Columns & opinie
Column: Grafschrift
Benjamin Sprecher
woensdag 3 december 2014

Met een waterpijp in de hand zit ik op een balkon aan de rand van een gigantische vijver. Ik heb perfect uitzicht op de 830 meter hoge Burj Khalifa, met afstand het hoogste gebouw in de wereld. In de verte een onaflatende stroom toeristen. Elk half uur speelt er traditionele Arabische muziek en verandert de twaalf hectare aan vijver in een enorm, 150 meter hoog waterballet. Het water wordt met zoveel kracht omhoog geduwd dat je de klap kan horen nagalmen. Alsof het vuurwerk is.

Een paar dagen eerder zat ik in Amsterdam, strak in pak, op de voorste rij bij een conferentie van Shell, ‘The future of energy’. Ik moest beloven daar als promovendus heen te gaan in plaats van als columnist, dus ik mag er helaas niet al te veel over schrijven.

Gelukkig was de keynote lecture van Professor Amory Lovins een verhaal dat overduidelijk al door menig publiek gehoord was.

Shell is in haar eigen scenario’s niet bijzonder positief over onze kansen om catastrofale klimaatverandering te voorkomen, omdat het de westerse maatschappij simpelweg niet lukt om minder energie te gebruiken. Maar Professor Lovins rekende ons voor dat het absoluut mogelijk is om een economie als die van Amerika op z’n minst factor 4 efficiënter te maken. Zo zouden we lekker veel kilometers kunnen blijven maken, al onze klimaatdoelstellingen halen, en als kers op de taart zal het de Amerikaanse economie biljoenen dollars besparen. Amerikaanse dollars, want professor Lovins had niet de moeite genomen zijn gelikte presentatie aan te passen aan het continent waar hij het verhaal toevallig hield.

Dat lijkt een dubbel positieve boodschap, geen geld meer aan de Arabieren/Russen overmaken én het klimaat besparen. Maar eigenlijk is het een tegenstrijdigheid. Want met een paar biljoen kun je een hoop doen. Geldbesparende efficiencyverbeteringen hebben alleen nut als je dat geld vervolgens niet aan iets net zo ergs uitgeeft (de beroepsterm hiervoor is overigens ‘rebound effect’).

En wat doet de mens, gegeven een grote zak geld? De volgende ochtend zat ik in het vliegtuig naar Dubai, om dat met eigen ogen te aanschouwen.

Even snel tussendoor: dat klimaatverandering ondertussen toch wel een reëel probleem begint te worden is makkelijk te vergeten als je in een rijk westers land woont, maar sinds een jaar of twee beginnen hele regio’s echt diep in de problemen te komen, en volgens het meest recente VN-rapport zijn de langetermijnperspectieven onveranderd apocalyptisch.

Niet dat dit relevant is voor de Verenigde Arabische Emiraten. Dat was sowieso al een woestijn. In twintig jaar zijn hier met een schier oneindige hoeveelheid oliegeld complete stadstaten uit de grond gestampt.

Ik aanschouw het hoogtepunt daarvan. Het summum van het Europese, Amerikaanse en Chinese technische kunnen. De compleet over the top Burj Khalifa en haar waterballet, met aangrenzend het grootste winkelcentrum ter wereld (met 1200 winkels).

Voor mijn ogen hangt ruim 83 duizend liter water in de lucht, verlicht door 6.600 enorme lampen. Water dat met behulp van energie slurpende ontziltingsinstallaties uit de zee gehaald wordt, en bijna onmiddellijk in de droge woestijnlucht verdwijnt.

De vriend die ik hier kom bezoeken beweert sarcastisch dat het milieu echt wel hoog op de agenda staat. Elk jaar, tijdens earth day, gaat immers het licht een uurtje uit. Uit respect. Voor het klimaat.

Ik bestel een nieuwe waterpijp. Na lang twijfelen kies ik voor watermeloensmaak. De Burj Khalifa en haar waterballet zijn fantastisch. Maar als grafschrift van onze moderne beschaving laat het toch te wensen over.

Benjamin Sprecher is promovendus bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden