Columns & opinie
527: Moderne altaren
Altaarstukken staan centraal in een Studium Generale-reeks en de expositie Toegewijde Kunst. Moderne altaarstukken als bron van inspiratie voor de stad Leiden. Hoogleraar publieke theologie aan de Universiteit van Tilburg Erik Borgman geeft op 30 april een lezing over hedendaagse varianten.
donderdag 17 april 2014

Waarom bouwen mensen altaren?

‘Behalve de tafel waaraan de eredienst plaatsvindt, is een altaar ook de plaats die mensen geven aan kleine heiligdommen. Aan de ene kant zet men dingen apart, je moet ze immers isoleren om ze op te laten vallen. Aan de andere kant zijn het altijd dingen die verbonden zijn met het leven. Tempels en kerken kun je zien als de omhulling van zo’n altaar.’

En die bouwen we nu nog steeds?

‘Ja, al is het een wat verbazende constatering. De religiositeit neemt immers af. Tegenwoordig kunnen die altaren er dan ook behoorlijk seculier uitzien. Denk aan het dressoir van een oma, vol foto’s van kleinkinderen. Of aan een plekje in huis waar het portret van een overledene centraal staat. Maar het kan ook een Boeddhabeeld zijn, of een icoon, iets uit de natuur. De beweging is telkens hetzelfde: je neemt iets uit de alledaagse omgeving en je zet het apart. Vervolgens bekijk je jezelf en je eigen leven in het licht van wat je apart hebt gezet.’

Op een tafeltje?

‘Kan, maar hoeft niet. Het klinkt misschien gek, maar je kunt zelfs tatoeages als altaar zien. Of je lievelingshoekje in de tuin. Het kan ook een plekje in het bos zijn, waar je altijd even langsloopt omdat er een herinnering aan verbonden is. Ook op internet worden herdenkingsplekken ingericht. Voor individuele mensen, maar ook voor de slachtoffers van de Shoah.’

Is er ook een verschil met vroeger?

‘Ja, een traditioneel heiligdom is wat meer publiek. Niet dat iederéén er zomaar bij moet kunnen, maar een kerk of tempel markeert dat er iets heiligs is. Nu bestaat de neiging om heiligdommen privé te houden. Op de slaapkamer, waar juist niemand komt. Mensen beleven religie en spiritualiteit steeds meer als iets persoonlijks.’

In uw lezing vertelt u over de blinde vlek die we voor dit fenomeen lijken te hebben.

‘We zien misschien elkaars verzameldrift, maar we blijven denken dat we zelf betekenis géven aan een modern altaar. Terwijl het interessante nu net is dat je ook betekenis ontvángt uit wat je zelf geconstrueerd hebt. Denk aan de oma die nog eens extra stilstaat voor haar dressoir, of iemand die voor z’n Boeddhabeeld mediteert. Die foto’s of dat beeld vertellen je een verhaal waarin je zelf een plaats krijgt. Uiteindelijk overstijgt je altaar zo toch het persoonlijke, want het plaatst je in de geschiedenis, of zelfs in de kosmos. Deze omkering is vaak een blinde vlek, maar die andere kant hoort wel degelijk bij het menselijk bestaan. Ik laat graag zien dat klassieke patronen zo voortbestaan. Je moet daarbij wel oog hebben voor zowel de overeenkomsten als de verschillen. Je kunt niet doen alsof er niets meer over is aan religieus gedrag, maar ook niet alsof er niets veranderd is. Elke traditie bestaat bij de gratie van verandering.’ MVW