Nieuws
'Lange arm van Rabat' heeft geen spierbal
De politieke invloed van de Marokkaanse overheid op Marokkaanse Nederlanders is beperkt, concludeert een Leidse promovenda.
donderdag 17 april 2014

Antropologe Merel Kahmannpromoveerde gisteren op haar onderzoek naar de relatie tussen Marokkaanse Nederlanders en de Marokkaanse overheid. 

‘In de media wordt altijd heel kritisch geschreven over de zogenaamde “invloedrijke lange arm van Rabat”, dus heb ik onderzocht hoe Marokkaanse Nederlanders daar nu zelf over denken. Aangezien het debat over Marokkanen de laatste weken zo opgelaaid is, ben ik blij dat ik een genuanceerder geluid kan laten horen.’

Uit Kahmanns promotieonderzoek blijkt dat er een enorme verscheidenheid heerst aan meningen onder Marokkaanse Nederlanders, wanneer zij gevraagd werden naar hun band met Marokko.

‘Hoe men Marokko ziet is onder andere afhankelijk van de levensfase, en ook van het opleidingsniveau. De kinderen van migranten hebben vaak een rooskleuriger beeld van Marokko. Het is het idyllische land waar zij altijd hun zomervakanties doorbrachten. Hun ouders zijn vaak kritischer, zij associëren het land vaker met corruptie en vriendjespolitiek.’

Het enige wat hen nog bindt met hun land van origine zijn familiebanden en religieuze affiliaties, van de Marokkaanse politiek houden zij zich ver verwijderd. ‘Ze willen dus wel een imam uit Marokko in hun Nederlandse moskee, maar dan wel eentje die niet politiek gekleurd is. De politieke invloed die de Marokkaanse overheid op Marokkaanse Nederlanders uitoefent is beperkt en persoonsgebonden.’

Marokko heeft er echter veel belang bij om de religieuze en politieke voorkeuren van hun overzeese burgers in de gaten te houden.

Met de vestiging van Marokkaanse organisaties in Nederland probeert het land de Marokkaans Nederlandse burgers te bereiken.

Om de legitimiteit van de koning en het politieke bestel te bewaken is het voor de Marokkaanse overheid van groot belang dat Marokkaanse Nederlanders trouw blijven aan de religieuze grondslag van Marokko.

‘De Marokkaanse autoriteiten zijn als de dood voor radicalisering van Marokkanen in het buitenland, wat de binnenlandse politieke stabiliteit zou kunnen aantasten’, aldus Kahmann. Met criminele Marokkaans-Nederlandse straatjongetjes bemoeit Marokko zich echter amper. ‘Zij zijn meer geïnteresseerd in de hoger opgeleide en succesvolle Marokkaans-Nederlandse jongeren, die potentieel economisch voordeel kunnen opleveren. Met criminelen bemoeien zij zich niet.’

Kahmann ontkent dan ook dat de criminaliteit onder deze jongeren wordt veroorzaakt door de inmenging van de Marokkaanse overheid. Noch wordt hun integratie in de Nederlandse samenleving op enige manier beperkt door Rabat.

‘De criminaliteit staat volkomen los van de Marokkaanse identiteit. De “normale” Marokkaan is van dit soort stigmatiserende geluiden de dupe. Er bestaat niet één Marokkaanse identiteit, er is zoveel verscheidenheid onder Marokkanen. Tijdens de interviews die ik heb afgenomen, heb ik gemerkt dat zij het erg moeilijk hebben met het negatieve stigma dat op hen rust. Sommigen van hen voelden zich zelfs niet meer thuis in Nederland. Mijn respondenten wilden dan ook graag bijdragen aan een bredere beeldvorming over Marokkaanse Nederlanders.’ MR