Studentenleven
Frutti di Mare: Geen Pacman spelen met schedels
Sebastiaan van Loosbroek
woensdag 24 september 2014
© Door Taco van der Eb

‘De mens bestaat pas een oogwenk. Als om twaalf uur middernacht de aarde is ontstaan, komt de mens pas om vijf voor twaalf ’s nachts om de hoek kijken’, vertelt Piet van Vliet van Naturalis. Over die laatste vijf minuten gaat de workshop ‘Evolutie van de mens’, waar vierentwintig studenten van de culturele studentenvereniging Prometheus aan deelnemen.

Zestien mensenschedels liggen verspreid over twee tafels. De studenten worden verdeeld in groepjes van drie. Ieder groepje heeft twee schedels voor zich liggen waaraan ze moeten aflezen welke primitiever is. ‘De schedels zijn niet echt’, benadrukt Van Vliet. ‘Daarvan zijn er namelijk niet voldoende aanwezig en bovendien liggen die over de hele wereld verspreid. Maar dit zijn wel wetenschappelijk verantwoorde replica’s waar ook echte wetenschappers mee aan de slag gaan.’

De studenten raken snel in discussie over welke schedel ouder moet zijn. Een van de groepjes is er al vrij snel uit: ‘Deze heeft goed ontwikkelde, uitgestoken kaken’, merkt Robert van de Peppel (22, geneeskunde) op. ‘En een smal gezicht in verhouding tot de lengte.’ Een groepsgenoot vult enthousiast aan: ‘Ja, en hij heeft een geprononceerde wenkbrauwboog!’

Een ander groepje denkt te maken te hebben met twee verschillende soorten schedels waarvan de ene niet een voorloper is van de andere. De linker heeft namelijk vier scherpe hoektanden terwijl de rechter een prachtige rij mensentanden heeft. ‘Hij heeft een kunstgebit’, grapt er een. Ze blijken het goed te hebben, want de schedel met de hoektanden is van een chimpansee.

‘Ik ben helemaal gelukkig’, straalt eerstejaars archeologiestudente Guus Halewijn. ‘Het is net een archeologisch uitje want je bent echt bezig met de geschiedenis van botten. Pas volgend jaar krijg ik hier college over.’

Esther van Haren (21, bestuurskunde) pakt de schedel die voor haar ligt en zoekt daarmee toenadering tot de schedel tegenover haar. ‘We gaan geen Pacman spelen’, grapt Naturalis-medewerker Lucas Knitel. Verderop probeert een jongen zijn verengingsgenoot te laten schrikken door een groot doodshoofd bij zijn schouder te laten verschijnen. Het slachtoffer is niet onder de indruk.

Als iedereen weer bij de les is, bespreken ze met Knitel de overige kenmerken van een primitieve schedel. Die heeft bijvoorbeeld vaak een soort kam bovenop het hoofd. ‘De kauwspieren zaten daaraan vast’, vertelt Knitel. ‘Dus deze konden heel goed kauwen.’ Een student merkt op dat een oude schedel verhoudingsgewijs een heel kleine hersenpan heeft. ‘Klopt. En vroeger hadden we heel grote tanden, mede om indruk te maken op de vrouwtjes’, vervolgt Knitel. ‘Nu hebben we die gelukkig niet meer, want kussen wordt dan erg lastig.’ De groep begint ongemakkelijk te lachen.

Als laatst moeten de studenten proberen alle schedels op volgorde te zetten van oud naar jong. Dat blijkt nog een heel karwei. Maar een jongen weet zeker dat de schedel van de homo erectus vrij recent is: ‘Een erectus loopt in ieder geval rechtop.’