Nieuws
'De minister is echt verkeerd bezig'
De SP heeft Kamervragen gesteld over de forse kritiek die jurist Peter Kwikkers heeft op minister Bussemaker van Onderwijs. Hij stelt dat de minister zich niet houdt aan de Wet op het hoger onderwijs (WHW) en de Tweede Kamer onjuist heeft geïnformeerd over de geldigheid van tentamens.
Vincent Bongers
donderdag 27 maart 2014

De SP wil opheldering van Bussemaker en vindt dat cijfers absoluut niet mogen vervallen om studenten harder te laten studeren. De minister laat in haar brief aan de Tweede Kamer van 12 maart ruimte aan instellingen om dat toch te doen. Mits zij vervallen tentamens mogen herkansen.

WHW-specialist Kwikkers legde in Mare van vorige week uit dat de rechtspositie van de student wordt ondergraven als de geldigheid van tentamens vervalt. ‘Uit de wet, systematische wetsinterpretatie en parlementaire behandeling blijkt dat onbeperkte geldigheidsduur de regel is’, aldus Kwikkers. ‘Er is één uitzondering: alleen als achterhaalde kennis een gevaar vormt, kan er sprake zijn van een beperking van geldigheid - bijvoorbeeld als blijkt dat bepaalde medische handelingen niet werken en gevaarlijk zijn. Geldigheidsbeperking vanwege rendement of aansporing valt mijlenver buiten de ruimte die de wet biedt.’

Kwikkers vindt de vierjaarstermijn van rechten al helemaal niet kunnen. ‘De regeling is in strijd met de wet, de ratio ervan, het academisch gewoonterecht en met het gezond verstand. Het is ook volkomen onnodig, zelfs onbehoorlijk en de Universiteit Leiden onwaardig.’

SP-Tweede Kamerlid Jasper van Dijk vindt dat ‘de minister verkeerd bezig is. Bussemaker kan niet zomaar nieuwe argumentatie aanvoeren om de geldigheid van cijfers te beperken. Het spoort niet met wat in de wet staat. Het juridische punt van Kwikkers is heel terecht maar los daarvan vind ik dat studiepunten en tentamens gewoon geldig moeten blijven. De overheid kan ook niet zomaar het rijbewijs intrekken van iemand. Dat blijft gewoon geldig tenzij je het zelf niet verlengt. De enige uitzondering is als het om verouderde kennis gaat. Bijvoorbeeld bij geneeskunde.’

Het ministerie is ‘opportunistisch’, vindt Van Dijk. ‘OCW probeert studenten harder te laten studeren en knijpt dan een oogje dicht. Als het past in hun eigen straatje dan houden ze zich niet aan de wet. Als blijkt dat de minister in haar antwoorden dit niet recht zet dan dien ik een motie in. Ik verwacht dat die motie brede steun krijgt. Als Bussemaker die motie niet wil uitvoeren, komt ze echt in de gevarenzone.’

D66-Kamerlid Paul van Meenen vindt het juridische aspect ‘minder interessant. Ik ben ook geen jurist. Of het wettelijk wel of niet mag is ook niet het belangrijkste. Het rendementsdenken dat er achter zit, is het grote probleem. Echt een voorbeeld van de universiteit als koekjesfabriek. Alles is gericht op rendement en dat is dan ook allemaal nog de verantwoordelijkheid van de student en niet van de universiteit. Ik vind dat het vervallen van tentamencijfers alleen maar mag als het gaat om zeer verouderde kennis. En dat is echt de enige reden.’