Achtergrond
Heilige huisjes omver schoppen
Om dichter tot God te komen, geven soefi’s zich over aan meditatie, drank en dans. Asghar Seyed-Gohrab schreef een boek over de mystieke stroming binnen de islam, die zelfs invloed had op fundamentalisten als ayatollah Khomeini.
Vincent Bongers
woensdag 11 maart 2015
Het is een misverstand dat Mohammed niet mag worden afgebeeld. Er zijn muurschilderingen van zijn hemelvaart op de rug van Buraq: een mythisch wezen met een paardenlichaam, gazellebenen en een engelengezicht.

‘Ik woonde in Teheran. De stad werd gebombardeerd en met raketten beschoten’, zegt universitair hoofddocent Perzische literatuur Asghar Seyed-Gohrab (1968). ‘Dat was verschrikkelijk. ’s Nachts was er dan vaak code rood. Elk moment kon je een inslag verwachten. Dus dan dacht ik weer: dit is misschien mijn laatste nacht. Je zocht je familie op. Dan stierf je tenminste samen.’

In 1979 kwam na een revolutie de Islamitische Republiek Iran tot stand. De sjah (koning) werd afgezet en de macht kwam in de handen van fundamentalistische sjiitische geestelijken met als leider ayatollah Ruhollah Khomeini. ‘Mijn vader was politiek actief en tegenstander van het regime. Hij vluchtte in 1980 naar Nederland. Ik ben zelf in 1986 gevlucht, vanwege de oorlog met Irak (1980-1988). Ik was achttien en wilde niet vechten. Mensensmokkelaars leidden ons via Koerdistan naar de Turkse grens. We hebben elf dagen gelopen. Ze zeiden steeds: “Morgen zijn we over de bergen en dan zijn we er.” Maar die bergen bleven maar komen.’

Inmiddels is Seyed-Gohrab docent en onderzoeker aan de universiteit waar hij in 1990 ging studeren: Leiden. Vorige maand publiceerde hij het boek Soefisme, een levende traditie. ‘Ik ben atheïst maar ik erger me eraan dat er geen aandacht is voor de verschillende stromingen en groeperingen in de islam. Er zijn zoveel misverstanden. Het wijdverbreide idee dat Mohammed niet mag worden afgebeeld, bijvoorbeeld. Inderdaad: volgens bepaalde groepen mag dat niet. Maar er staat geen verbod in de koran. In Iran zijn er op straat muurschilderingen te zien van de hemelvaart van Mohammed op de rug van Buraq, een mythisch wezen dat het gezicht heeft van een engel, benen van een gazelle en het lichaam van een paard. Ik wil laten zien hoe binnen één stroming in de islam alweer veel richtingen en interpretaties zijn. Er zijn veel manieren om een goede moslim te zijn. Als Nederlandse jongeren zich dat realiseren, zou het ze ervan kunnen weerhouden om te radicaliseren.’

Maar wat is soefisme? ‘Ze zeggen wel eens: als de islam een schelp is, dan is soefisme de parel. Je komt niet dichter bij God met alleen de koran en sharia. Vanaf de twaalfde eeuw is er geen islamitische maatschappij zonder vele verschillende soefi-bewegingen. Voor alle concepten van de islam hebben soefi’s alternatieven. De koran is heel erg cryptisch. Het enige juiste inzicht bestaat niet. In de analogie van de schelp: het intellect is een middel om bij de zee te komen. Als je de parel wilt vinden, dan moet je het intellect afzweren en doorgaan op intuïtie.’

Het intellect loslaten kan door in extase te raken, door bijvoorbeeld meditatie, drank of dans. Ook kun je dichter bij God komen door heilige huisjes omver te schoppen. Het verhaal over San’ân, de meest gerespecteerde en geleerde sjeik van zijn tijd, is daar een voorbeeld van. ‘Hij mist een alomvattende liefde en wordt verliefd op een christelijk meisje die hem vier voorwaarden stelt in ruil voor haar liefde. Hij moet wijn drinken, knielen voor een afgod, de koran verbranden en afstand doen van de islam. Als hij dat allemaal doet, tergt de vrouw hem nog meer. San’ân moet van haar het voor een moslim meest verachtelijke werk verrichten: varkens houden.

‘Pas als hij valse vroomheid aflegt, kan hij verder komen in zijn religiositeit. Soefi’s willen hiermee zeggen dat de mystieke liefde niet kan worden opgesloten in dogma’s en vaste rituelen. Het overstijgt de termen die de mens bedenkt.’

