Wetenschap
Gods opvolging
Toen geneesheer Herman Boerhaave stierf in 1738, begon de strijd om zijn nalatenschap. Historicus Luuc Kooijmans schreef in 2011 al diens biografie Het Orakel. Nu is De geest van Boerhaave verschenen.
Bart Braun
donderdag 6 maart 2014

Weer een Boerhaave-boek. Waarom?

‘Het is eigenlijk juist geen boek over Herman Boerhaave. Het begint waar het vorige boek ophoudt, bij zijn dood. Hij was zelf een verstandige en daardoor wat saaie man, maar na zijn dood breekt de hel los.’

Boerhaave had de geneeskunde een natuurkundige basis gegeven, en was beroemd tot ver in het buitenland.

‘Dus na zijn dood was de vraag: wat nu? Wie treedt er in dat vacuüm? Allerlei leerlingen strijden om wie zijn echte opvolger is, en proberen zo veel mogelijk van zijn reputatie te profiteren.’

Bij wie lukte dat?

Zijn leerlingen Albinus en Gaubius namen zijn Leidse lessen over, maar dat waren mensen die toch minder tot de verbeelding spraken dan Boerhaave zelf. Internationaal gaat de strijd tussen de Zwitser Albrecht von Haller en Gerard van Swieten, lijfarts van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresa. En dan zijn er nog zijn neefjes Herman en Abraham Kaau, die zijn nalatenschap erven.’

Wat was dat precies?

‘Zijn manuscripten. Die waren enorm belangrijk. Boerhaave was toen God zelve, maar hij had nauwelijks iets gepubliceerd. Alle wijsheid zit dus in de manuscripten, denkt men. Herman Kaau had een leuk leventje in Den Haag, en bedankte voor de eer om Boerhaave op te volgen. De baan en de manuscripten gaan naar Abraham, maar die wordt plotseling doof. Herman heeft schulden, leent twee manuscripten van zijn broer, doopt zichzelf om tot Herman Kaau-Boerhaave en reist er mee naar Rusland. Daar legt hij uit dat zijn broer Abraham de rest heeft. Die krijgt een baan als hoogleraar aangeboden, en zo belandt Boerhaaves werk in Sint-Petersburg.’

Het was niet zo makkelijk om daar bij te komen, begreep ik?

‘Dat kun je wel zeggen. Dat is een strijd van jaren geweest. In het Rusland van toen was alles dat medisch was, ook militair. Soldaten moesten heel blijven, en de bevolking bekeek het maar. Het werk van Boerhaave kwam dus in een militaire bibliotheek terecht. Als buitenlander mag je niet zomaar bij militaire geheimen komen. Ze wilden honderdduizend euro hebben om mij een achttiende-eeuws archief te laten zien.’

Heeft u dat betaald?!

‘Nee. Vrij kort nadat ik het had opgegeven, verdween de minister bij wie ik had aangeklopt in de gevangenis. Dus probeerde ik het nog een keer. De bibliothecaresse bij wie ik telkens mijn vragen indiende, werd er zo gek van dat ze me naar binnen liet om in godsnaam maar van het gezeur af te zijn.’

Luuc Kooijmans

Uitgeverij Bert Bakker, 300 blz, € 19,95