Columns & opinie
Geen commentaar: Koophuiskindertjes
Bart Braun
woensdag 14 oktober 2015

‘Overdoen? Nee. Maar ik had het voor geen goud willen missen’, vertelde de preses van Minerva Mare onlangs. Hij had het over zijn ontgroening, maar er is een ander coming of age-ritueel dat misschien nog belangrijker is: op kamers gaan.

Het is natuurlijk financieel begrijpelijk dat ouders studentenhuizen kopen voor hun kroost. Het is ook hartstikke begrijpelijk dat je liever je eigen badkamer hebt. Oh-zo-geweldig begrijpelijk dat je de smerige keukens van studentenhuizen smerig vindt. Maar je slaat wel een stukje van het ritueel over.

’s Morgens wakker worden en ontdekken dat de wc is ondergekotst, bijvoorbeeld. Precies op tijd opstaan en dus de trein missen omdat je huisgenoten ook willen douchen. De kamer van je onderbuurvrouw leegdweilen omdat ze op vakantie is en je niet wil dat haar hele vloer kromtrekt. Je ghb-voorraad toch maar uit de gezamenlijke vriezer halen omdat ‘ie verdacht snel opgaat. Demonstratief in de gezamenlijke vuilnisbak gedropte condooms aantreffen omdat het hele huis moest weten dat de jongen van de balkonkamer geregeld had. Geluidsoverlast op een doordeweekse dinsdagnacht. Politie over de vloer vanwege de geluidsoverlast op een doordeweekse dinsdagnacht. Eindeloze hospiteersessies. De studentenhuisvester die dreigt met boetes omdat alle vluchtwegen geblokkeerd zijn met vuile was, fietsen en lege pizzadozen.

Overdoen? Nee dank u. Maar ik had het voor geen goud willen missen.

Laten we wel wezen: een angstaanjagend groot gedeelte van de universitair opgeleiden gaat uiteindelijk iets doen dat niets of nauwelijks raakt aan de originele studierichting. Dus is het des te belangrijker dat je in je studententijd ook al die aan de studententijd gelieerde vaardigheden opdoet. Presenteren, computervaardigheid, debat voeren, kritisch zijn: dat soort dingen leer je als het goed is op de universiteit. Maar verantwoordelijkheidsgevoel, het belang van basale hygiëne, de omgang met onverwachte crises en met mensen waar je niets mee gemeen hebt behalve je adres: ik leerde het in mijn studentenhuis.

Inmiddels heb ik een hypotheek en een tuin, en leer ik nieuwe grotemensendingen. Ook die zijn waardevol, en misschien is het wel goed dat de eigen-huis-studenten van de voorpagina er al wat eerder mee in contact komen. Maar als ze dan beginnen over de smerigheid van studentenkeukens, voel ik me zoals die Minervabaas zich moet voelen als zijn werkgroepgenoten klagen dat ontgroeningen zo kinderachtig zijn. Misschien is het wel waar, maar het is ook waar dat je iets mist als je het overslaat.

Dus, lieve koophuiskindertjes, doe jezelf een lol. Neem huisgenoten als het kan. Laat zo vaak mogelijk mensen bij je logeren. Neem op zijn minst een huisdier. Woon niet enkel, woon ook een beetje uit.