Achtergrond
Tevergeefs hopen op tegenstemmers
Dinsdag stemde de Eerste Kamer in met het leenstelsel. Mare volgde de Leidse hoofdrolspelers. ‘Het gaat om talenten, niet om centen.’
Vincent Bongers
woensdag 21 januari 2015
Ruud Koole, hoogleraar in Leiden en senator in Den Haag, feliciteert zijn partijgenote Jet Bussemaker met het passeren van haar wet

Na een marathondebat over het leenstelsel loopt Eerste Kamervoorzitter Ankie Broekers-Knol (VVD) de lijst van senatoren af. In de zaal klinkt er na elke naam een ‘voor’ of een ‘tegen’. Op de volle publieke tribune worden de studenten steeds een beetje bleker. De teleurstelling is van hun gezicht af te lezen.

‘Koole’, leest Broekers-Knol voor.

‘Voor’, zegt de Leidse hoogleraar politicologie en PvdA-senator Ruud Koole.

Het laatste beetje hoop op behoud van de basisbeurs is daarmee vervlogen. Het leenstelsel haalt het met 36 stemmen voor en 29 tegen. Meteen na de stemming stromen de Kamerleden naar onderwijsminister Bussemaker toe om haar te feliciteren.Het is dinsdagavond kwart voor twaalf en de studenten weten al een tijdje dat de missie kansloos is.

PvdA-woordvoerder Esther-Mirjam Sent had eigenlijk een minuut of twintig eerder al het laatste beetje spanning uit het debat weggenomen door te verklappen dat ‘de hele fractie het voorstel steunt’.

Vijftien uur eerder. Het Binnenhof is vrijwel leeg. Demonstrerende studenten zijn er niet. Tom Hoven, voorzitter van studentenvakbond LSVb, staat bij de ingang van de Eerste Kamer. ‘De kans is groot dat ik morgen een flinke kater heb. Dat kan zijn omdat we een overwinning hebben gevierd of juist een nederlaag hebben weggedronken.’

Hoven verwacht een spectaculair debat. ‘Het is een controversieel voorstel, dat vinden ook veel senatoren. We hebben drie dissidenten nodig, dan redt het leenstelsel het niet. We hopen op PvdA-senatoren Adri Duivesteijn, Guusje ter Horst en uiteraard Ruud Koole. Hij heeft al de nodige kritiek geleverd op het leenstelsel. Je voelt de spanning bij de Kamerleden. Ik hoop dat alle senatoren onafhankelijk hun afweging maken en zich niet laten leiden door fractiediscipline.’

VVD-senator Jan Anthonie Bruijn is hoogleraar immunopathologie aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Hij wandelt een uur voor aanvang door de vergaderzaal waar hij straks namens zijn fractie het woord zal voeren. Hij wacht nog even met de verspreiding van de tekst die hij in de eerste termijn gaat uitspreken. ‘Ik wil mijn collega’s wel een beetje kunnen verrassen. Daarnaast wil je altijd nog een beetje ruimte laten voor improvisatie en niet teveel van tevoren weggeven. Anders gaat de pers er mee aan de haal. Dit debat moet in de Senaat gevoerd worden en niet op straat.’

Bruijn is voorstander van het studievoorschot. ‘Vrijwel iedereen, van links tot rechts, wil investeren in het hoger onderwijs. Dan kun je maar aan een paar knoppen draaien. De belastingbetaler blijft het grootste deel van de studiekosten betalen. Dat studenten ook een deel bijdragen is niet meer dan reëel. Zij zijn de hoogst opgeleiden in hun generatie en verdienen meer als ze gaan werken. De oppositie biedt geen reële alternatieven.’ Bruijn heeft nog wel ‘kritische vragen’ aan de minister. ‘Wij willen dat ze toezegt dat docenten en studenten een grote rol spelen in waar het geld voor kwaliteitsverbetering naartoe gaat en dat ze heel scherp de effecten van het leenstelsel in de gaten houdt. En uiterst belangrijk: iedereen die wil, moet kunnen studeren.’

Broekers-Knol was jarenlang directeur van Moot Court, een afdeling van de Leidse rechtenfaculteit waar studenten leren pleiten. ‘Ik heb er nu nog een nul-urenaanstelling’, zegt ze in haar werkkamer. Hoe ervaart ze de debatten in de senaat? ‘Het niveau is hoog. En nee, ik noem geen namen. Ik heb bewondering voor leden die een kort, bondig en helder betoog houden. Er zijn geen enge mompelaars in de Kamer. Geen leden die beginnen met een luid: “Minister. Ik vind…..” waarna hun betoog vervolgens als een nachtkaars uitgaat.’ Over het leenstelsel: ‘Ik stem wel, maar in mijn rol als voorzitter past het niet om inhoudelijk in te gaan op wetsvoorstellen.’

Bussemaker is inmiddels gearriveerd en babbelt wat met partijgenoot Koole, die onlangs door zijn partij op een onverkiesbare plaats werd gezet voor de kandidatenlijst van de Eerste Kamer. De studentenorganisaties hopen dan ook op een deels door rancune ingegeven tegenstem. Alle aanwezige journalisten proberen hem tijdens een schorsing te strikken. Tevergeefs.

Op de gang richting de Kamer geeft hij toch een korte reactie aan Mare. ‘Ik hou de media even op afstand en concentreer me op het debat’, zegt Koole. ‘Onlangs werd er een quote aan mij toegeschreven die echt niet uit mijn mond is gekomen. Ik heb gezegd dat ik mijn standpunt zou innemen na het debat en dat werd dan gemeld als: Koole dreigt tegen te stemmen. Gelijk ontplofte mijn mailbox, toen besloot ik voorlopig niet te reageren. Ik richt me dan ook nu eerst op wat de minister en mijn collega’s in de Kamer te zeggen hebben over dit voorstel.’

