Columns & opinie
Afdalen naar Big Mama
Petra Meijer
donderdag 18 juni 2015
© Filip Staes (fsfotografie.be/)

‘We zaten een keer buiten op het terras, toen er een moeder-eend met twee kuikentjes langs zwom. Er landde een frisbee tussen de eendjes, waardoor ze geschrokken alle kanten op schoten. Een van de kuikens begon midden op het meer hard te piepen, omdat hij gescheiden was van zijn moeder. Het duurde echt maar drie of vier seconden, en toen: HAP! Het eendje werd door een meerval opgeslokt’, vertelt Neno Peschl van duikcentrum Divecompany. ‘Ze hebben baardharen met elektro-receptoren. Daarmee vangen ze trillingen op. Het zijn meesterlijke jagers.’

Vijftien leden van de Leidse Studenten Duikvereniging (LSD) zijn in alle vroegte opgestaan om bij de Kempervennen met reusachtige meervallen te duiken. ‘De grootste vissen die we normaal gesproken zien, zijn snoeken van een meter’, vertelt Niels van der Windt (19, biologie). ‘Hier kun je ineens vissen zien die meer dan twee meter lang zijn.’ Vol ontzag staren de leden naar de posters met ‘Big Mama’, een tweeëneenhalve meter lange meerval. ‘De meervallen houden van beschutting. De grootste kans heb je onder de vlotten’, vertelt een medewerker van het duikcentrum tijdens de briefing. Hij wijst naar twee eilandjes van wilgentakken. ‘Laat je ogen aan het donker wennen, en benader de meervallen rustig. Ze zijn totaal niet bang, maar houden niet van duiklampen en flitsers.’

De duikers gaan het water in, het is behoorlijk helder. Bij een afgezonken ijscokar gluren ze voorzichtig om het hoekje. Het is een raar idee dat er ieder moment een enorme vis tevoorschijn kan komen, maar Big Mama is helaas niet thuis.

Achter een aantal betonnen buizen ligt een boot met een kleine kajuit op de bodem. De duikers verzamelen zich langs de rand en schijnen met hun duiklamp naar binnen. Dan deinst iedereen een stukje terug. In de kajuit roert zich een enorme staart. Even later blijkt dat er niet een, maar twee enorme meervallen in zitten. Een van de vissen zwemt naar buiten, recht op de duikers af. Zijn kleine oogjes vallen in het niet bij het enorme lijf.

De tocht wordt voortgezet naar de drijvende eilanden. Uit het niets komen twee kleinere meervallen aanzwemmen. Ze kijken de duikers nieuwsgierig aan en veranderen dan weer in donkere schimmen. Onder het dak van takken schuilen grote scholen visjes. In het ondiepe water vinden de LSD’ers ook nog kikkervisjes, grote karpers en snoeken.

‘Bij de boot zagen we eerst alleen zijn staart’, vertelt Thomas Ruytenberg (23, natuurkunde), eenmaal terug op de kant. ‘Maar toen die meerval eruit kwam, was het echt een massief beest.’ ‘Jeetje, wat zijn die beesten groot’, zegt Saskia Lensink (26, PhD Taalwetenschappen). ‘Ik schrok wel een beetje, want ik had hem helemaal niet gezien.’

Als er even later een hond het meer induikt en er rustig heen en weer gaat zwemmen, houden de duikers hun adem in. De hond is gelukkig groter dan een eendje.