Er is een enorm corpus aan mystieke poëzie. Daarin zie je veel beeldspraak en metaforen terugkomen die uit de nog veel oudere profane literatuur komen, zoals de homo-erotiek en het drinken van wijn. ‘Een bekend voorbeeld is een gedicht van Hâtef waarin hij andere religies dan de islam verheerlijkt en schrijft over een ontmoeting in een kerk met zijn geliefde; een jonge christelijke man. Er staan strofen in als: “Hij opende zijn verrukkelijke mond terwijl een lach als honing op zijn lippen lag”.’

Deze teksten hebben een zuiver mystieke lading en moeten niet letterlijk worden genomen. Maar sommige stromingen in de islam zien het soefisme als ketterij. ‘Voor fundamentalisten werkt het soefisme als een rode lap op een stier. De soefi zegt zelf: wij zijn meer moslim dan de orthodoxe theologen. De partijen strijden al vanaf het begin met elkaar. Een soefi kan beter niet in handen van IS vallen. Die zien soefi’s als afvallige moslims. Dat is nog erger dan christenen en joden: dat zijn tenminste nog gelovigen met een boek.’

Toch is de relatie tussen orthodoxen en soefi’s complex. ‘Het is heel schizofreen. Er zijn heel veel soefi-ordes in Iran. Officieel zijn ze verboden en ze worden lastiggevallen. Desalniettemin verschijnen er heel veel boeken over mystiek.’

Ayatollah Khomeini, die toch als fundamentalist geldt, was als jongeman in de jaren twintig al geïnteresseerd in mystieke ideeën. ‘Hij heeft jarenlang privéles over soefisme gekregen en later gegeven. Het is terug te zien in zijn politieke denkbeelden. De absolute macht van de geestelijke komt voort uit het soefi-idee van de volmaakte mens die constant in contact staat met het goddelijke. Khomeini mat zichzelf die mystieke status aan.’

De ayatollah schreef er flink op los. Zo produceerde hij alleen al 149 liefdesgedichten.

‘Zijn werk past in de Middeleeuwse traditie van de zogeheten qalandar: rondzwervende vagebonden. Zij vonden moslims die alleen voor hun eigen aanzien naar de moskee gingen hypocriet en zagen maatschappelijke status als gevaarlijkste valkuil op het mystieke pad. Als reactie hierop leefden ze zondig en waren ze uit op provocatie. Ze waren halfnaakt, schreven homo-erotische gedichten, dronken wijn en hadden piercings in oren, neus en genitaliën. Het was een schil om hun vroomheid te beschermen.

‘Khomeini haalde ze aan in zijn poëzie. Zo schreef hij: “Wijnschenker! Schenk rooskleurige wijn in mijn beker: dit volle wijnvat is de reden voor onze eer.” Hij gebruikte de qalandar natuurlijk als metafoor en hing echt niet laveloos boven de koran. Maar hij stelt zich wel boven al het andere, dus ook boven goed en kwaad. Dan mag je alles doen.’

Het verzameld werk verscheen in 1989, net na de dood van de leider. ‘De receptie van het werk was interessant. Zijn tegenstanders waren heel verbaasd en er verschenen heel wat parodieën op de gedichten waarin de ayatollah met wijn in de hand de koran zit te lezen. Natuurlijk legden conservatieve fundamentalisten de nadruk op de huichelachtigheid van de leider: zie je wel, hij was niet vertrouwen!’

Vergelijkbare beeldspraak en mystieke poëzie werd gebruikt om soldaten te motiveren in de oorlog tegen het Irak van Saddam Hoessein. ‘Het is tegelijkertijd afschuwelijk en fascinerend. Jongemannen die ten strijde trokken, werden omschreven als minnaars van God. De soldaat offerde zich op om één te worden met Hem. In slogans en propaganda zijn het bijvoorbeeld “nachtvlinders die aangetrokken worden door de kaars en zich in de vlam werpen”. Dat licht was de explosie van een Irakese bom.

‘Er vertrokken zelfs jongens van dertien, veertien jaar naar het front. De maatschappelijke druk om te gaan was groot. Daarom ben ik uiteindelijk gevlucht.’

Asghar Seyed-Gohrab, Soefisme, een levende traditie. Prometheus Bert Bakker, 224 pag. € 19,95