Columns & opinie
Geen commentaar: Toepassingsgerichter
Bart Braun
woensdag 14 mei 2014
© Silas.nl

De brief was in maart al verstuurd, maar een wetenschapsjournalist van The Post Online maakte hem van het weekend openbaar. Elf Research & Development-bazen van Nederlandse multinationals vroegen minister Bussemaker van Onderwijs en Wetenschap om de ‘nationale wetenschaps- en innovatieagenda’s te integreren’. Dreigen om anders op te stappen doen ze niet letterlijk, maar tussen neus en lippen melden ze wel dat er internationale competitie is om hun investeringen naar andere regio’s te trekken.

Wat ze precies bedoelen met die integratie leggen ze niet uit, maar ze doen wel wat suggesties. Ze willen meer bèta- en techniek, meer toepassingsgericht onderzoek, meer profilering van universiteiten. En minder nadruk op aantallen publicaties.

Over die profilering hebben we het op deze plek vaker gehad: hoog tijd dat die er komt. Over dat er meer bèta- en techniek moet komen, zeuren bedrijven al decennia; dat is het Ceterum censeo van het bedrijfsleven. Wetenschappers klagen zelf ook dat er teveel nadruk op aantallen publicaties ligt. Maar ja, als ze een beurs aanvragen, kijkt de verstrekker wel naar hun publicatielijst. Het is niet alsof het bedrijfsleven voor fundamenteel onderzoek gaat betalen, namelijk. Dat vangt liever publiek geld om samen met universiteitsmensen in zogeheten consortia te stappen, via Europese potjes en topsectorenbeleid.

Maar zelfs dat is niet genoeg. Het onderzoek moet toepassingsgerichter. Dat is een merkwaardige opvatting van waar universiteiten voor zijn. Als het allemaal zo direct toepasbaar is, zou het logischer zijn om dat onderzoek op de R&D-afdelingen van bedrijven te doen, per slot van rekening. Het hele punt van universiteiten is nou net dat ze juist dat onderzoek doen dat niet uit privaat geld gedaan kan worden. Net zoals filmhuizen subsidie krijgen omdat we ook wel eens een film zonder langzame ontploffingen willen zien, zeg maar.

Heel begrijpelijk dat het bedrijfsleven dat anders wil zien. Het is ook handig voor het bedrijfsleven als Staatsbosbeheer voortaan de bomen op hun bedrijfsterreinen gaat snoeien, of het Centraal Planbureau hun jaarrekeningen komt controleren. Alleen: daar zijn die instanties helemaal niet voor.

Het andere punt van universiteiten is dat allerlei technologie en medicijnen die we nu gebruiken, zijn ontwikkeld door wetenschappers die werkelijk geen idee hadden waar hun onderzoek ooit goed voor zou zijn. Zonder de wiskunde van Albert Einstein (zie ook ons wetenschapsverhaal van deze week) zou uw TomTom niet werken, bijvoorbeeld. Stel nou dat we het volgens de methode van de Unilevers hadden aangepakt, zo rond de vorige eeuwwisseling. En stel dat het bedrijfsleven toen al wist dat ze zeventig jaar later satellietnavigatie wilden gaan verkopen. Dan had de jonge Albert een beurs gekregen met als opdracht GPS te verbeteren. Zou daar ooit een relativiteitstheorie uit zijn voortgekomen?