Columns & opinie
Wisselcolumn: BAM! SMACK! BRAP! TRAP!
woensdag 19 november 2014

Hé jongens en meisjes, hebben jullie het gehoord? Er is eindelijk weer een polemiek losgebarsten in de Nederlandse literatuur.

Dat zit zo.

Vorige maand publiceerde het krankzinnig intellectuele weekblad De Groene Amsterdammer een fragment uit de essaybundel Vechtmemoires van schrijver Joost de Vries. Daarin neemt hij het werk van zijn schrijvende generatiegenoten de maat. Hij betoogt dat de literatuur van vroeger – 010 – je nog iets van de wereld kon leren. Maar nu, aldus De Vries, is het een en al ontwijking, ironie, lethargie, navelstaarderij. De boeken van zijn generatie­genoten worden bevolkt door personages die zich nergens mee durven te engageren.

Ze hebben geen enkele waarde te verdedigen. Ze zijn kortom waardeloos.

BAM!

De eerste – en meteen de laatste – die een soort van inhoudelijk op De Vries reageert is de niet zo heel jonge schrijver Anton Dautzenberg. In een ingezonden brief schrijft hij: ‘Joost wordt (...) ongelukkig van zijn schrijvende generatiegenoten. Zou hij met dat gevoel hebben plaatsgenomen in de Ako-jury?’

SMACK!

Tijdje later geeft De Vries zijn jonge schrijvende collega’s weer onder uit de zak. ‘Boeken zijn voor mij een manier om mijn plaats in de wereld te bepalen’, zegt hij in de Volkskrant. ‘Maar die reflectie is onmogelijk met deze boeken.’ Hij wil dat zijn generatiegenoten meer engagement tonen. Ze hoeven niet per se te schrijven ‘over de problemen met Marokkanen’, maar als het even kan wel ‘over mensen die in het leven staan’.

Ook hekelt De Vries in het interview het gezeur van jonge schrijvers over het recensentengilde. ‘Ik heb net iets te vaak jonge schrijvers horen klagen dat recensenten allemaal oude mannen van boven de vijftig zijn. Meld je dan verdomme zelf als recensent!’

En daar wordt de literaire polemiek weer precies dat waar alle polemieken in Nederland op uitdraaien: een gevecht tussen piemeldragende auteurs om een plek bovenop de apenrots.

Op Facebook gaan een paar mannetjesschrijvers tekeer tegen De Vries. Ze bespotten zijn uiterlijk. De hatelijkste opmerkingen genereren een stuk of zeven likes.

Verwensingenvrije repliek krijgt De Vries van schrijver Philip Huff (in de Volkskrant) die constateert dat jonge schrijvers zich terecht te kort gedaan mogen voelen door het recensentendom: ‘Ik klaag niet, ik tel en concludeer: de criticus in Nederland is een man van middelbare leeftijd. Dat is niet verwonderlijk: het hele waardensysteem van de literatuur is in Nederland rondom mannen van middelbare leeftijd opgehangen, van recensenten tot uitgevers.’

BRAP!

Alleen: ik geloof niet helemaal in de pennenstrijd tussen deze twee. Ik heb ze wel eens geobserveerd. Ze hebben een bromance. Ze lijken op elkaar. En ze geven elkaar een fistbump bij begroeting. De Vries: ‘Schrijf jij nou een stuk tegen mij, lekker rumoer veroorzaken, kan voor geen van ons beiden kwaad.’ Huff: ‘On it!

Weekje later staat er in de Volkskrant een antwoord van De Vries op Huff. Hij gooit het over een andere boeg. Dat het Nederlandse recensentendom een bejaardensoos is, is niet een probleem. Wel een probleem, aldus De Vries, is het feit dat jonge auteurs niet besproken kunnen worden zonder vergeleken te worden met De Grote Drie (Mulisch, Hermans, Reve). Uiteindelijk komt het hier op neer: fuck De Grote Drie, move over, er is een nieuwe Grote Drie/Vier/Vijf etc in aantocht, you best recognize.

TRAP! doet De Vries naar boven en beneden en maakt de weg op de apenrots verder vrij voor zichzelf en zijn schrijversvrienden.

Niemand heeft het hierna nog over De Vries’ observatie dat zijn schrijvende generatiegenoten in hun werk niet verder komen dan ironische nietszeggendheid. Recensenten – man en vrouw – die zich te kort gedaan voelen, schrijven giftige tweets en blogs. Een rekenwonder van nrc.next fact-checkt de opmerking van Huff over de dominantie van vijftigers in recensentenland (‘Grotendeels waar’). IJverige beroepslezers pluizen vervolgens hun recensies na om te zien of ze inderdaad niet iets te vaak Huff, De Vries, etc vergeleken hebben met Reve, Mulisch of Hermans, en of dat eigenlijk wel zo verkeerd is. Op Facebook merkt een auteur weer iets lelijks op over De Vries’ ouwelijk voorkomen.

Enzovoorts en zo verder.

Een literaire polemiek dus, een ouderwets Hollandse, met een plekje hoog en droog boven alle andere auteurs als inzet. Ik zeg jullie, oude tijden herleven.

Hassan Bahara

Hassan Bahara (1978) is redacteur van De Groene Amsterdammer. Zijn debuutroman Een verhaal uit de stad Damsko (2006) werd genomineerd voor de Selexyz Debuutprijs. Bahara is een van de acht gastschrijvers die dit jaar colleges geven in Leiden. De anderen zijn: Hanna Bervoets, Nina Polak, Philip Huff, Yannick Dangre, Franca Treur, Niña Weijers en Kira Wuck. Op 20 november spreken ze tijdens de dertigste Verwey-lezing– dit jaar als leesclub – over hun werk