Wetenschap
Lopen voor de lol
Wilde muizen lopen vrijwillig in tredmolens, ontdekten Leidse onderzoekers. Dat is belangrijk om te weten bij het onderzoek naar hun soortgenoten in het lab. ‘Het lijkt er toch op dat ze een drang hebben om te bewegen.’
Bart Braun
woensdag 4 juni 2014
Als muizen in kooien alleen maar rennen omdat ze gestresst zijn, is dat een enorm probleem voor onderzoekers.

De muizen in de achtertuin van Joke Meijer zijn wereldnieuws. De afgelopen weken haalden ze The New York Times, The Guardian, Der Spiegel, New Scientist en talloze andere media uit binnen- en buitenland. Het is opmerkelijk, want normaal gesproken houdt Meijer zich bezig met hersenonderzoek. ‘Wij onderzoeken de biologische klok, en vooral het netwerk van zenuwcellen in de hersenen dat verantwoordelijk is voor het 24-uursritme. Om dat ritme in het gedrag te meten, gebruiken we muizen. Om de activiteit van de muizen te meten, verbinden we de loopwieltjes in hun kooien met een computer.’

De hoogleraar neurofysiologie is niet de enige die zo met muisjes werkt. Allerlei onderzoek naar de gevolgen van iets op activiteit of de gevolgen van activiteit op iets, berust in elk geval voor een deel op metingen met proefdieren die rondjes rennen in een tredmolentje.

‘Dan rijst natuurlijk de vraag of je geen pathologisch gedrag aan het meten bent’, vervolgt Meijer. Mensen en andere dieren die je in gevangenschap houdt, gaan soms zogeheten stereotiep gedrag vertonen: dwangmatig, steeds herhaald gedrag dat heel duidelijk te maken heeft met stress. IJsberen, kopschudden, de tralies aflikken, dat soort dingen. Als een muis alleen maar in een tredmolen loopt omdat hij diep ongelukkig is, ben je niet alleen de gevolgen van beweging aan het meten, maar ook die van ongelukkigheid.

Meijer: ‘Als dat echt zo zou zijn, dan is dat problematisch voor je onderzoek. Het leek me altijd dat hier geen sprake was van stereotiep gedrag: muizen lopen al de eerste dag in hun kooi op zo’n tredmolentje. Ze gaan het ook minder doen naarmate ze ouder worden, terwijl je bij stereotiep gedrag juist ziet dat dieren het steeds meer vertonen als ze langer gevangen zitten. Toch besloot ik om het eens in de vrije natuur te onderzoeken. Ik was oprecht benieuwd wat eruit zou komen.’

De enige eerdere waarneming aan tredmolenlopen door dieren buiten kooien kwam van Konrad Lorenz, de stamvader van het diergedragonderzoek zelf. Een paar van zijn ratten waren ontsnapt, en hij wist ze terug te vangen door een loopwieltje neer te zetten. Zouden wilde dieren, die nog nooit eerder zo’n molen gezien hebben, er ook in gaan lopen?

Samen met de fijnmechanische dienst van het Leids Universitair Medisch Centrum ontwierp Meijer speciale inloopkooien met loopwielen erin. Die waren voorzien van een infraroodcameraatje, en van gaas dat ruim genoeg was om muizen en ratten binnen te laten, maar fijn genoeg om vossen en andere dieren die de proefopstelling konden beschadigen buiten te houden. ‘Veel universitair medisch centra hebben hun mechanische diensten opgeheven om kosten te besparen. Terwijl je juist daarmee metingen kan doen die niemand anders kan doen. Het is zeker niet zo dat je alles zomaar kant en klaar kunt kopen.’

Promovendus Yuri Robbers, biologiedocent aan het Stedelijk Gymnasium van Leiden, verzorgde het programmeerwerk en de data-analyse. Sinds een paar jaar zijn er speciale potjes met geld voor leraren die naast hun werk nog promotieonderzoek willen doen, en Robbers was een van de eersten die ermee aan de slag ging. ‘Zijn plannen sloten naadloos aan op ons onderzoek.’

Een van de kooien stond in Meijers achtertuin, het andere in afgesloten gedeelte van natuurgebied Meijendel bij Wassenaar. ‘De bunkers daar hebben nog werkende stopcontacten, dus konden we met lange snoeren de meetapparatuur van stroom voorzien.’

De resultaten waren eind mei te lezen in het biologenvakblad Proceedings of the Royal Society B. Wat blijkt? Muizen, spitsmuizen, ratten en zelfs kikkers komen vrijwillig de kooi in om in het molentje te rennen, ook als daar geen eten in ligt. Een infraroodfilmpje van een naaktslak in het wiel heeft inmiddels zo’n honderdvijftigduizend views op YouTube, al houdt Meijer de mogelijkheid open dat de slak niet bewust rondjes maakt. ‘Bij de muizen is dat wel hun bedoeling, althans volgens mijn indruk. Je ziet ze er ook uitspringen en dan weer terug in het wiel om verder te rennen.’ De eerste mailtjes van enthousiaste lezers die zelf een camera en een tredmolen in de tuin zetten - en een rennende muis filmden- zijn inmiddels binnen.

Het rengedrag van knaagdieren is blijkbaar niet iets dat door de gierende stress van gevangenschap ontstaat. Goed nieuws voor de duizenden onderzoekers over de hele wereld die met rennende muizen werken. Maar waarom doen die beesten het dan wél? Meijer: ‘Het gaat er toch op lijken dat deze dieren een drang hebben om te bewegen. Biologen gaan er al snel vanuit dat elk gedrag doelbewust moet zijn. Het kost ook tijd en energie, per slot van rekening. Misschien is dit gewoon spelen; we zien ook dat jongere dieren het vaker doen dan oudere soortgenoten.’

Eén detail sluit mooi aan bij Meijers laboratoriumwerk: de tredmolen in de duinen werd veel vaker ’s nachts gebruikt dan overdag, terwijl dat verschil in Meijers achtertuin minder uitgesproken was. Wellicht dat de lichtvervuiling in Leiden het dag/nachtritme van muizen al in de war schopt, oppert ze.