Studentenleven
'Een wonder dat hij nog drijft
Wordt het dan toch nog een zwoele zomer? De opvarenden van verschillende studenthuizen hopen alvast van wel. Binnenkort in een gracht bij u in de buurt.
Judith van Hoogdalem
woensdag 19 juni 2013

Het dak moest eraf

De Lenie 

Groenhovenstraat 3

13 jaar in bezit

Frans van Panthaleon van Eck (22): ‘Onze huisboot heet De Lenie, vernoemd naar onze schoonmaakster. Ze is deze week 70 geworden en is dit jaar 25 jaar bij ons.’

Joeri Noteborn (23): ‘We hebben de boot sinds 2000. Onze oud-huisgenoten, die hier toen woonden, hebben hem tweedehands gekocht, en helemaal vanuit Friesland naar Leiden gevaren. Er moest toen nog een stuk van het dak af, anders kon hij niet onder de Leidse bruggen door.’

Van Panthaleon van Eck: ‘Als het lekker weer is en we hebben niks te doen, gaan we varen. Vaak richting de Kaag of door de Leidse grachten, maar eigenlijk maakt het niet echt uit welke richting we op gaan.’

Noteborn: ‘Sinds een tijdje zit er een gat in de voorkant van de boot. Hij moet ook nodig weer een keer worden geverfd: de laatste verfbeurt was in 2006. We moeten wel echt een keer weer gaan klussen.’

Taak voor sjaarzen

De Breeliner

Breestraat 1A

20 jaar in bezit

Tjeerd Kruijt (19): ‘Toen we een keer met onze huisboot, de Breeliner, in Leiden aangemeerd lagen, kwam er een Amerikaanse toerist naar ons toe. Die zei dat de lasnaden vooroorlogs zijn en dat dit model boot gebruikt werd bij de landingen op Omaha Beach. Hij is dus echt fucking oud en niet kapot te krijgen.’

Thijs Jansen (21): ‘Wij hebben hem sinds begin jaren ’90. De huisbaas wilde de garage die eerst bij ons huis hoorde terug om aan andere mensen te verhuren. De toenmalige huisgenoten hebben die garage toen met de huisbaas geruild tegen deze boot. En een fikse huurverlaging.’

Kruijt: ‘Er staan twee vliegtuigstoelen, captain seats, aan boord, die we een paar jaar geleden mee hebben genomen van het Minervalustrum. In de zomer varen we met mooi weer door de grachten. Als het echt warm is, gaan we naar de Kaag of de Vlietlanden. Hoppa, clubgenoten mee, barbecue mee.’

Jansen: ‘En het is een traditie dat we elkaar jaar op Koninginnedag door de Amsterdamse grachten varen.’

Kruijt: ‘Het is een sjaarzentaakje om de boot een week van te voren over te varen naar Amsterdam, voordat de sluizen dicht gaan. Maar dat is natuurlijk helemaal geen vervelende opdracht.

‘Gewoon een mooie dag uitkiezen, clubgenoten mee, hartstikke mooi, toch?’

Dronken rondjes

Pit

Quintusdispuut Sjap Eisjedies

5 jaar in bezit

Sam Pauwels (23): ‘Een maand geleden nog hebben we alle gaten lopen dichten. Het mag best een wonder worden genoemd dat deze boot nog drijft. Hij is al redelijk oud, zo’n 20 jaar denk ik. 

‘We hebben hem ongeveer vijf jaar geleden overgekocht van een reünist van Sjap, die hem in zijn studententijd tweedehands gekocht had. Hij wilde hem weg doen en wij vonden het leuk om een boot te hebben. We onderhouden hem nu met een groepje van vier. Een beetje Schippers van de Kameleon-achtig, alleen dan minder dramatisch.

‘Het is mij niet bekend waar de naam vandaan komt. Ik vermoed dat het te maken heeft met onze identiteit: lekker pittig, maar ook vermoeiend. Het is een ambivalente boot waar je lekker op kan pitten.

‘Als we gaan varen nemen we het liefst een makkelijke route. Gewoon alleen maar rondjes varen, zodat beschonken mensen het ook nog kunnen. Soms maken we er een weekendje van en nemen we tenten mee. Er vallen weleens mensen uit de boot als ze teveel gezopen hebben, maar verder blijft het allemaal best braaf. Het is een mooie boot en dat willen we ook zo houden.’

Ook om te daten

Fabel

Augustinuscordial Fabel

1 jaar in bruikleen

heeft deze sloep al heel lang, zo’n 21 jaar. Hij ligt in het centrum van Leiden en wij mogen hem altijd gebruiken, dus we hebben hem nu een beetje benoemd tot cordialboot.

‘Als het mooi weer is op maandagavond, wat bij Augustinus cordialavond is, gaan we met de zeventien meiden van Fabel de boot in. Afgelopen maandag hadden we de barbecue mee. Dan varen we een beetje door de stad, en leggen we af en toe ergens aan. We gaan natuurlijk ook altijd even langs de sociëteit van Augustinus. Het is weleens gebeurd dat we bestuursleden oppikken die willen meevaren. Een tijdje geleden hadden we een date met een mannencordial, en toen zaten we met 25 man in de boot. Dat is wel een beetje de max.

‘Ik wil binnenkort onze cordialnaam “Fabel” lekker groot op de zijkant laten zetten. Dat vindt mijn vader niet erg hoor. Hij heeft de boot nooit een naam gegeven.’