Nieuws
Minder nadruk op publiceren
Bij het beoordelen van onderzoeksgroepen wordt de komende jaren minder nadruk gelegd op het aantal publicaties, en wordt er juist meer gelet op de begeleiding van promovendi en de wetenschappelijke integriteit.
donderdag 27 maart 2014

Dat blijkt uit het nieuwe Standard Evaluation Protocol (SEP) dat vorige week gepresenteerd werd. Het evaluatierapport wordt elke zes jaar opgesteld door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Vereniging van Universiteiten (VSNU). Van 2015 tot 2021 zullen deze organisaties het wetenschappelijk onderzoek volgens de in het rapport vastgelegde criteria gaan evalueren.

In het nieuwe rapport is het aantal evaluatiecriteria teruggebracht van vier naar drie. Het onderzoek wordt beoordeeld op wetenschappelijke kwaliteit, maatschappelijke relevantie en toekomstbestendigheid. Om gehoor te geven aan de kritiek op de cultuur waarbinnen wetenschappers voornamelijk afgerekend worden op hun aantal publicaties, is productiviteit als zelfstandig criterium komen te vervallen. Dat betekent overigens niet dat productiviteit helemaal niet meer meetelt: het is nog steeds terug te vinden als indicator binnen de zelfevaluatie.

Ook het aantal beoordelingscategorieën is teruggebracht, van vijf naar vier. Een veelgehoorde kritiek was dat de beoordeling niet streng genoeg zou zijn. Eerder ontving een ruime meerderheid van de onderzoeksgroepen het predicaat ‘excellent’, wat het vergelijken van onderzoeksgroepen lastig maakte. In de toekomst zullen de onderzoeksgroepen strenger beoordeeld worden, waarmee het lastiger wordt om in de categorie ‘excellent’ te belanden.

Minister Bussemaker is blij met het vernieuwde SEP. In een brief aan de Tweede Kamer zegt zij dat er ‘een aantal inhoudelijke wijzigingen is doorgevoerd die tegemoetkomen aan de veranderende omstandigheden waarmee het onderzoeks- en wetenschapsbestel wordt geconfronteerd’. PM