Studentenleven
Frutti: Even een dametje erbij pakken
Petra Meijer
woensdag 9 oktober 2013
© Taco van der Eb

‘Wil je een kip?’, vraagt Romy Loe A Foe (21, China Studies) aan iedereen die de filmzaal betreedt. Speciaal voor dierendag organiseert de integratiecommissie van Catena een diervriendelijke activiteit: kippen knuffelen. Niet op de kinderboerderij, maar gewoon op de sociëteit.

‘De kippen waren als eens eerder op Catena, tijdens onze Peepshow met sexy chickies’, zegt Loe A Foe. ‘Toen was het ook een groot succes en wilde iedereen ze aaien.’ Je zou denken dat het loslaten van een vijftal kippen binnen een studentenvereniging tot hysterische taferelen leidt. Maar in de filmzaal wordt er opvallend weinig gefladderd en gekakeld. Op de rode bioscoopstoelen zit een klein groepje studenten met een kip op schoot. De kippetjes worden liefdevol onder hun kin gekriebeld, en af en toe zakken hun oogjes zelfs langzaam dicht. ‘Je wordt er helemaal zen van’, zegt Erica Jonker (25, geschiedenis).

De kippen zijn van Ramon Bril (22, Life Science & Technology) en liepen oorspronkelijk in de hortus. Daar werden ze steeds aangevallen door katten uit de buurt. Daarom verhuisden ze naar het appartement van Hylke Brouwer (24, geschiedenis). ‘Mijn grootouders hadden vroeger altijd kippen, dus ik ben er mee opgegroeid. Ik houd ze gewoon in mijn kamer, in een grote kooi. Maar ik laat ze natuurlijk zoveel mogelijk los. Als ik ’s avonds een filmpje kijk pak ik er even een dametje bij. De haan wil er dan eigenlijk ook uit. Hij heeft zijn vrouwtjes het liefste bij elkaar.’

Ook in de filmzaal houdt de haan (genaamd Haantje Lief) zijn hennetjes Zwammeke, Jasmijntje, Mopperkip en Pia (‘van pipipia, want ze piept zo lekker’) goed in de gaten. ‘Maar zelf wordt hij ook graag geknuffeld’, zegt Bril, die over de vleugels aait. ‘In Maleisië worden deze Serama kippen als huisdieren gehouden, zoals wij hier een kat of een hond hebben, dus het ras is erg tam.’ Dat de dieren in Maleisië populair zijn als huisdier begrijpen de heren wel.

Brouwer: ‘Een hond is altijd zo kunstmatig blij, daar word ik een beetje moe van. Kippen hebben een hoge knuffelfactor, maar ze likken niet aan hun eigen kont. En ze willen altijd wel bij je zitten, zolang je maar een beetje aan die lelletjes trekt.’

Evelien de Ruiter (22, biomedische wetenschappen) is overtuigd. Terwijl ze kip Jasmijntje kriebelt, informeert ze voorzichtig naar kuikens. Die blijken best gemakkelijk te houden, zolang je ze maar warm houdt, speciaal kuikenvoer geeft en hun drinkbakjes vult met knikkers zodat ze zichzelf niet per ongeluk in hun slaap verdrinken.

Als je de jongens moet geloven zijn kippen het ideale huisdier, maar met veel moeite bedenken ze toch wat nadelen. ‘De haan zegt kukeleku. Ik houd hem in mijn badkamer, die is lichtdicht’, zegt Brouwer. ‘En ’s ochtends probeer ik hem meteen af te leiden met lekkere dingen, zodat hij vergeet te kraaien. Natuurlijk poept er ook wel eens een kip op mijn broek. Maar het is droge poep. Tenzij ze gestrest zijn, dan krijg je dunne schijt.’