Nieuws
Stelen van jezelf gaat niet
Zelfplagiaat is een ‘onzuivere term’, constateert een commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
donderdag 3 april 2014

In het advies Correct citeren vraagt de commissie om helderdere en bredere richtlijnen.

Bij plagiaat moet er volgens het adviesrapport ten eerste sprake zijn van het toe-eigenen van andermans materiaal, zónder daarbij voldoende recht te doen aan de bijdrage van die ander. Zogenoemd zelfplagiaat komt niet overeen met die omschrijving.

‘Men kan immers niet zijn of haar intellectueel eigendom van zichzelf stelen of nogmaals toe-eigenen’, is te lezen.

Van wetenschappelijk wangedrag is bij hergebruik van eigen werk daarom nooit sprake, aldus de commissie. Hooguit van twijfelachtige onderzoekspraktijken, maar dan alleen wanneer er geen bronvermelding gegeven wordt, de auteur zichzelf te veel eer toekent of wanneer het publiek misleid wordt wat betreft de originaliteit.

Lastiger is het wanneer er co-auteurs aan een publicatie hebben meegewerkt. In principe is elke co-auteur mede-eigenaar van het stuk, maar bij hergebruik zonder bronvermelding eigen je jezelf tegelijkertijd andermans werk toe. Regelgeving is lastig, aangezien het per publicatie verschilt welke wetenschapper in welke mate heeft bijgedragen. De commissie van Bensing heeft hiervoor internationale literatuur geraadpleegd, maar opvallend genoeg komen dergelijke mogelijke zelfplagiaatkwesties nauwelijks voor in gedragscodes.

Ook de enige Nederlandse code, de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening van de VSNU, behandelt momenteel alleen écht plagiaat, en geen vormen uit het schemergebied waarbij het om eigen of deels eigen werk gaat.

De commissie vraagt de VSNU om de huidige richtlijnen aan te vullen. Tevens waarschuwt de commissie dat oudere publicaties met enige terughoudendheid beoordeeld zouden moeten worden, aangezien er eerder nog geen regels waren over andere hergebruikvarianten. MVW