Achtergrond
Hoe films en boeken de rechtspraak be
Films en boeken zijn onmisbaar om het recht te snappen, schrijven Leidse rechtswetenschappers in de bundel Fundamentele verhalen. Ook hun studenten zouden best meer mogen lezen. ‘For justice, we must go to Don Corleone’, verklaart begrafenisondernemer Bonasera in de eerste scène van The Godfather (1972) op grimmige toon. De rechter liet de mishandelaars van zijn dochter dezelfde dag nog vrij. Nu de soeverein faalt, zoekt hij gerechtigheid via de maffia. De loop van een pistool biedt zo een interessant perspectief op de rechtsorde.Claudia Bouteligier, promovenda aan de Universiteit Leiden op het gebied van recht en literatuur, en Afshin Ellian, hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap, stelden een boek samen over de kritische blik die films en boeken op het recht en de rechtsorde kunnen werpen: Fundamentele verhalen.
Marleen van Wesel
dinsdag 7 oktober 2014

‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap, belangrijke beginselen van onze rechtsorde, zijn heel abstract, ambigu en meerduidig. Film en literatuur geven er concrete betekenissen aan. Verhalen beïnvloeden zo de totstandkoming van regels én ze kunnen het denken veranderen. Ze vormen daarom een onmisbaar extern perspectief: als juristen, rechtswetenschappers en studenten slechts door een juridische koker zouden kijken, ligt het gevaar van dogma’s en tunnelvisie op de loer’, vertelt Bouteligier. ‘Het zijn de meest problematische begrippen die je je kunt bedenken’, vult Ellian aan. ‘Tegenwoordig komen ze al beter uit de verf dan destijds, onder de guillotine. Schrijvers en regisseurs zadelen juristen met dilemma’s op en dagen hen uit om de grondslagen van het recht zichtbaar te maken.’

Fictie biedt een menselijk perspectief, meer dan bijvoorbeeld rechtsfilosofie en rechtseconomie. Ellian: ‘Dat zijn belangrijke, maar theoretische vakgebieden. Een getal, bijvoorbeeld tienduizend werklozen, vertelt niet het verhaal van werkloosheid en die mensen zelf.’

Recht en literatuur is een opkomend interdisciplinair vakgebied. Het begon in de jaren zeventig in de Verenigde Staten. Daar geldt, anders dan hier, het common law-systeem, gebaseerd op gewoonterecht, met een jury. Bouteligier: ‘Sinds een aantal decennia maakt een Europese law and literature-beweging een opmars. Dat willen we stimuleren.’

Je zou kunnen denken dat elke niet-fictieve rechtszaak al een verhaal op zichzelf vormt, waar juristen van kunnen leren. Maar dat volstaat niet, volgens Bouteligier. ‘Natuurlijk, de rechter construeert telkens een éigen verhaal, dat hem het meest aannemelijk lijkt, bij de twee partijen die voor hem staan. Onder meer op basis van een dossier vol droge feiten, die als rechtsfeiten moeten worden gekwalificeerd, om er regels op te kunnen toepassen. Vanuit zo’n juridisch vogelperspectief doorleef je niet wat er werkelijk is voorgevallen. Dat gaat ook niet, de rechter was er immers niet bij. Maar dat doorleven gebeurt wel, wanneer je bijvoorbeeld de innerlijke dialogen leest uit het werk van Dostojevski.’

Zo bieden literatuur en film een reflectiekader voor rechters. ‘Rechters moeten immers wijsheid kunnen tonen’, vindt Ellian. ‘Anders kunnen we net zo goed een automaat met regeltjes vooraan in de rechtszaal plaatsen.’ Hij hoopt ook dat zijn studenten meer gaan lezen. ‘Voor letterenstudenten is het misschien vanzelfsprekend, maar andere vakgebieden hebben ook baat bij literatuur. Delen uit Fundamentele Verhalen kunnen we eventueel behandelen in de collegezaal.’ Hij heeft zijn studenten al de film Das Leben der Anderen getoond. ‘Om het recht op privacy begrijpelijk te maken. Uiteindelijk heb je verhalen nodig om de geest der wetten te snappen.’

Bouteligier: ‘The Godfather vertelt over een juridisch begrip als soevereiniteit. De maffia vormt een soevereiniteit in een soevereiniteit: namelijk binnen de staat. Dat zet verder aan het denken dan de definities uit lesboeken.’

Fundamentele verhalen gaat verder op het werk van Willem Witteveen, die van 1979 tot 1989 verbonden was aan de Universiteit Leiden. Afgelopen zomer kwam hij om bij de ramp met de MH17. Een uitnodiging om mee te werken aan de bundel moest hij afslaan, omdat hij net zelf aan een boek werkte. Fundamentele verhalen zou oorspronkelijk aan hem aangeboden worden.

