Nieuws
Leenstelsel naar Eerste Kamer
Het nieuwe leenstelsel heeft ingrijpende gevolgen voor studenten. Thom de Graaf is zowel voorzitter van de Vereniging Hogescholen én senator voor D66. Is het niet lastig om beide standpunten uit te moeten dragen?
woensdag 12 november 2014

Zoals verwacht stemde de Tweede Kamer afgelopen dinsdag in met het nieuwe leenstelsel. De VVD, D66, PvdA en GroenLinks stemden samen met de kleine fracties 50+ en Van Vliet voor de ‘Wet studievoorschot hoger onderwijs’.

Als het wetsvoorstel ook in de Eerste Kamer wordt aangenomen dan gaat het studievoorschot per 1 september 2015 gelden. De basisbeurs verdwijnt voor nieuwe studenten, zowel bachelor als master. Wel kunnen studenten vanaf dan meer lenen om hun studie te bekostigen.

De aanvullende beurs voor studenten uit gezinnen met lage inkomens blijft, en wordt verhoogd met maximaal honderd euro.

Tegenstanders van de wet hopen dat de Eerste Kamer zich tegen de wet uitspreekt.

Vrijdag is er een protest tegen het wetsvoorstel (zie pagina 8). De kans dat het protest invloed zal hebben op de stemming wordt klein geacht. Ook willen jongerenafdelingen van partijen, zoals Dwars van GroenLinks, hun naam niet aan het protest verbinden. De instemmende partijen hebben een meerderheid in de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel kan dus alleen sneuvelen als meerdere senatoren tegen de eigen partijlijn ingaan.

Thom de Graaf is genoodzaakt verschillende standpunten uit te dragen. Hij is voorzitter van de Vereniging Hogescholen (VH) en verklaarde in 2013 nog namens de VH tegen het voorstel van minister Jet Bussemaker te zijn, en ook afgelopen mei deed hij op de site van de Vereniging uitspraken over het wetsvoorstel in huidige vorm. ‘Toegankelijkheid van het hbo is een groot goed dat we moeten beschermen. De nieuwe plannen nemen een deel van onze bezwaren weg, maar we denken dat ze op dit punt nog niet voldoende zijn. Wij blijven zorgen houden of talentvolle studenten vanwege hoge studielasten niet afhaken. Dat zou vooral de doorstroom van mbo naar hbo raken.’

De VH is volgens De Graaf niet voor of tegen de aangenomen wet. ‘Aan de Tweede Kamer heb ik namens de VH eerder laten weten dat het huidige voorstel in onze ogen een aanmerkelijke verbetering is ten opzichte van de oorspronkelijke plannen van de minister, maar dat de VH nog wel enkele zorgen heeft. Binnen de wereld van hogeschoolbestuurders wordt er, zo heb ik in het rondetafelgesprek met de Tweede Kamer gezegd, verschillend gedacht, voor de een is het glas half vol voor de andere half leeg.’

Bij de stemming in de Eerste Kamer legt De Graaf zich, in de functie als senator, neer bij het fractiebesluit.

‘Of de D66-fractie in de Eerste Kamer voor of tegen zal stemmen en welke condities daarbij relevant zijn, staat nog niet vast, de fractie zal dat na de schriftelijke en mondelinge behandeling van het wetsvoorstel besluiten op voorstel van onze woordvoerder hoger onderwijs Hans Engels.’

DOOR GABE KRAMER