Nieuws
Promovendi voortaan twee begeleiders
Voor Leidse promovendi geldt een nieuw promotiereglement. De belangrijkste verschillen tussen de oude en de nieuwe regels gaan over wetenschappelijke integriteit.
donderdag 12 februari 2015

De nieuwe versie benadrukt de verantwoordelijkheid van de promovendus zelf, en voorziet ook in een procedure voor als een promotiecommissie wetenschapsfraude in een proefschrift constateert. Daarnaast krijgen promovendi nu twee begeleiders in plaats van één, en zijn de regels voor het ere-predicaat ‘cum laude’ verduidelijkt: een proefschrift moet nu tot ‘de beste vijf procent op het vakgebied’ behoren.

Natuurkundepromovendus Chris Smiet, bestuurslid van het Leids Promovendi Overleg (LEO), is ‘erg positief’ over het reglement, dat de versie uit 2008 vervangt. ‘Er zijn veel dingen ten goede veranderd, en wat duidelijker moest worden is dat nu. Met twee begeleiders heb je een betere mogelijkheid om tot een oplossing te komen als je een conflict hebt met één van hen. Het is ook goed dat de verantwoordelijkheid voor fraude wordt onderstreept.’

De taken van graduate schools had wel duidelijker gemaakt mogen worden, vindt hij. ‘Ze spelen een grote rol in je promotie.’

Promovendipartij PhDoc is het grotendeels eens met LEO over de inhoud van plan en tevreden met de wijzigingen, vertelt Gareth O’Neill. ‘We betreuren het echter ten zeerste dat er geen vertegenwoordigers van de PhD’s betrokken waren bij de totstandkoming ervan. Het College van Promoties had kunnen profiteren van de inzichten van promovendi. Ook de Universiteitsraad heeft formeel niets te zeggen over dit document.’

Verder had de communicatie over de nieuwe regels beter gekund: ‘Die is niet universiteitsbreed aangepakt, maar aan de faculteiten overgelaten. Sommige PhD’s zijn daardoor laat of nauwelijks geïnformeerd.’

Ook is volgens O’Neill nog onduidelijk hoe de regels in de praktijk ingevuld gaan worden. ‘Wat is de procedure voor als een promovendus iemand anders ziet frauderen? Hoe baken je het vakgebied af, voor proefschriften die bij beste vijf procent van het vakgebied moeten horen? Ook het geven van onderwijs en de aansluiting op de arbeidsmarkt moeten structureler benaderd worden.’

BB