Achtergrond
Lessen in leven... en sterven
Ze werd verdacht van negentig moorden waarvan ze er sowieso 27 pleegde. Goeie Mie vergiftigde buurtbewoners, kleine kinderen en zelfs haar eigen ouders. Tijdens de Nacht van Kunst en Kennis wijdt De Veenfabriek een voorstelling aan haar. Mare bezocht een repetitie.
Marleen van Wesel
woensdag 16 september 2015

‘De mensen leren leven, door ze te leren sterven’, betoogt de Leidse seriemoordenares Goeie Mie, gespeeld door Jacobien Elffers, in de indringende slotmonoloog in Slotstuk van muziektheaterensemble de Veenfabriek. Nóg een Goeie Mie, gespeeld door Niki Verkaar, raapt zwijgend de neergedwarrelde tissues bij elkaar.

‘Ik zou meer zakdoek willen zien’, zegt regisseur Paul Koek, artistiek leider van de Veenfabriek, wanneer de repetitie even stil ligt. Zaterdagavond is Slotstuk te zien in de Leidse Schouwburg, tijdens de Nacht van Kunst en Kennis.

De échte Goeie Mie was de Leidse volksvrouw Maria Swanenburg (1839-1915). Haar bijnaam dankte ze aan haar zorg voor arme en zieke buurtgenoten. Ze zette koffie en kookte soep en pap, waaraan ze heimelijk arsenicum toevoegde. Intussen sloot ze begrafenisverzekeringen af voor haar slachtoffers, en streek zelf het geld op. Uiteindelijk ging ze de geschiedenisboeken in als de Leidse Gifmengster.

‘De dood was iets dagelijks in de negentiende eeuw, met veel kindersterfte en uitbraken van cholera’, verklaart Ton van der Meer waarom Mie zo lang haar gang kon gaan. Hij verzorgt de muziek bij Slotstuk: ‘Een mengeling van microfoonklanken en sterfmuziek, zoals het Requiem van Gabriel Fauré.’

‘Zelf had ze voor de gifmoorden ook zes van haar tien kinderen verloren’, zegt Koek. ‘Ze had de dood al in de ogen gekeken. Niet om de moorden goed te praten, maar misschien keek ze op een andere manier naar de dood dan wij.’

In de voorstelling wordt ze dus door twee actrices vertolkt. Van der Meer: ‘We hebben een vromere Mie, en een keiharde meedogenloze.’ Van der Meer: ‘Vincent Dankelman speelt de Engel des Doods, die nu en dan transformeert tot rechter, of tot verschillende Leidenaren.’

In een voorstelling van een half uur komt de rechtszaak voorbij. Koek: ‘Met haar advocaat, die haar helemaal niet wilde verdedigen en ook niet echt zijn best deed.’ LUMC-farmacoloog Adam Cohen houdt halverwege een korte lezing over arsenicum. Koek: ‘Hij steekt wat werkelijkheid in onze fictie. Tegenwoordig wordt arsenicum juist gebruikt tégen leukemie.’ Onder de basklarinetklanken van Cohen, reflecteert Mie uiteindelijk op haar verdere leven. Verslagen van politieverhoren liggen in de archieven van Erfgoed Leiden, maar over haar laatste dertig jaar in het tuchthuis is minder bekend. ‘We weten dat ze zichzelf daar vergeefs probeerde te vergiftigen. In de slotmonoloog haalt ze levenslessen aan, eigenlijk sterflessen, waarvoor de auteur, Frank Siera, zich vooral baseerde op de Franse Renaissancefilosoof Michel de Montaigne (1533-1592). Die had uitgesproken ideeën over de omgang met de dood.’

‘Wie de mensen leert sterven, leert ze leven’, komt van hem. Naar Goeie Mies eigen ideeën blijft het gissen. Spijt heeft ze nooit betuigd. Winst? Zeker 27 buurtbewoners, zelfs kleine kinderen en haar eigen ouders, ontkwamen niet aan de Leidse Gifmengster, maar van het kleine kapitaal dat ze daarmee vergaarde gaf ze nooit veel uit. De kick?

‘Het is om te lachen; ze liggen samen te braken en spuwen elkaar haast in de keel’, zou de échte Goede Mie volgens een getuige gezegd hebben, terwijl haar laatste slachtoffers gruwelijk lagen te creperen. Voor de rechter in 1885 werd ze zelfs verdacht van meer dan negentig moorden.

De discussie over de in 1870 afgeschafte doodstraf laaide weer op. Koek: ‘Wanneer ze werd vervoerd van de rechtbank, of naar de gevangenis, gebeurde dat per stoomboot, altijd op andere dagen dan men verwachtte, uit angst voor volkswoede.’

Verkaar heeft inmiddels de witte schmink van haar gezicht gewassen, die ze er tijdens de laatste scène opsmeerde. ‘Misschien kunnen we daarvoor een echt verfpotje gebruiken’, overweegt Koek. Goeie Mie kwam immers aan haar gif door witkalk te kopen, slecht vermengd met arsenicum, zogenaamd tegen wandluis.

‘Ik heb zin om het heel rijk te maken’, zegt Koek. ‘Kom, we doen de monoloog nog één keer.’

Beide Goeie Mies nemen naast elkaar plaats en Elffers opent haar mond: ‘Sterflessen bestaan niet, levenslessen evenmin.’

Nacht van Kunst en Kennis

Zaterdagavond 19 september, diverse plaatsen in de binnenstad. Slotstuk is die avond tweemaal te zien in

de Leidse Schouwburg