Studentenleven
Column: Nieuwe/oude vrienden
woensdag 4 september 2013

Het is natuurlijk wel zo netjes als ik mezelf even voorstel, nu ik tweewekelijks met mijn hoofd en woorden in je universiteitsblad zal prijken. Ik ben Talitha, bijna 22 en Vlaams. Maar niet heel erg. Ik moet je teleurstellen: het accent is al lang weggewerkt onder een laag neppe harde g’s en alle o zo schattige Vlaamsche woordjes waar ik de voorbije jaren onder goedkeurend gekir op ben gewezen zijn in de vuilnisbak van mijn vocabulaire verdwenen. Ik heb net zelfs alle ‘u’s verwijderd en besloten je te tutoyeren. Very Dutch. Extra inburgeringspunten voor mij!

Vier jaar geleden verliet ik mijn Belgenlandje om in Amsterdam te studeren, en sinds kort woon ik in Leiden. Dit jaar ben ik masterstudent, maar daarnaast ga ik ook enkele eerste- en tweedejaarsvakken volgen. Dat betekent dat ik als 22-jarige dus ineens weer tussen een hoop kersvers afgestudeerde 18-jarigen zal belanden. Niet dat iemand het verschil zou merken – ik heb twee universiteitsdiploma’s, maar de gezegende combinatie van babyface en kaboutergestalte zorgt er nog altijd voor dat ik bij een fles wijn in de Appie ook steevast mijn ID moet presenteren. Alles is relatief.

Meewarig hoofdschuddend moet ik denken aan alle naïeve overtuigingen waarmee deze eerstejaars de universiteit zullen binnenstappen. Zoals het idee dat die hele fantastische examenklas nog contact met elkaar zal blijven houden wanneer de eerste klamme handjes in college al vergeten zijn en iedereen aan zijn nieuwe leven gewend is geraakt. De harde waarheid is dat het merendeel van alle middelbare schoolvrienden zal vervagen tot een occasioneel voorbijkomende profielfoto op Facebook, waarmee de awkward gesprekjes in de supermarkt zich met steeds meer moeite voorbij de ‘oh-hoi-hoe-gààààt-het-nog-met-je?!’-fase slepen. En dat is oké. Want je groeit op. Je maakt ook nieuwe vrienden. En niet alle oude zullen verdwijnen.

Ik hou nog steeds contact met mijn vroegere vriendengroepje. Dat kost moeite, want je nieuwe leven lijkt vaak interessanter en bovendien woont niet iedereen meer in dezelfde stad. De oorspronkelijke zeven zijn er wegens geen zin in moeite nu dan ook nog slechts vijf, maar voor hen heb ik het urenlange treinreizen richting Vlaanderen graag over.

Highschool friends zijn dan ook niet te vergelijken met universiteitsvrienden. Zo’n collectief gedeeld geheugen van elkanders beschamende puberoutfits en bijhorende kapsels schept nou eenmaal een band. We praten niet meer dagelijks, zelfs niet eens wekelijks. Maar zo’n avondje samen is telkens wel weer fijn, en nooit awkward.

Dus, lieve eerstejaars, you probably won’t stay in touch.

Maar het loont wel om er je best voor te doen. Al is het maar omdat een regelmatige herinnering aan de tijd waarin je beugels met Buffalo’s combineerde een pijnlijke doch ontzettend doeltreffende manier blijkt om met beide benen op de grond te blijven.

Talitha Dehaene is student literatuurwetenschap