Columns & opinie
Van de jury
woensdag 18 december 2013

Verras ons! Dat was de voornaamste voorwaarde die de jury van de elfde editie van de Mare-kerstverhalenwedstrijd aan de deelnemers had gesteld. Dat lukte, maar niet in alle gevallen. We begrijpen dat de student van tegenwoordig het zwaar heeft, maar probeer ook een beetje te genieten, lieve jongens en meisjes, zeker ook op papier. Onder de kleine twintig inzendingen bevonden zich namelijk wel erg veel verhalen waarvan de tweeduizend woorden zich eenvoudig lieten samenvatten tot: ‘Mijn leven is een hel.’ Of: ‘Alles is klote.’

En voor wie het dan toch over aftakeling, ontreddering en wanhoop wil hebben - de literatuur is er groot mee geworden, nietwaar? - nog even een paar tips. Braken en/of bloeden is niet per se literair. Lampen hoeven niet altijd te knipperen. Verf hoeft niet verplicht af te bladderen. En sneeuw moet niet per se tot grijze pap worden getrapt. Oké?

En we weten dat jullie verrukt zijn dat het sociaal leenstelsel is uitgesteld en jullie nog van de ov-chipkaart kunnen profiteren. Maar als je dan ALLES kunt fantaseren, waarom dan nog steeds zoveel treinreizen, inclusief anti-avonturen op kille stations? Daarom kondigt de jury voor volgend jaar alvast een verbod af op alle spoorreferenties.

Jurylid van het eerste uur was overigens oud-Mare-redacteur en schrijver Christiaan Weijts, die onder meer de romans Art. 285b, Via Cappello 23 en Euforie publiceerde en columnist is van nrc.next en De Groene Amsterdammer. Hij beoordeelde de inzendingen samen met voormalig Mare-redacteur en NRC-columnist Arjen van Veelen. Mare-hoofdredacteur Frank Provoost vervolledigde de jury en betaalde de rekeningen.

Tromgeroffel. De derde prijs gaat naar natuurkundestudent Anne Por. ‘Liken’ kost tijd is de titel van haar verhaal, maar de jury had weinig tijd nodig om het te kunnen waarderen. Binnen een kort bestek slaagt de auteur erin om de actualiteit binnen te smokkelen rond een niet alledaagse kerstdis, met een oog voor beeldende details, en stilistische bondigheid. Wat ook voor dit verhaal pleit: de schrijver koos voor een wat gedurfdere vorm dan de rechttoe-rechtaan vertelling, en nam daarmee een risico, wat positief uitpakt. De opeenvolging van fragmenten en Facebookposts werkt goed, en geeft vaart en spanning.

De tweede prijs is voor student Nederlands Klaas la Roi. Zijn verhaal Niet ik, of: het falen van de knipperlichtkaars is waanzinnige dollemansrit door een woordbrakende achtbaan. Als nietsvermoedende lezer stuiter je op en neer in deze stilistische shockhypnose. En uitgerekend op de momenten waarin je je bezorgd afvraagt of je eigenlijk wel iets van het verhaal snapt, volgt een genadeklap. Citaat: ‘Het mist focus. JEZUS doe normaal, hoezo focus?? Ik ben heel gefocust. Hak op de tak? Moet je die nicht horen met z’n dure analysewoordjes, WIJS ME DAN EEN GEHAKTE OP DE TAKKETYFUSTERING-ZIN aan waarin je niet begreep wat ik bedoelde! Wat? Hoezo rustig aan? IK BEN HEEL RUSTIG! Nee, dat moet jij zeggen!’ De nummers twee en drie winnen respectievelijk 75 en 50 euro. 

Dan de winnaar. In de openingsalinea van Vaas poneert de 22-jarige filosofiestudent Tim Meijer het bestaan van een huis voor mensen die deden alsof. Het blijkt toevluchtsoord voor wannabees en fabulanten. Dit op zich al absurde gegeven wordt met trefzekere kalmte geïntroduceerd, en vervolgens uitgebouwd tot een vertelling waarin uiteenlopende entiteiten als zelfmoordterroristen, Delfts blauw en kersenbonbonfolie als vanzelf hun plaats vinden. Die droge vanzelfsprekendheid en die trouw aan de interne logica herinneren subtiel aan auteurs als Marek H?asko, maar onthullen ook een eigen, volwassen stem. Het huis voor mensen die deden alsof – noem het een Hotel California, noem het een House of the Rising Sun – mag gerust worden toegevoegd aan al die andere imaginaire bouwwerken uit de wereldliteratuur.

Tegelijk is deze vertelling van vrolijke weemoed ook een scherpe reflectie op actuele schijnwerelden en op het moderne adagium van doe-maar-alsof. Omdat dit verhaal zo kalm en beheerst uit de bocht vliegt, verdient het volgens de jury de eerste prijs.

Gefeliciteerd! Schrijf je vaker?

‘Ik ben redacteur van het Amsterdamse studentenblad Propria Cures, maar daarvoor schrijf ik vooral satirische stukken. Ik heb namelijk in Amsterdam mijn bachelor gedaan en volg nu in Leiden een pre-master filosofie. In februari begin ik met de master. Maar literatuur schrijf ik eigenlijk niet zo veel.’

Wie zijn je literaire helden?

‘Ik hou vooral van oudere schrijvers zoals Bordewijk en Elsschot. Die laatste vind ik echt heel goed. Verder lees ik alles van Tommy Wieringa en verzamel ik alle boeken van Kees van Kooten. Hij is vooral goed in het beschrijven van het alledaagse.’

Hoe ben je op het idee voor Vaas gekomen?

‘Het concept komt van mijn vriendin, die op een ochtend wakker werd en over een droom begon te vertellen. Waar die droom toen precies over ging, weet ik niet eens meer. Maar het bracht me wel op dit idee.’

Je wint € 250. Wat ga je daarmee doen?

‘Ik denk dat ik een jas ga kopen.’

Geen boeken?

‘Ik hou vast nog wat over. Dat wil ik besteden aan Vertedering van Jamal Ouariachi. En een docent raadde me onlangs Vom Nutzen und Nachteil der Historie für das Leben van Nietschze aan. Dus die ga ik nu ook aanschaffen.’