Achtergrond
Anorexia? Dat overkomt mij nooit
Toen Robin Tolenaar (18) ontdekte dat ze anorexia had, begon ze met schrijven. In Strijd schetst de studente kunstgeschiedenis haar gevecht tegen het lijnen. ‘Het is belachelijk dat we de dunheid van modellen nastreven’
Masha Rademakers
woensdag 21 mei 2014
Studente kunstgeschiedenis Robin Tolenaar: 'Ik at bijna niets.' © Taco van der Eb

‘Shit, dacht ik vroeger na het eten van een zak chips. Nu weeg ik vast vijf kilo meer! Het rare is, je hebt je eigen gedachten, en een soort tweede stemmetje daarnaast dat jou eigenlijk ziek wil hebben. In het begin wilde ik gewoon één of twee afvallen, omdat ik vond dat ik teveel snoepte. Maar dat afvallen ging zo snel en makkelijk.

‘Ik werd steeds onzekerder, en toen ik in korte tijd twee opmerkingen over mijn, toen nog gezonde, gewicht kreeg, was ik vastbesloten door te gaan met lijnen. En daarin sloeg ik door. Alleen tijdens de lunch en het avondeten at ik wat, omdat er dan mensen om mij heen waren. Verder at ik bijna niets. Tot in het perfectionistische hield ik bij wat ik allemaal at. Ik telde alle calorieën.

‘Toch dacht ik nog lange tijd dat er niets aan de hand was. Anorexia zou mij nooit overkomen, zei ik altijd. Tot mijn moeder mijn haar aan het invlechten was, en opeens twee losse strengen in haar handen had. Ik woog 47 kilo bij een lengte van 1.66 meter. En nu begonnen dus ook mijn haren uit te vallen. Mijn moeder vroeg of het wel goed met ging. Toen heb ik alles opgebiecht.

‘Na overleg met mijn moeder en een psycholoog ben ik begonnen aan groepstherapie. Dat was helemaal niets voor mij. Het leek alsof de therapeuten ervan uitgingen dat elk meisje met een eetstoornis hetzelfde denkt.

‘Toen ik mezelf als doel had gesteld die week een Twix te eten, werd dat zelfs afgeraden. Dat zou te snel zijn. Ook mocht ik van de therapeuten niet aan mijn examenjaar van het vwo beginnen, wat me boos maakte. De meisjes uit de therapiegroep wisselden ook nog eens tips uit over de beste light-producten. Ik had het idee dat het mij allemaal niet ging helpen. Ik wilde liever gewoon verder gaan met leven, in plaats van elkaar verder depressief te maken in zo’n praatgroep.

‘Met behulp van familie en vrienden kwam ik binnen een paar maanden weer op beter gewicht. Het is heel moeilijk om de controle op eten los te laten. Je staat voor de spiegel en ziet altijd wel iets aan je lichaam dat niet bevalt. Ik heb nog steeds bevestiging nodig. Hoewel ik het nu heerlijk vind om weer af en toe chocola en chips te eten, ga ik na het snoepen mezelf soms wegen. Dan pas geloof ik dat ik niet ben aangekomen.

‘Twee maanden geleden ben ik op kamers gegaan. Nu ik op mezelf woon, moet ik opletten dat ik niet terugval in mijn oude patronen. Als je voor jezelf kookt is het veel makkelijker om het eten een keer over te slaan. Dat mag ik niet toelaten.

‘Mensen die nog strijden tegen anorexia wil ik de tip meegeven om hulp te accepteren. Dat is de eerste stap naar genezing. Het is belachelijk dat we met zijn allen de dunheid van modellen nastreven. De nadruk ligt zo op diëten. Ik ben bang dat meisjes hierdoor enorm beïnvloed worden, terwijl dat niet nodig is.

‘De dag dat ik had ontdekt dat ik anorexia had, ben ik meteen begonnen met schrijven. Het gaf me rust. Het gaat nu echt veel beter met mij. Ik heb veel meer energie. De goede reacties op mijn boek geven me kracht om door te gaan.’

Robin Tolenaar, Strijd,

Boekscout.nl, €16,15