Studentenleven
'Soms hang je op iemands rug'
woensdag 12 november 2014
© Door Taco van der Eb

Ally Hurley (Sportpabo, 20): ‘Ik heb vorig jaar een paar maanden bij DIOK gespeeld, maar daar had ik het niet echt naar mijn zin. De dames daar zijn ontzettend aardig, maar het zijn wel vrouwen van rond de 40 met eigen families. Er waren er maar vijf rond mijn leeftijd, maar ik was wel echt de jongste. Na de training of een wedstrijd ging iedereen regelrecht naar huis.’

Sarah Paardekooper (IBO, 20): ‘En dus begon het allemaal met een mailtje van Ally naar het Leidsch Studenten Rugby Gezelschap of er vraag was naar een damesteam, maar het kwam niet van de grond. Toevallig kwam ik de president tegen bij Arabisch, en hij vertelde mij dat er nog een meisje was dat graag een damesteam op wilde zetten. Samen is het altijd beter dan in je eentje. Toen zijn Ally en ik aan de slag gegaan.’

Annika Bossman (interieuradvisering, 19): ‘Het voordeel van een studententeam is ook dat het meer geaccepteerd wordt als je een keer niet kan omdat je moet studeren. Bij andere teams heb je toch meer werkende mensen, die echt tijd maken voor de sport. Studenten hebben soms wat minder tijd en daar wordt vaak geen rekening mee gehouden.’

Yvonne Versluijs (geneeskunde, 22): ‘Mensen om me heen reageren niet verbaasd als ik vertel dat ik ben gaan rugbyen, maar heel veel meiden vinden het niks en zouden zelf niet meedoen. Voor velen is het echt teveel een contactsport, ze zijn bang dat ze iets breken. En daar komt dat stereotype ook bij kijken.’

Paardekooper: ‘Dat luidt: vrouwelijke rugbyers zijn groot, gezet en vaak lesbisch. Maar kijk nou bijvoorbeeld naar Annika, dat is een typisch meisje-meisje. Het stereotype hangt er misschien voor de buitenwereld aan vast, maar dat willen we juist doorbreken. We zoeken gewoon mensen die enthousiast zijn en het leuk vinden om te spelen.’

Hurley: ‘Je hebt heel veel verschillende types nodig op het veld; sterke grote maar ook kleinere, snelle mensen. Je hoeft dus niet onwijs sterk te zijn, want iedereen heeft op het veld een eigen taak.’

Bossman: ‘Bovendien moet je elkaar echt kunnen vertrouwen.’

Versluijs: ‘Nu trainen we nog met de mannen, omdat we nog geen vol team hebben. Dat is juist wel leuk, zeker omdat ze toch wat harder zijn. Ze doen niet te hard, vaak laten ze je wel gewoon vallen in plaats van dat ze je keihard onderuit beuken. Soms hang je bij iemand op z’n rug, maar dan rennen ze wel gewoon door. Bovendien leer je heel veel van ze. Ik wist ook niks, een maand geleden. We speelden een wedstrijdje en er werd geroepen ‘In de lijn! In de lijn!’ en ik dacht: ‘Welke lijn?!’’

Paardekooper: ‘De mannen willen wel heel graag dat wij meedoen aan het ritueel van naakt een rondje rennen over het Rap na het scoren van je eerste try. Maar wij zijn niet van plan om iets in ons blootje te doen.’

Meetrainen? Dat kan iedere dinsdag en donderdag van 19-21u op het USC

DOOR ESHA METIARY