‘Het is onzin dat ik uit rancune ergens tegen zou stemmen’, zal hij een dag later aan de telefoon verklaren. ‘Zo zit ik helemaal niet in elkaar. Het gedoe rond de kandidatenlijst heeft helemaal geen rol gespeeld in de besluitvorming. Ik vind nog steeds niet alles fantastisch aan de wet maar gisteren zijn twee erg belangrijke zaken aangepast.

‘Ik heb vorige week op mijn werkkamer in Leiden anderhalf uur gesproken met de minister over het voorstel. Ik heb haar toen uitgelegd dat ik de toegankelijkheid van het hoger onderwijs heel belangrijk vind. Kinderen met een dunne portemonnee moeten ook kunnen studeren. Als er voorgerekend wordt dat er jaarlijks 2700 jongeren niet gaan studeren als het stelsel er komt, kun je daar niet zomaar overheen walsen. De minister heeft toegezegd dat er heel intensief gespeurd wordt naar mensen die om financiële redenen niet gaan studeren. Zij moeten hulp krijgen. Vaak weten kinderen en ouders ook niet welke mogelijkheden er allemaal zijn. Het gaat om talenten, niet om centen.’

Koole heeft ook een probleem met de filosofie die ten grondslag lag aan het wetsvoorstel. ‘De nadruk werd op persoonlijk profijt gelegd. Ik studeer nu om later lekker veel geld te verdienen. Het business case-denken, noem ik dat. Ik vind dat verkeerd. Studenten gebruiken talent ook om de samenleving te verbeteren. In het debat heeft Bussemaker ook afstand genomen van de investerende student en de focus op het rendemenstdenken. Ik zag veel terug van waar we het over hebben gehad.’

Hoogleraar internationaal recht en PvdA senator Nico Schrijver zegt ‘haast te worden verscheurd door de pros en cons van het plan’. ‘Ik heb zelf twee kinderen, een studeert al en de ander zit op het vwo. Het gaat mij dus ook persoonlijk aan. Maar we behandelen vaak begrotingen en dan blijkt toch vaak dat bepaalde kosten uit de hand lopen. En voor het onderwijs geldt dat ook. Hopelijk is het voorstel meer dan een besparingsoperatie en lukt het om te investeren in kwaliteit. Gelukkig is er in de Tweede Kamer al het nodige geamendeerd. De OV-kaart blijft behouden bijvoorbeeld. En zo zijn er meer reparaties geweest. De toegankelijkheid van het hoger onderwijs is voor mij het belangrijkste.’ Schrijver verwacht geen grote problemen. ‘Er is een akkoord met GroenLinks over het behoud van de OV-kaart. Maar de VVD, D66 en ook onze fractie hebben nog de nodige kritische vragen. En als de minister die niet goed beantwoordt, dan volgt uitstel.’

In het debat wordt al snel duidelijk dat de kans klein is dat het leenstelsel gaat sneuvelen. GroenLinks steunde het plan in de Tweede Kamer, al zijn er grote twijfels bij de collega’s in de Eerste Kamer. Maar woordvoerder Ruard Ganzevoort is al snel duidelijk. ‘Het voorstel van de minister komt al aardig in de buurt van wat wij in ons hoofd hebben.’ D66 stribbelt nog wel tegen. ‘Veel zal afhangen van de reactie van de minister.’

Daarvoor neemt Bussemaker uitgebreid de tijd. Als ze meer dan twee uur aan het woord is geweest, vraagt Broekers-Knol voorzichtig aan Bussemaker of ze al aardig door ‘haar pakketten papier heen is.’ Dat blijkt niet zo te zijn ‘Ik stel voor dat we om iets over acht uur schorsen voor het diner’, besluit de voorzitter.

‘De minister is goed bezig’, zegt Bruijn tijdens de onderbreking in de foyer. Schrijver schuift aan: ‘Ze heeft zich de materie heel erg eigen gemaakt. Al die papieren die om haar heen liggen, heeft ze vaak niet nodig. Het is ook heel belangrijk dat dit heel doorwrocht gebeurt. Een rechter grijpt bijvoorbeeld ook terug op de Handelingen van de Kamer.’

Het debat gaat om negen uur verder. Bussemaker rondt haar termijn af. De woordvoerders van de steunende partijen laten al snel weten dat het allemaal wel in orde komt. Ook D66 is op een paar hele kleine puntjes na tevreden.

De PvdA wil in eerste instantie twintig minuten schorsen voordat de hoofdelijke stemming volgt. Maar Broekers-Knol krijgt vrijwel meteen te horen dat tien minuten bedenktijd ook wel genoeg is. Voor de studenten op de tribune is het dan al duidelijk. Vanavond is de PvdA-fractie eensgezind.

Bruijn kijkt woensdagochtend ‘tevreden’ terug op het debat. ‘Maar ons werk houdt niet op. Ik ben steeds in overleg met studentenorganisaties om uit te leggen waarom dit de beste oplossing is. En dat blijf ik doen. Zeker ook omdat we precies willen weten wat de gevolgen gaan zijn van deze wet.’

De LSVb baalt er flink van dat het stelsel niet is gesneuveld. ‘Ik heb een zure smaak in mijn mond overgehouden aan het debat’, zegt Hoven. ‘Aan de wet zelf kunnen we niets meer doen. Maar de minister heeft een flink aantal toezeggingen gedaan, en we gaan er heel scherp op letten dat die ook worden doorgevoerd.’