Wetenschap
Doodgravertjes
donderdag 26 september 2013

Doodgravers zijn kevers die hun naam danken aan hun gewoonte om eieren te leggen in dode dieren, die ze onder de grond verstoppen. Een rottend dierenlijkje zit echter vol met allemaal nare bacteriën, en die zijn een bedreiging voor de jonge keverlarfjes. De ouders lossen dat op door de dode muis of vogel te bedekken met stofjes uit hun speeksel en anus, die de groei van ongewenste bacteriën tegengaan. Biologen vinden dat proces interessant, omdat de ouders vrij veel moeite en materiaal investeren in de zorg voor hun kinderen. Ze blijven ook na de begrafenis in de buurt om hun jonkies te beschermen, en om concurrerende dieren als lijkmaden op afstand te houden.

In Animal Behaviour beschrijven drie biologen, waaronder Leidenaar Daniel Rozen, dat de ouders er niet helemaal alleen voor staan. De larfjes zelf scheiden ook antimicrobiële stoffen af, blijkt. Welke stofjes dat precies zijn, weten ze nog niet, maar ze hebben vergelijkbare eigenschappen als die van hun ouders.