.

Het wordt tijd om orde op zaken te stellen, vindt Liefkes. ‘Als je iets vindt, zeg dan hardop wat je gevonden hebt en leg het op tafel’, zegt ze. ‘En laten we “gratis bier” gebruiken voor mededelingen.’ ‘De meeste studenten roepen “politesse” als ze stilte willen. Maar wij kwamen erachter dat je de aandacht van onze leden eerder krijgt als je “gratis bier!” roept’, legt Sietske Lensen (19, natuurkunde) uit. Jochem Angulo Vidal (21, criminologie) komt op het idee om geopende laatjes ook open te laten staan, zodat ze geen zeven keer worden gecontroleerd.

Het Zoutkorrel mist een belangrijke aanwijzing (‘Die man beneden denkt nu echt: Jezus, wat een domme mensen’), maar komt daarna op gang. De een na de andere puzzel wordt opgelost en vondsten worden luidkeels medegedeeld. ‘Gratis bier, hier staat een nummer.’ ‘Gratis bier, ik heb een blokje.’ ‘Gratis bier, we hebben een vloeistof gevonden. Wie heeft er zin om te zuipen?’

Af en toe loopt de spanning op en ontstaat er irritatie. Lensen: ‘Jongens, zég even wat je aan het doen bent.’ Liefkes: ‘Laten we even niet door elkaar heen schreeuwen.’ Angulo Vidal: ‘Pfff, ik krijg er een opvlieger van.’ Maar dan komen alle uitkomsten bij elkaar, wordt er nog een laatste keer geteld en ineens staat de groep buiten, met nog zes minuten op de klok.

Hopstaken is onder de indruk. ‘Om eerlijk te zijn, in het begin dacht ik: dit wordt niks. Maar jullie moesten gewoon even op gang komen. Slechts twintig procent van de groepen komt eruit, dus jullie hebben het goed gedaan.’

De studenten zijn ook enthousiast. En dat komt goed uit, want er staat nog een Escaperoom op het programma: de Meelfabriek. ‘Op het eiland Pampus organiseert ons bedrijf teambuilding-activiteiten volgens een vergelijkbaar format’, zegt Marcel Benedictus van de Escaperoom Leiden Meelfabriek. ‘Groepen moeten opdrachten voltooien waarmee ze hun aftocht van het eiland kunnen afkopen. Sinds juni zijn we hier begonnen.’ En ook bij de Meelfabriek ligt het ontsnappingssucces rond de twintig tot dertig procent. ‘Het record zonder hints ligt op 54 minuten. Via de walkietalkie kan ik jullie een hint aanbieden, maar het is aan jullie of je daar op in gaat.’

De studenten krijgen bruine stofjassen aan en betreden de kamer. Benedictus kan buiten de kamer volgen wat ze doen. ‘Het is elke keer weer leuk om te zien, want elke groep is anders. Gezinnen doen het meestal erg goed, want daar is al een bepaalde rangorde aanwezig. Maar met een groep van zes vrouwen en één man heb je een compleet andere groepsdynamiek. Sommige mensen nemen meteen de leiding, terwijl anderen erg afwachtend zijn. Laatst hadden we de ondernemingsraad van een stichting op bezoek. Voor ze ook maar iets deden gingen ze eerst tien minuten overleggen. Daar heb je echt geen tijd voor.’

Het Zoutkorrel begint met het verkennen van de kamer en vraagt wederom om aandacht door ‘gratis bier’ te schreeuwen. Een van hen probeert een sleutel uit op de 57 aanwezige lockers. Ondertussen geven de anderen letters door die op het bord geschreven moeten worden. ‘De P van Piet.’ ‘Wat zeg je?’ ‘De P van penis!’ ‘Ah, ok!’ Even later staan ook de ‘L van lul’ en de ‘A van anus’ op het bord, samen met vele andere letters, cijfers en raadsels.

Als de walkietalkie piept en er een kleine hint wordt aangeboden is de groep nog vol vertrouwen. ‘Laten we arrogant zijn, we kunnen dit zelf’, zegt Van der Poel. Maar uiteindelijk blijkt een hint toch noodzakelijk, omdat ze een voorwerp over het hoofd hebben gezien. Benedictus: ‘Groepen scannen de kamer in de eerste vijf minuten. Als je dan iets mist, wordt het ook niet meer zo snel gevonden.’

De puzzels worden opgelost, maar de tijdsdruk neemt toe. Als de zware deur eindelijk open gaat, is de ontlading groot. ‘Rennen, rennen!’ De studenten stormen naar buiten. Voor de deur staat Benedictus met een stopwatch in de hand: 57.46 minuten. Goed gedaan, vindt hij. Al was het zonder hint waarschijnlijk niet gelukt. Escaperooms bewijzen dat een geheel inderdaad meer dan de som der delen is, zegt Benedictus. ‘Niet iedereen is even goed in alle puzzels, maar elk lid van de groep heeft zijn eigen kwaliteiten en staat wel een keer aan de basis van een doorbraak. Een goede Escaperoom is uitdagend, maar bevat elke tien minuten zo’n geluksmomentje.’

‘Ze waren allebei heel vet’, zegt Van der Poel. Benedictus hoopt in de toekomst meer Escaperooms te openen bij de Meelfabriek. ‘We willen er vier, waarbij de eerste twee identiek zijn, en nummer drie en vier identiek zijn. Je kunt dan met twee teams tegelijkertijd tegen elkaar strijden.’

Escaperoom Leiden – Het geheime atelier van Rembrandt

Het Kruithuisje. Prijs tussen de 16 euro p.p. (bij 7 personen) en 35 euro p.p. (bij 2 personen).

Escaperoom Leiden – Meelfabriek

De Meelfabriek. 99 euro per kamer (2-7 personen).