Columns & opinie
Staat ?ie op de rem?
Masha Rademakers
donderdag 5 juni 2014
Ik rij je eraf! © Taco van der Eb

‘Ik wil dat rode racemonster!’ roept Daniël Amesz (19, internationale betrekkingen). Hij is een van de leden van de Europese studentenvereniging AEGEE-Leiden die donderdag de wereld eens vanuit een ander perspectief willen zien: een rolstoel.

Na wat tips van rolstoelbasketballer Han Dirks (28) lijnen ze zich op voor de startstreep. ‘Ga een beetje voorover zitten, en let alsjeblieft op het verkeer, want dat ding gaat alle kanten op. Je zal nagekeken worden door iedereen, wen daar maar aan.’ Na het startschot werpen de rolstoelracers zich roekeloos de baan op. Van Plexus naar de Pieterskerk, en weer terug.

De mannen zijn duidelijk in het voordeel. Alles hangt af van armspieren. Er wordt gekreund en gesteund bij de brug over het Rapenburg. ‘Het is echt heel zwaar, staat ie op de rem ofzo?’ roept Hanne Geerse (23, internationale betrekkingen). Halverwege ontstaat er een kettingbotsing. ‘Ik rij je eraf’, wordt er agressief geroepen. Maar ook: ‘Het is echt killing, mijn armen branden!’ Dan komen de kasseien richting de Pieterskerk. De rolstoelen lijken alle kanten op te gaan behalve vooruit, en de studenten ploeteren zich een weg richting finish.

Dirks moet er om lachen. ‘Je krijgt er flink eelt van op je handen, maar tape maakt veel goed. Sommige bruggen en wegen in Leiden zijn echt vreselijk. Vooral die heuvel bij het Van der Werff café.’ Met een rotvaart komen de studenten de finish over, waarbij Elke van Vliet (21, psychologie) nog een flinke smakkerd maakt die haar onder de rolstoel doet belanden. Rolstoelracen is duidelijk niet zonder risico.

‘Ik ben zelf inmiddels bijna vergroeid met mijn rolstoel’, vertelt Dirks. ‘Door een hersenbeschadiging bij mijn geboorte loop ik moeilijk en moet ik er bij lange afstanden gebruik van maken. Ik voel me niet beperkt. Het gaat om je mentaliteit. Als deuren voor mij gesloten blijven, rij ik er tegenaan of schop als dat nodig is. Leiden is niet de makkelijkste stad als je in een rolstoel zit. Toen ik lang geleden de El Cid-week liep, ben ik lid geworden bij SSR. De decaan zei tegen me: “Hoe kan je dat nou doen? Die vereniging heeft de hoogste trap van Leiden!” Maar ik probeer de dingen positief te benaderen. Ik zit al tien jaar op gehandicaptensport, eerst hockey en nu basketbal.’ Ook zet hij zich wereldwijd in om de positie van lichamelijk beperkten te verbeteren.

‘Vijftien tot twintig procent van de wereldbevolking heeft een beperking, waarvan veel mensen onder de armoedegrens leven. In sommige culturen hangt er ook een schaamte omheen. Ik hoorde van een meisje dat al negen jaar niet buiten is geweest. Daarom is het zo belangrijk dat landen het VN-Verdrag voor mensen met een beperking tekenen. Nederland is één van de weinige Europese landen die het verdrag nog niet geratificeerd heeft. Zelfs Burundi heeft dat wel gedaan. Er moet dus nog veel gebeuren.’