Nieuws
College kiest voor rechter
De zaak rond de ontslagen medische farmacoloog Melly Oitzl komt alsnog voor de rechter. Het college van bestuur stemt niet in met het door de rechter gedane voorstel tot mediation.
woensdag 19 juni 2013

De sectie medische farmacologie van de bètafaculteit is in 2011 wegbezuinigd. Universitair hoofddocent Melly Oitzl (1955) is een van de medewerkers die daarbij haar baan verloor. Ze kwam in een herplaatsingstraject terecht. Er volgde geen nieuwe functie maar een strijd die uiteindelijk leidde tot een rechtszaak. Er werd gesteggeld over verblijf in het buitenland, het opnemen van verlof en de bereidwilligheid om mee te werken aan het vinden van een nieuwe betrekking.

Oitzl stapte naar de rechter omdat zij het niet eens was met de reorganisatie en het opheffen van haar functie. Maar zij vindt ook dat de universiteit haar zoektocht naar een nieuwe baan tegenwerkt. Oitzl wil dan ook vooral dat de rechtbank haar helpt haar ‘werktoekomst te zekeren. Eventueel met een financiële schikking.

De rechter wilde vorige week bij een zitting in Alkmaar niet inhoudelijk ingaan op het conflict en riep de partijen met klem op om het geschil via mediation op te lossen. De afvaardiging van de universiteit had geen mandaat om besluit te nemen over een bemiddelingsprocedure met een derde partij. Dit tot ergernis van de rechters.

Leo Burger, raadsman van de universiteit, kon niet anders dan het verzoek van de rechter bij het college neerleggen. Het college heeft nu besloten om het tot een rechtszaak te laten komen. Die dient op 1 juli in Alkmaar. Volgens de universiteit is de reorganisatie en het ontslag van Oitzl op een correcte wijze verlopen en is haar rechtspositie voldoende gewaarborgd. Kortom, het college vindt dat zij zich aan de regels heeft gehouden, bemiddeling is dan ook niet van toepassing.

Oitzl en haar echtgenoot Berry Spruijt, Utrechts hoogleraar ethologie en dierenwelzijn, mailen dat ze ‘hooglijk verbaasd zijn dat het duidelijke signaal van de rechter, die sprak over verspilde energie, alleen maar verliezers en zinloos procederen, genegeerd wordt.’ Maar: ‘Aan de andere kant is dit precies de wijze waarop Leiden voortdurend heeft gereageerd, alle voorstellen afwijzen en de belangen van betrokkenen, ook zijzelf als organisatie, negeren.’ VB