Het zal allemaal wel loslopen, reageert wethouder Pieter van Woensel van Ruimtelijke Ordening. ‘Er zijn wel al veel studenten in de binnenstad, maar dat is al eeuwen zo. Het is al die tijd in harmonie gegaan, dus ik heb er alle vertrouwen in dat het zo blijft. SLS Wonen heeft er ook baat bij dat het rustig en schoon blijft.’ Volgens hem zijn er bij de gemeente ‘niet veel’ klachten bekend van luidruchtige studentenhuizen.
‘Er komen soms meldingen binnen van overlast bij studentenhuizen, maar niet vaak. Bovendien nemen die meldingen in aantal af’, vertelt Lex Benden, woordvoeder van de politie Hollands Midden. ‘Maar we hebben geen concrete cijfers, omdat er bij geluidsoverlast niet wordt bijgehouden of het lawaai veroorzaakt wordt door studenten.’
Emiel de Jong woont al twaalf jaar op de Papengracht en is directe buurman van Augustinus-huis ‘De Witte Raaf’, een huis met zo’n dertig studenten. Verderop in de straat bevindt zich de achterkant van ‘Hôpital Wallon’, een groot Minerva-huis.
‘Er waren een tijd spanningen, maar anderhalf jaar geleden is dat met tussenkomst van een wijkagent opgelost. Nu houden we een open dialoog. En ja, soms vragen we of de muziek zachter kan, maar eigenlijk hebben we geen problemen met elkaar.’ De Jong heeft vooral last van de sociëteit van Augustinus, die achter zijn huis ligt. ‘Hoewel we afspraken hebben gemaakt, eist het heel veel tolerantie van onze kant. Vooral tijdens de El Cid is het niet te doen, maar dan gaan we weg, op kosten van de studentenvereniging.’
Wanneer er bij de politie een melding van geluidsoverlast binnenkomt, gaat een agent kijken, zegt woordvoerder Benden. ‘Als dat zo is, krijg het adres een gele kaart. Wordt er in dat huis binnen zes maanden weer overlast veroorzaakt, dan krijgt het een boete van 130 euro en een rode kaart.’ Maar volgens hem gebeurt dit nauwelijks. ‘Niemand wil last met zijn buren, ook studenten niet.’
Tomas Blansjaar van ‘De Witte Raaf’zegt dat er ‘af en toe’ meldingen van geluidsoverlast zijn. ‘Emiel komt langs als hij last van ons heeft, maar andere buren bellen soms direct naar de politie.’ Volgens Blansjaar ‘valt het wel mee’ hoe vaak de politie bij hen op de stoep staat. ‘Ik weet eigenlijk niet of we op dit moment een gele kaart hebben.’
Thomas van Praag is de directe buurman van meisjeshuis ‘het Kippenhok’ op het Rapenburg, waar meer dan dertig Minervanen wonen. ‘Soms is er lawaai, maar ik heb daar geen last van’, zegt hij. Kippenhok-bewoonster Annelies Janssen: ‘We hebben deze week een feestje, en dan komt ook de kleinzoon van een van onze buren draaien. Vooraf houden we een borrel waar we iedereen informeren.’ Laatst hebben de buren een barbecue voor de bewoonsters van het huis georganiseerd. Regelmatig drinken ze koffie bij elkaar. Buurman Van Praag: ‘Als ik mijn sleutels ben vergeten, loop ik bij hen binnen en klim over het dak naar mijn eigen huis.’
En toch stond er vorig jaar een agent aan de deur, geeft Janssen toe. ‘We zijn net van onze gele kaart af, de eerste sinds vijf jaar tijd. Het is jammer als er politie moet komen, want we lossen het liever onderling op. Mensen kunnen ons altijd bellen als ze last van lawaai hebben.’
Het Gerecht was altijd een beruchte plek als het ging over ruzie tussen studenten en de buurt. In ingezonden stukken in de buurtkrant van de Pieterswijk werd regelmatig geklaagd over ‘dronkemansgelal’ en ‘vuilbekkerij tegen meisjes en vrouwen’, veroorzaakt door de twee Minervahuizen aan het Gerecht.
Leo van Maris, destijds initiatiefnemer een van die artikelen, zegt inderdaad dat het tegenwoordig ‘absoluut beter gaat’. Adriaan Quist, huisoudste van Minervahuis Gerecht 5: ‘We hebben de band met de buurt de afgelopen jaren als prettig ervaren en hebben het idee dat dit wederzijds is.’ Van Maris: ‘Ik denk dat de studenten zich realiseerden hoe zij zich in onze ogen opstelden. De overlast is in elk geval een stuk minder.’ Voorheen kreeg Van Maris beledigingen over hem heen als hij iets zei van het lawaai. ‘Dat is nu ook niet meer zo. Er is geen ruzie tussen ons. Als ik vind dat de muziek te hard staat en ik zeg er iets van, bieden ze hun excuses aan.’
Studenten versus 'stadjers'
De gemeente Groningen startte in 2009 een campagne om het begrip tussen studenten en ‘stadjers’, zoals inwoners van de stad genoemd worden, te vergroten. Woordvoeder Eddy Beuker: ‘We probeerden zo het gesprek tussen de twee groepen op gang houden. Eigenlijk willen we zeggen: maak eens een praatje met elkaar. Bij ons is één op de zes inwoners student. Daar zijn we trots op, maar als er veel studenten zijn, ontstaat er soms wat onbegrip, bijvoorbeeld dat ze alleen maar overlast veroorzaken.’
Volgens hem gaat het in de binnenstad ‘van oudsher goed’ tussen studenten en de buurt. We zien de spanningen vaak in de buitenwijken, waar mensen allang wonen en dan opeens met studenten worden geconfronteerd.’ Daar is door de gemeente de ‘15 procent-norm’ ingevoerd: niet meer dan vijftien procent van de woningen mag worden gebruikt voor kamerverhuur.
In Delft werd vorig jaar door eenmansfractie Leefbaar Delft een digitaal meldpunt voor studentenoverlast geopend. Delftenaren kunnen melding maken van onder meer overlast en dronkenschap. Fractievoorzitter Jan Peter de Wit zegt op zijn site dat deze zaken voor veel mensen een serieus probleem vormen. Een onderzoek uit 2012 door Delfts Overleg, waarin verschillende studentenpartijen vertegenwoordigd zijn, wijst uit dat de relatie tussen studenten en niet-studenten in Delft juist goed is. Uit het onderzoek bleek dat 94 procent van de niet-studenten denkt dat studenten bijdragen aan de kwaliteit van de stad.