Nieuws
Criminoloog onzorgvuldig in Leiden
De Belgische criminoloog Patrick Van Calster, die van 2007 tot 2012 universitair hoofddocent was bij de faculteit Rechten, pleegde geen plagiaat in zijn Leidse artikelen. Wel is hij onzorgvuldig geweest met het gebruik van een bron en had hij conflicten met twee Leidse collega’s.
vrijdag 24 januari 2014

Dat blijkt uit het onderzoek van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de universiteit. De Leidse commissie onderzocht veertig publicaties van Van Calster. Het geanonimiseerde rapport verscheen dinsdag.

De Vrije Universiteit Brussel nam Van Calster vorig jaar zijn doctorstitel af nadat er plagiaat was geconstateerd in zijn proefschrift uit 2005. Zowel Leiden als de Rijksuniversiteit Groningen, waar Van Calster sinds 2010 hoogleraar was, besloten vervolgens de publicaties van de criminoloog te onderzoeken. Beide universiteiten constateerden dat hij geen plagiaat heeft gepleegd. Wel ontsloeg Groningen Van Calster omdat hij niet meer voldeed aan de benoemingseisen voor het hoogleraarschap.

Uit het Leidse onderzoek blijkt dat in zes publicaties één steeds dezelfde passage uit het proefschrift is hergebruikt. Deze passage is oorspronkelijk toe te schrijven aan een boek van een andere auteur dan Van Calster. Deze passage betreft de beschrijving van het werk van een onderzoeker waarin een theorie bijna letterlijk is overgenomen door Van Calster. De criminoloog schrijft wel dat hij de betreffende theorie niet zelf heeft ontwikkeld en verwijst naar de wetenschapper die dat wel deed. Maar hij laat na te vermelden dat hij de verwoording van de auteurs van het boek heeft gebruikt. Dat had hij wel moeten doen. De commissie noemt dit ‘onzorgvuldig.’

Van Calster hergebruikte ‘omvangrijke passages’ uit zijn proefschrift in zijn artikelen. Hier zitten echter geen ‘als plagiaat gekenmerkte passages’ bij.

De commissie sprak ook met zeven collega’s van Van Calster. Uit die gesprekken komt in het algemeen naar voren dat de criminoloog hard werkte, sterk gemotiveerd was en dat studenten hem waardeerden.

Maar conflicten waren er ook. Een collega vond dat Van Calster zich ‘autoritair gedroeg’ en ‘kleinerende opmerkingen’ maakte, toen ze samen een artikel schreven. Een andere collega wilde na een conflict niet langer samenwerken met Van Calster. De collega miste ‘verwachte collegialiteit’ en voelde zich ‘onvoldoende gesteund.’

De commissie is echter niet van mening dat Van Calster zich dermate intimiderend heeft gedragen of personen zodanig onder druk heeft gezet dat hij zich verwijtbaar heeft gedragen.