Achtergrond
Hij raadt je pincode
Victor Mids voltooide afgelopen jaar zijn studie geneeskunde. Nu is hij illusionist. ‘De wetenschap kan nog veel van goochelaars leren.’
Marleen van Wesel
donderdag 8 mei 2014
© Merijn Straathof

‘Denk nú aan een kleur en een gereedschap’, zegt Victor Mids (27, afgestudeerd bij geneeskunde). Oké, een rode tang. ‘De meeste mensen denken aan een rode hamer. Een kwestie van statistiek’, vertelt hij. Maar met alleen statistiek kun je dus niet élke goocheltruc laten slagen. Daarom heeft hij bij deze uitvoering niet alleen een plaatje van een rode hamer in zijn linkerbinnenzak, maar ook een van een rode tang in de rechter; en nog wat ander gekleurd gereedschap in verschillende broekzakken. Dat noemt hij outs. ‘Een goede illusionist beschikt bovendien over allerlei verbale en non-verbale subtiliteiten om de truc op te vangen. En om je te sturen. Dat zegt wat over je keuzevrijheid.’

Hij was vier toen hij van zijn oom een goocheldoos cadeau kreeg. ‘Het was meteen raak. Het mooie van goochelen is dat je direct beloond wordt wanneer de ander écht niet snapt wat je doet. Je hersenen kunnen je flink voor de gek houden.’ Een bekend voorbeeld is het basketbalfilmpje waarbij proefpersonen het aantal worpen moeten tellen, waardoor ze de gorilla die door het beeld loopt niet opmerken. ‘Uit onderzoek blijkt dat hij wel op je netvlies valt, maar dat je hem niet registreert. Zo werken illusies ook: als ik je goed afleid, kan ik van alles voor je neus laten gebeuren.’

Of zijn talent zich meteen manifesteerde, weet hij niet meer. ‘Maar ik was best een mannetje, dus ik kon het wel mooi presenteren.’ Een krantenwijk heeft hij nooit gehad, hij trad op bij kinderfeestjes. Later ging hij geneeskunde studeren. In 2009 richtte hij intussen zijn bedrijf Neuromagic op. ‘De gedachte dat ik een afgeronde studie als basis wilde, was redelijk steady. Het was hooguit balen dat ik er een van zes jaar had gekozen in plaats van vier.’ Arts is hij niet geworden. Neuromagic houdt hem fulltime bezig en hij werkt aan een televisieprogramma. ‘Het wordt een soort Brain Games meets Dynamo. Ik kan je illusies laten zien, zowel visueel als mentaal, ik kan je geheugen wissen, je toekomst voorspellen, je ring laten verdwijnen en je pincode raden.’ Daarvoor heeft hij met zijn crew alle seizoenen van Dynamo: Magician Impossible uitgeplozen. ‘We zijn achter een vorm gekomen die echt uniek is, waarmee we verregaande illusies kunnen uitvoeren.’

Fragmenten uit Dynamo’s trukendoos waren afgelopen weken regelmatig bij De Wereld Draait Door te zien. Tafelheren en gasten probeerden uit alle macht te ontrafelen hoe de illusionist het witte lijntje onder het horlogebandje van een zongebruind meisje naar haar bovenarm wist te verplaatsen en ook Hans Klok werd erbij gehaald. ‘Het was in ieder geval geen montagewerk. Die truc gebeurde daar echt’, zegt Mids overtuigd. ‘Maar de manier waarop is secundair. Ik betrek zelf nooit iemand in het complot, maar het draait uiteindelijk vooral om de verwondering, verbazing en verwarring van het publiek. Het reactieshot moet honderd procent echt zijn.’ Dat geldt voor zijn eigen programma, maar SBS prentte het hem ook in bij zijn deelname aan De Nieuwe Uri Geller in 2009. ‘We mochten zo ver gaan als we wilden, zolang we maar niet met de BN’er in kwestie afspraken wat er zou gebeuren. Patty Brard kan namelijk nog zo hard “Ooooh!” roepen, wanneer het niet oprecht is, zie je dat direct.’

‘Hans Klok en Hans Kazan zijn trouwens geweldig, maar zij hebben dat oude circussfeertje om zich heen. Het glittergordijntjesimago, met een hoge hoed vol konijnen. De opkomst van internet heeft echter een hoop jonge illusionisten met elkaar in contact gebracht die zoals Dynamo street magic uitvoeren. Dat is veel meer in your face: Dynamo raadt je gedachten, slaat een mobiele telefoon dwars door een bierflesje, loopt over water, heel clean allemaal.’

Zaterdag staat Mids zelf in het Leidse Plantsoentheater met een inmiddels uitverkochte Neuromagic-show. ‘Er breken spannende tijden aan voor Nederland. Ik ga je krachten laten ervaren waarvan je niet wist dat je ze had. Zonder dat er iets paranormaals aan te pas komt, ik toon het aan met experimenten.’

Niet dat hij alles verklapt, maar hij licht graag een tipje van de sluier op. ‘Rond hypnose hangt bijvoorbeeld een magisch sfeertje, maar in wezen is het een placebo-effect van woorden. Je neemt een pil, je vertelt jezelf dat het werkt, en het werkt. Zelfs als je weet dat het een placebo is, al is het effect dan minder sterk. Bij hypnose wek je die suggestie met woorden: je vertelt jezelf dat de hypnotiseur de waarheid spreekt. De wetenschap kan nog veel van goochelaars leren.’

Regelmatig organiseert hij dan ook workshops en lezingen. Die brachten hem al in contact met artsen die enthousiast zijn om onderzoeken met hem te starten. ‘Bijvoorbeeld naar de inzet van suggestief taalgebruik in de zorg. Niet dat je moet liegen, of dingen beloven die niet waar zijn. Maar niemand is in grotere staat van hypersuggestiviteit dan een patiënt, dus je zou een context kunnen creëren waarin de focus minder op pijn komt te liggen.’

Uiteindelijk moet er een keer een proefschrift van komen. ‘Bijvoorbeeld rond de Theory of mind. Concreet houdt die in dat we ons behoorlijk in elkaar kunnen verplaatsen. Het is nu mooi weer, we hebben dit gesprek, je bent zo oud; op basis daarvan kan ik je vertellen wat je denkt. Mijn hypothese is dat illusionisten een verhoogde Theory of mind hebben. Er is al interesse om illusionisten in een MRI-scanner van het LUMC te onderzoeken.’ Eerst komt er nog een populair wetenschappelijk boek. ‘Net als in het televisieprogramma kan ik daarin veel globalere dingen kwijt, aan een groot publiek, over wat we kunnen leren van de werking van illusies.’

Ter illustratie wil hij er wel een verklappen: ‘Stel, ik toon je een spel kaarten en spreid het voor je uit. Je mag een kaart zien, die verdwijnt terug in het spel, ik schud de kaarten en steek er een in een envelop. Je mag vertellen welke je zag, ruiten vrouw, en vervolgens open je de envelop: ruiten vrouw. Hoe zou ik dat gedaan hebben?’ Geen idee, vast niet met een spel met alleen ruiten vrouwen. ‘Wel dus. Als ik mijn stapel snel laat zien, heb je dat niet door, omdat in je hoofd een register van 52 kaarten zit. Hoe flauwer de truc, hoe minder snel je het raadt. En ik moet aan het begin natuurlijk niet benadrukken dat het een normáál kaartspel is. Don’t run when you’re not chased.’

www.neuromagic.nl

Victor Mids geeft tijdens de Museumnacht twee optredens in Museum Boerhaave: zaterdag 17 mei, 21.30-22.00 en 23.30-0.00