Cultuur
Made in Mekka
De hadj, de jaarlijkse pelgrimstocht naar Mekka, is van een overweldigende massaliteit en rijk aan weelde. Van ritueel tot souvenir, ook voor ongelovigen.
Vincent Bongers
woensdag 18 september 2013

Wie de deur naar de tentoonstelling ‘Verlangen naar Mekka’ in het museum van Volkenkunde opent, hoort een aanzwellend geroezemoes. Het zijn de stemmen van Nederlandse moslims die op televisieschermen vertellen over de hadj: de bedevaart naar Mekka die elke islamiet, mits gezond en voorzien van genoeg geld, eens in zijn leven moet voltooien. Elk jaar maken rond de vijfduizend Nederlanders de pelgrimstocht.

Een textielhandelaar van rond de veertig legt het belang van de bedevaart uit: ‘Ik had geen spirituele dromen meer. Ik dacht alleen nog maar aan werk. Ik besloot de hadj te doen. Ik nam afscheid van mijn familie met een traan in mijn oog maar met rust in mijn hart.’

Naast het intieme en spirituele is er de massaliteit. De cijfers tonen een evenement van immense omvang. De hadj in 2012 trok meer dan drie miljoen pelgrims, er werden een miljoen dieren geslacht. De gelovigen leefden in 50.000 tenten, ingedeeld naar nationaliteit.

Maar deze indrukwekkende getallen komen pas echt tot leven in een zaal waar fragmenten van de Imax film Journey to Mecca wordt vertoond. De rondgang rond de Ka’aba, het kubusvormige heilige huis van de islam in het centrum van de Grote Moskee, is een bekend beeld. Maar er zijn veel meer rituelen. Zo trekken de miljoenen gelovigen naar de vlakte rond de berg van Arafat, zo’n dertig kilometer van Mekka, om daar zes uur in de hitte te bidden. Het weidse landschap lijkt besneeuwd met mannen die de verplichte twee witte doeken (ihram) dragen, ook de vrouwen zijn licht gekleed. De menselijke maat wordt overstegen - een effect dat in het museum wordt weergegeven door de projectie van een eindeloze stroom bedevaartgangers op de muren van de zaal.

Maar wat grote getallen en eenheid uitstraalt, boezemt ook angst in. Het sektarische element van de bedevaart komt scherp naar voren in het werk Road to Makkah van de Saoedische kunstenaar en militair Abd al-Nasser Gharem. Hij maakte van stempels de befaamde verkeersborden rond de stad na. Rechtdoor richting Mekka is een groengekleurd Muslims Only. De ongelovigen zijn rood en moeten rechts afslaan.

Verder zijn er prachtig verluchtigde korans en instructieboeken te zien, maar ook gedetailleerde miniaturen uit de 17e eeuw die een goed beeld geven van hoe rijke en arme pelgrims de tocht beleefden. Ook worden er foto’s getoond van hadjgangers uit alle windstreken die in de 19e eeuw genomen zijn door de Leidse hoogleraar Arabisch Christiaan Snouck Hurgronje.

Indrukkwekkend zijn de stukken doek, kiswa geheten, die over de Ka’aba worden gedrapeerd. In Saudi-Arabië is een atelier waar 240 ambachtslieden jaarlijks nieuwe kleden maken. De fluwelen stukken stof lijken van ver af gezien zwart maar er zijn met grijs draad religieuze teksten in geweven. Ook bij de ingang van de Ka’aba hangen deze doeken, deze zijn van zijde en bewerkt met verguld zilverdraad.

Maar het is niet allemaal indruk maken met pracht en praal. Nederlandse hadjgangers doneerden souvenirs van hun tocht. Een daar zitten grappige dingen bij als een sleutelhanger met kleine sneeuwglobe met daarin een mini-ka’aba. Het modelletje van het heiligdom is wel made in China, blijkt uit de onderkant.

Rijksmuseum Volkenkunde

Te zien tot en met 9 maart 2014

€11, Gratis voor studenten