‘Er is wel meer geschreven over literatuur en recht, maar vaak slechts een paar A4’tjes per roman. Nu hebben veertien geleerden vierhonderd pagina’s gevuld. Hij was er heel blij mee’, zegt Ellian. ‘Maar toen werd er in Oekraïne een raket afgeschoten.’ Hij pakt een boek uit de kast op zijn kantoor in het Kamerlingh Onnes Gebouw. ‘Hier is zijn proefschrift, uit 1988. Daarna werd hij hoogleraar encyclopedie in Tilburg, dezelfde functie als ik nu heb. Ik kwam in die tijd net naar Nederland en ik werd een van zijn studenten. Er ontstond een intellectuele vriendschap.’ Later werd Witteveen zijn werkgever. ‘De eerste volwaardige. Ik had al bij een groentebedrijf gewerkt, maar toen werd ik student-assistent. Dat bleef ik tot mijn afstuderen. Hij had iets heel menselijks voor een grote wetenschapper.’

Met Bouteligier zet hij in feite Witteveens werk voort, want die publiceerde in 2000 met Sanne Taekema al de bundel Verbeeldingsmacht: wat juristen moeten lezen. ‘Hopelijk kunnen wij weer tot nieuwe discussies aanzetten’, zegt Bouteligier.

Het vakgebied is dan jong, het onderwerp kent een lange traditie. Ook bij de Franse Revolutie en de opkomst van de beginselen vrijheid, gelijkheid en broederschap speelde literatuur al een rol. ‘Montesquieu kroop in de huid van Oosterse brievenschrijvers, om kritiek te leveren op Europa. Er zijn ook veel literaire aspecten te vinden in het werk van Rousseau’, vertelt Ellian. Later, in de negentiende eeuw, liet Victor Hugo scherpe analyses op de Franse Revolutie los, in Les Miserables en Quatre-Vingt-Treize.

‘Stel dat je tegenwoordig als journalist wordt getapt, dan kun je voor de rechter gerust zeggen: “Dit is nét Das Leben der Anderen!” Of wanneer je in een doolhof van regels terechtkomt: “Wát een kafkaëske toestanden!”’ schetst Ellian. Het is een gedeeld wereldbeeld. Kafkaësk is een term die Ellian overigens werkelijk heeft horen vallen in de rechtszaal. Maar hoe groot de invloed van film en literatuur nou precies is op de rechtsorde, is lastig te bepalen. Bouteligier: ‘. Dat wordt niet in een uitspraak vermeld. Door het geheim van de raadkamer is niet concreet te zeggen: dít is een randgeval, zonder Das Leben der Anderen zou deze zaak anders behandeld zijn. Je kunt ook niet afleiden of inzichten voortkomen uit lees- of levenservaring. Ontwikkelingen in het denken zijn niet toetsbaar.’ ‘Maar met gezond verstand kun je wel constateren dat weinig politici en juristen níet aan het denken zijn gezet door The Godfather’, denkt Ellian. ‘De inzet van kroongetuigen tegenwoordig is daar waarschijnlijk op geïnspireerd.’

Fjodor Dostojevski en Franz Kafka, maar ook Philip Roth, J.M. Coetzee en Milan Kundera: het zijn grote, internationale namen in een boek van overwegend Nederlandse auteurs. Zijn Nederlandse voorbeelden minder geschikt voor een kritische beschouwing van de rechtsorde?

‘Daar betrap je ons op een problematische zaak’, bekent Ellian na een korte stilte. ‘Misschien komt dat door een gebrek aan waardering voor de eigen literatuur. W.F. Hermans’ Herinneringen van een engelbewaarder is bijvoorbeeld een interessant geval, over de betekenis van “bevriende staatshoofden”. Het gaat over hoe het recht met de werkelijkheid in de knoop raakt, in plaats van andersom. En De aanslag van Harry Mulisch laat zien hoe in Nederland altijd wel iemand anders, of een of andere omstandigheid, als excuus gebruikt wordt. Met die constructie van omstandigheden kun je heel Nederland wel vrijpleiten. En Karakter van Bordewijk! Die hoef ik niet eens te legitimeren.’

Claudia Bouteligier & Afshin Ellian (red.), Fundamentele verhalen. Over recht, literatuur en film.

Boom, 421 pgs. € 59

Presentatie donderdag 16 oktober 14.00 uur, Lorentzzaal in het Kamerlingh Onnes Gebouw. Aanmelden via encyclopedie@law.leidenuniv.nl.