Studentenleven
'Schreeuwen werkt intimiderend'
woensdag 5 februari 2014
© Taco van der Eb

Natascha Dames (25): ‘Yosakoi is een energieke festivaldans. Bij onze groep vind je er martial arts-invloeden in terug, maar er zijn ook Japanse groepen die juist heel sierlijk zijn.’

Farah Nasri (20): ‘In sommige dansen zijn de bewegingen geïnspireerd op vissers. Het is alsof je touwen binnenhaalt of visnetten uitzet. Elke beweging wordt met kracht uitgevoerd, je geeft constant honderd procent. Je uit je energie door te schreeuwen en elkaar aan te moedigen.’ (Met Super Mario-muziek ziet dat er zo uit, red)

Dames: ‘Voor mijn studie ging ik een jaar naar Nagasaki. Daar ging ik bij het Yosakoi-team. Iedereen was ontzettend aardig en we trainden elke dag. In Japan heeft elke universiteit één of twee teams, maar toen ik terugkwam in Nederland kon ik het met niemand delen. Ik besloot een eigen groep op te zetten.’

Veronique Jongmans (20): ‘Er zijn nu vier jaarlichtingen. Zelf zit ik pas drie maanden bij het team. De meeste Japanologen maken kennis met Yosakoi tijdens het eerstejaarskamp. Na de training hadden we zo’n spierpijn dat we onze stapelbedden nauwelijks in konden klimmen.’

Marije Bakker (20): ‘Maar we hebben ook een paar leden die geen Japans studeren. Zo zag iemand van Korea-studies ons optreden op een anime-conventie en doet er een Egyptologe mee.’

Iris Remans (18): ‘Ook voor beginners is Yosakoi leuk. Het is zwaar, maar de pasjes zijn niet ingewikkeld. Gevorderde dansers maken de bewegingen steeds dieper, dus de dansen blijven een uitdaging.’

Ayla Kolster (19): ‘Het kost veel energie, maar het geeft ook veel energie. Na een jaar krijg je de officiële kleding, die in Japan wordt gemaakt. De ouderejaars dansen ook op tabi: speciale schoenen met een extra teen.’

Jongmans: ‘In eerste instantie komt het geschreeuw intimiderend over, maar als je bij het team zit merk je dat ze eigenlijk heel lief zijn.’

Remans: ‘Yosakoi sprak me aan omdat het zo uniek is. Samen met een team in Polen zijn we de enige twee teams in Europa.’

Nasri: ‘De hiërarchie van de Japanse samenleving wordt weerspiegeld in de groep. Oudejaars helpen de jongerejaars, maar er wordt wel van hen verwacht dat ze goed luisteren. Je krijgt daar veel verantwoordelijkheidsgevoel van.’

Ilse van der Pol (22): ‘De Yosakoi-groep is net een familie waarbinnen je allemaal jongere broertjes en zusjes hebt. Je zorgt dat er niemand verloren bij staat. Ook buiten de trainingen doen we leuke dingen.’

Anne Aarssen (20): ‘In het team zijn er verschillende functies. Sommige mensen geven de trainingen, anderen regelen optredens of zitten in het EHBO-team dat de cooling down verzorgt.’

Dames: ‘Inmiddels hebben we ook onze eigen muziek gekocht. Die mag alleen ons team gebruiken. Het doel is om zo goed te worden dat we in Japan op kunnen treden. Daarvoor moet het niveau nog wel omhoog.’

Aarssen: ‘In Japan worden er speciale festivals georganiseerd, waarbij verschillende teams tegen elkaar dansen. Yosakoi is niet leeftijdsgebonden. Er zijn ook teams met vrouwtjes van tachtig jaar oud.’

Dames: ‘Maar ze nemen het daar heel serieus. Ze trainen elke dag en de teams bestaan uit meer dan honderd mensen. Bij ons gaat het ook om de lol.’

Door Petra Meijer