Nieuws
Hoe Allah verdween uit Leiden
Een Jemenitische promovendus heeft zijn proefschrift opnieuw moeten laten drukken. Reden: in zijn dankwoord bedankte hij Allah. En dat mag niet van de universiteit.
donderdag 3 april 2014

I owe a debt of gratitude and sincere thanks to Almighty Allah for his guidance and comfort throughout the duration of this dissertation’, schrijft Moosa A. A. Elayah in de eerste druk van zijn proefschrift over donorhulp in ontwikkelingslanden. In de tweede druk is het gehele dankwoord verdwenen.

Het is niet de eerste keer dat een religieus bedankje wordt tegengehouden. In 2012 stapte jurist Fred Schonewille naar het College voor Promoties van de universiteit omdat hij God niet mocht bedanken met een ingekorte versie van psalm 111:10. Het College gaf hem gelijk, omdat nergens in het promotiereglement de beperkingen voor een dankwoord waren aangegeven. Het reglement is toen gewijzigd. In het voor- en nawoord mogen betrokkenen op gepaste wijze bedankt worden, zoals gangbaar in de ‘acknowlegdgements’ in de internationale wetenschappelijke literatuur. Daar heeft een opperwezen geen plek.

Elayah vindt het jammer, maar maakt zich er niet druk over. ‘In Jemen is het heel normaal om Allah te bedanken. Maar in goede samenspraak met mijn promotoren heb ik het gewijzigd.’ Hij heeft zo’n dertig proefschriften moeten terugtrekken en opnieuw moeten laten drukken. Het kostte zijn promotores - die in zijn bijzondere geval besloten de drukkosten van het proefschrift te dragen - ergens tussen de twee- en vijfhonderd euro, zegt hij.

Promotor Frits van der Meer: ‘Het dankwoord moest sowieso over, er stond namelijk een naam verkeerd in. Bovendien zou het op een los vel bijgevoegd worden en dat is misgegaan.’ 

In Wageningen ontstond onlangs ook ophef over een paar zinnetjes over God. Die moesten door de promovendus worden geschrapt. De WUR zwichtte later voor de kritiek: het bedanken van een Opperwezen mag nu wel, net als het bedanken van je huisdier. EM