Nieuws
Te weinig studietijd
Studenten krijgen te weinig tijd om zich voor te bereiden op tentamens, rekende een universiteitsraadslid uit. Het college van bestuur reageerde ‘geschrokken’ en beraadt zich op maatregelen.
Vincent Bongers
woensdag 1 april 2015

De universiteit voert met rendementsmaatregelen de druk op studenten én docenten steeds meer op. Zo is er een bsa in het tweede jaar en moet dat advies ook uiterlijk 15 augustus gegeven zijn. Het gevolg is dat studenten steeds minder onderwijsweken per semester hebben. Ook docenten hebben hier last van. Zij krijgen bijvoorbeeld steeds minder tijd om tentamens na te kijken.

Joost Augusteijn, universiteitsraadslid voor personeelspartij AbvaKabo, sloeg aan het rekenen. Hij schreef een notitie over het aantal studieweken dat opleidingen hun propedeusestudenten voorschotelen.

Een studiepunt staat voor 28 uren studie, aldus het studentenstatuut van de universiteit, schrijft Augusteijn. Het bachelorprogramma bestaat uit 180 studiepunten. Dit betekent dus dat studenten 28 maal 60, dus 1680 uur studietijd, per jaar moeten krijgen. Gedeeld door 40 (uitgaande van een 40-urige ‘werkweek’) betekent dat 42 weken studietijd. Dat is 21 weken per semester. Het totaal van 42 weken per jaar wordt alleen gehaald door bio-farmaceutische wetenschappen en natuurkunde.

De meeste andere studies blijven ver onder de 42 weken. Een semester van 16 weken is eerder regel dan uitzondering. Studies als politicologie, bestuurskunde, archeologie, Japankunde en international studies halen een totaal van slechts 32 weken.

‘De meeste studenten aan deze universiteit worden dus niet in staat gesteld om te presteren naar hun vermogen, doordat ze haastwerk moeten afleveren. Hier zullen ook rendementen negatief door worden beïnvloed’, schrijft Augusteijn. ‘De universiteit doet niet wat zij belooft aan studenten’, zei hij vorige week tijdens de universiteitsraadsvergadering. ‘De vraag is wat we daar aan gaan doen?

Deze week reageerde het college tijdens de overlegvergadering op de notitie van Augusteijn. ‘We nemen de analyse heel erg serieus’, zei vice-rectormagnificus Simone Buitendijk. ‘Maar we kunnen hier nog niet inhoudelijk op reageren. We bespreken het in het onderwijsberaad en vragen de faculteiten deze gegevens met hun opleidingen te delen. Wij horen graag wat hun reactie is. Dan wordt duidelijk of we ook actie moeten ondernemen. En wat we dan moeten doen.’

 ‘Gaat het college nu zelf onderzoek doen naar het tweede en derde jaar? En deelt het college de mening van de raad dat dit echt een probleem is?’ vroeg Augusteijn.

Buitendijk: ‘Uiteraard gaan we dit uitzoeken. We zijn geschrokken van deze cijfers. Maar het is niet zo dat we tegen besturen zeggen: “Regel er even twee maanden bij.” We moeten eerst weten wat er precies speelt. Maar als die analyse er is, spreken we hier met de raad verder over.’