Studentenleven
Kom er maar eens tussen
Wat vinden buitenlandse studenten van Leiden? En hoe gaat het met integratie? ‘Het blijft een gesloten verenigingsstad.’
Pablo Kamsteeg
donderdag 30 mei 2013
© Taco van der Eb

Uitwisselingsstudent of fulltime bachelor, master of PhD: ze worden in Leiden allemaal ondergedompeld in een vreemde cultuur. De meeste internationale bachelors komen uit Duitsland. Eén van hen is Julian Koch (23), bachelor religiestudies aan de Universiteit van Potsdam. Bij aankomst vond hij het lastig een kamer te vinden: universiteitsaccommodatie was te duur, daarom verbleef hij de eerste nachten in een hotel. Bij toeval vond hij een kamer via Facebook, bij twee Slowaken.

Het maakt hem vrij weinig uit dat hij niet met Nederlanders woont, maar het is soms wel lastig dat hij geen Nederlands spreekt. ‘Omdat ik Duits ben was dat niet al te moeilijk geweest. Onze huisbaas spreekt nauwelijks Engels, wat het communiceren lastig maakt. Zo zouden we een koelkast krijgen, maar dat is er niet van gekomen.’

Ook Oshri Hayke (32), dubbele master filosofie en rechten in Jeruzalem, spreekt geen Nederlands en woont niet met Nederlanders. Ook hij maalt daar niet om; bovendien vond hij snel een kamer. ‘De Nederlandse vriendin van een vriend wees me op het prikbord met advertenties voor kamers in het Lipsius.’ Sindsdien is zijn hospes in de Donkersteeg een gepensioneerde professor religiestudies. Omdat hij ook Duits leert, wil hij geen Nederlands leren. ‘Om het niet te compliceren.’

Mia Grand (28), PhD biostatistics, uit Denemarken, had mede door de taalbarrière moeite woonruimte te vinden. Ze moest voor langere tijd iets zoeken, maar wist eigenlijk niet waar te beginnen. Om een appartement te vinden was het bijna vereist om een bankrekening te hebben en geregistreerd te staan bij de gemeente. Maar daar had ze juist weer een adres voor nodig. Mia: ‘Ik heb eerst anderhalve week ge-couchsurft, en via die persoon heb ik uiteindelijk een kamer aan de Witte Singel gevonden, nadat ik eerst ver buiten het centrum heb gewoond.’ Daar woont ze nu met negen Nederlanders en een Schot. ‘Ik ga veel met mijn huisgenoten om dus ik kom veel in contact met Nederlanders en de Nederlandse taal.’ Maar ze hoort ook verhalen van internationalen die bij Nederlandse studenten een kamer onderhuren en dan toch niet volledig in het huis worden opgenomen.

Zoals Manon Lub (20), bachelor Engels in Boulogne-sur-Mer: ze spreekt Nederlands en vond haar kamer via Kamernet. Ze woont in een Minerva-huis maar ziet haar huisgenoten weinig. ‘Ze zijn heel spontaan en aardig, maar het blijft erg aan de oppervlakte.’ Marlene Wilfing, bachelor Neerlandistiek in Wenen, hospiteerde in het Nederlands via Skype: ‘In Wenen hebben we een Facebook-pagina van neerlandistiek, daardoor wist ik hoe het werkte. Ik ga door mijn huis met Nederlanders om, maar daarbuiten eigenlijk meestal met internationalen.’

De introductie voor internationale studenten aan het begin van hun verblijf hier was voor de meesten erg belangrijk. Het zijn dan ook vooral hun groepsgenoten van die dagen die ze blijven zien.

Ook bij het International Student Network (ISN) zijn bijvoorbeeld Marlene en Manon veel te vinden. Het ISN is door en voor internationalen; je ziet er weinig Nederlanders, buiten degenen die de introductiedagen verzorgen. Het doel van het ISN is om daar verandering in the brengen, maar blijkbaar lukt dat nog niet zo. ‘Er moet nog veel veranderen’, zei voorzitter een half jaar geleden in Mare.

Oshri: ‘ISN is één van de weinige verenigingen die naar internationale studenten toekomt. Maar ze proberen de internationalen niet te integreren in de lokale studentenpopulatie. Ze creëren een eigen gemeenschap.’ Zelf komt hij er niet. En Mia: ‘ISN? Sorry, wat is dat?’

De mogelijkheden voor internationale studenten bij de grote verenigingen verschillen nogal. Hoewel het tijdelijke verblijf van buitenlanders zich niet makkelijk laat combineren met het vaste karakter van lidmaatschap van de meeste verenigingen, bieden bijvoorbeeld Minerva en Quintus wel een verkorte KMT aan. Oshri heeft van de meeste verenigingen nog nooit gehoord, voor Julian geldt hetzelfde. ‘De verenigingen presenteerden zich wel op de introductiedagen, maar veel waren het er niet en er is me weinig van bijgebleven. Ik had geen idee van de sociale structuur in Leiden, maar bij het huizen zoeken merkte ik al gauw dat verhuurders meestal geen buitenlanders willen. En het is ook heel moeilijk om in een verenigingshuis te komen.’

Bij verenigingen met een open structuur zoals SSR of Catena komen buitenlanders misschien vaker. Marlene: ‘Ik overweeg lid te worden van Catena. Het is daar heel open. Ik heb twee dagen ge-couchsurfd bij een Cateniaan, die me daarna meenam naar de vereniging.’ En de andere verenigingen? ‘Die komen zich niet voorstellen. Leiden is toch een gesloten verenigingsstad. Maar dat wist ik van tevoren.’ Of dat jammer is? Ze lacht. ‘Nee, veel beter dan een typische toeristenstad als Amsterdam!’

Marlene: ‘De Leidse studenten zijn best geïnteresseerd hoor, maar ik spreek dan ook Nederlands en dat verwachten ze niet.’ Oshri: ‘Als iemand mij thuis uitnodigt worden alle andere vrienden gedwongen Engels te praten. Bovendien hebben mensen hier hun sociale leven al opgebouwd, zeker de masterstudenten. Dan voel je je best wel eens een outsider. Voor een goede relatie is ook tijd nodig, en we zijn hier meestal niet zo lang.’ Julian: ‘Ach, het is gewoon eenvoudiger om met andere internationalen om te gaan. Ik spreek mijn medestudenten wel, maar in de koffiepauze begint iedereen Nederlands te praten. Best moeilijk om daar nog tussen te komen.’ Voor de buitenlanders is het misschien geen voordeel dat alle Nederlanders zo goed Engels spreken? Mia: ‘Helemaal mee eens, de tweetaligheid maakt het allemaal heel lastig!’

En inburgeren gaat soms ook heel goed, zegt Manon. ‘Bijna het eerste wat ik deed toen ik hier kwam was een fiets kopen via Marktplaats. Ik ben er meteen op naar het strand gefietst om te gaan zwemmen.’

1356 van de 20.684

In Nederland studeren zo’n 28.000 buitenlandse studenten aan de universiteiten.

De grootste groep zijn Duitsers, die zich vooral ophouden in de universiteiten bij de grens.

De rest van de top vijf: China, België, Spanje en Frankrijk.

De Universiteit Leiden heeft 20.684 studenten, waarvan 1356 internationale niet-Nederlandse.

70 procent van die internationale studenten volgt een masteropleiding.

Die 950 buitenlandse masters in spe vormen ongeveer een vijfde van alle masterstudenten in Leiden.