Studentenleven
Ik voel me een fles spuitwater
donderdag 23 april 2015
© Marc de Haan

‘Ik wil jullie vragen een paar rondjes te lopen en daarbij hard met je hielen op de houten vloer te stampen’, zegt Rosanne Vinke.

De zeventien aanwezigen, die nog een beetje schuchter in een kringetje zitten, staan op en beginnen heen en weer te stampen. Als iedereen weer gaat zitten, pakt een van hen haar tas en rent in tranen naar buiten. ‘Ik kan dit niet’, stamelt ze nog net voor ze de deur door gaat. ‘Dit gaat tegen alles in waar ik voor sta.’

Het is een heftig begin van de workshop over hooggevoeligheid bij de Leidse Studenten Ekklesia. Niet in de minste plaats omdat de deelnemers de gevoelens van anderen makkelijk oppikken, en door de emotionele uitbarsting zelf ook even van slag zijn. ‘Ik voel me net een fles spuitwater. Mijn hart gaat te keer, het zweet breekt me uit en het bloed stijgt naar mijn hoofd’, zegt een wat oudere deelneemster. Een paar stoelen verderop zit iemand met het hoofd tussen de knieën en de handen in het haar. De vele mensen in de kleine ruimte, het oorverdovende geluid van een waterkoker, het felle tegenlicht, de fotograaf van Mare: voor de aanwezigen is het eigenlijk teveel.

Iemand die hooggevoelig is – zo’n tien tot twintig procent van de wereldbevolking - ervaart meer indrukken en prikkels dan andere mensen. ‘Als kind kreeg ik altijd te horen dat ik een spons was die alles opzoog’, legt promovenda Liesbeth uit. ‘Ik ben erg visueel ingesteld. Als baby kon ik niet slapen, tenzij mijn moeder iets over mijn gezicht legde’, zegt Elise (psychologie). ‘Maar ik kan me beter concentreren in lawaaierige, dan in rustige ruimtes. Als het stil is valt juist elk geluidje op.’ Een van de dames, die net duidelijk hoorbaar in een appel bijt, kijkt schuldbewust om zich heen.

In kleine groepjes bespreken de deelnemers hun ervaringen. Dat leidt tot herkenning, maar er zijn ook verschillen. Zo vinden sommigen de kermis vreselijk, maar iemand anders kan er – met oordopjes in – ontzettend genieten van de felle kleuren. Op de vragenlijst die vaststelt of iemand hooggevoelig is, staan stellingen als: ‘Ik raak gemakkelijk overvoerd door dingen als fel licht, sterke geuren, grove weefsels of harde sirenes’; en ‘Ik kijk uit principe niet naar gewelddadige films of tv-programma’s’ en ‘Ik voel me ongemakkelijk als er veel om me heen gebeurt.’

Voor studenten die hooggevoelig zijn is studeren dan ook soms lastig. Lisa zit momenteel tussen twee studies in. ‘Ik begon met Japanologie in Leiden, maar dat was niets voor mij.’ Vervolgens begon ze aan een mediastudie in Breda. ‘Ik ging er met de trein naartoe. Ik dacht dat het wel zou gaan als ik oordopjes met muziek in deed, maar het was erg vermoeiend. De studie omvatte veeleisende deadlines en veel groepswerk. Bij een fijne samenwerking kan ik veel geven, maar bij een slechte klik zuigt het alle energie uit me. De contacturen waren gewoon teveel. Als ik aan het eind van de dag thuiskwam in mijn studentenhuis, waar we met zijn achttienen wonen, was ik kapot. En daar is het ook altijd druk en lawaaierig.’

Promovenda Liesbeth: ‘In je studententijd denk je dat je actief moet zijn en zoveel mogelijk moet beleven. Ik wist al dat ik hooggevoelig was voor ik aan mijn studie begon, maar ging heel recalcitrant toch naar alle feestjes. Tegenwoordig kan ik mijn grenzen beter aangeven.’

Psychologiestudente Elvira had het vooral lastig tijdens haar stage, omdat ze daar tijdens groepstherapie de gevoelens van anderen overnam of zich liet afleiden door details. ‘Maar ik denk ook dat het me een goede psycholoog zal maken. Ik kan me goed inleven.’

Als laatste opdracht moeten de deelnemers positieve gevolgen van hun hooggevoeligheid bedenken. Zo zijn ze gepassioneerd, kunnen ze situaties en mensen goed aanvoelen, hebben ze veel fantasie, diepgaande gesprekken en gevoel voor tact. ‘Eigenlijk zijn we harstikke leuk’, concludeert iemand.

Maar waarom wil er dan niemand met zijn achternaam in de krant? ‘Het is toch nog niet helemaal geaccepteerd’, denkt organisator Vinke. Lisa: ‘Je wilt niet dat mensen je een aansteller vinden.’ PM